Studentensport in de knel!

College laat ook mogelijkheden liggen.
Er is een groot tekort aan sportaccommodaties in Utrecht. Een groot aantal verenigingen zijn genoodzaakt om wachtlijsten aan te leggen.

Ook studentensportverenigingen maken vaak gebruik van gemeentelijke accommodaties. Het gevoel bestaat dat deze verenigingen een lagere prioriteit hebben bij de verdeling van uren. Ook constateert D66 dat de gemeente kansen laat liggen om problemen op te lossen.

Aan de oostkant van de stad ligt het studentensportcomplex Olympos. Dit complex beschikt over talloze, goed onderhouden velden. Door de week wordt dit complex intensief gebruikt door studentenverenigingen. Op zaterdag en zondag is er van noemenswaardig gebruik geen sprake. D66 vraagt zich af of er geen afspraken te maken zijn met de eigenaar zodat er meer velden ter beschikking komen van sportend Utrecht.
Als studentenverenigingen gebruik maken van gemeentelijke sportcomplexen krijgen ze vaak tijden toebedeeld die erg ongunstig zijn, de late avond bijvoorbeeld. Ook zijn gemeentelijke accommodaties redelijk duur voor studenten, die immers veelal ook geen erg hoog inkomen hebben. D66 vraagt zich af of er geen beter beleid op dit gebied mogelijk is.
De schriftelijke vragen:
In Utrecht zijn talloze sportaccomodaties. Het overgrote deel is eigendom of in beheer bij de gemeente.
Eén accommodatie die niet in beheer is bij de gemeente is het complex Olympos in de Uithof. Dit is onderdeel van de universiteit. Ook enkele studentenroeiverenigingen beschikken over eigen accommodaties.
Sport is ook onder studenten populair. Vrijwel de hele range van sporten wordt ook door studenten beoefend.
Voor een deel doen zij dit op de ‘eigen’ accommodatie Olympos, voor een deel worden er door studenten sportverenigingen gemeentelijke accommodaties gehuurd.
Recente informatie en klachten doen de fractie van D66 twijfelen of de afstemming tussen studentensport en burgersport in het gemeentelijk beleid wel optimaal is.
Dit brengt de fractie van D66 tot de volgende vragen:
1. Een gehoorde klacht is dat studentenverenigingen in gemeentelijke sportaccomodaties de minder gunstige uren krijgen toegewezen, bijvoorbeeld laat op de avond. Kan het college aangeven op grond van welke criteria de uren voor permanente verhuur aan worden toegewezen?

2. Herkent het college de kritiek, zo ja wat doet het college met de kritiek, zo nee, waarom niet?

3. Kan het college aangeven in percentages hoeveel van de beschikbare capaciteit per tijdsblok aan studentenverenigingen wordt verhuurd in relatie tot verhuur aan niet-studentenverenigingen? (tijdsblokken zijn: ochtend, middag, vroege avond, late avond)

4. In tegenstelling tot enkele andere universiteitssteden, kent Utrecht geen aparte verhuurtarieven voor studentenverenigingen. Waarom niet?

5. Bemiddelt de gemeente actief tussen studenten- en niet studentenverenigingen om overcapaciteit van burgerverenigingen te laten benutten door studenten verenigingen?

6. Het complex Olympos wordt op zaterdag en zondag nauwelijks benut door studentenverenigingen. Is het college bereid in overleg te treden met de Olympos om te zien in hoeverre de in het weekend niet benutte capaciteit ingezet kan worden om de veldennood van burgerverenigingen op te lossen.

7. Is het college bereid tot structureel overleg met de studentensportwereld zoals de Sportraad en Olympos en andere belanghebbenden om de capaciteitsverdeling en benutting van alle Utrechtse sportaccomodaties zo eerlijk en optimaal mogelijk te maken?