Wanneer menselijkheid wordt ingehaald door tijdelijkheid

Wisten we eigenlijk wel waar we aan begonnen toen we als welwillende gemeente een tijdelijke opvang realiseerde op ons industrieterrein?

“Nee, we hadden geen flauw idee. Het was toch echt wel wat meer dan het huren en beschikbaar stellen van een pand. In dat pand woonden namelijk mensen zoals jij en ik, met een gevoel zoals jij en ik.”


Wisten we waar we aan begonnen toen we als welwillende gemeente een tijdelijke opvang realiseerde op ons industrieterrein?

Beeld: Monique van Zwieten

Wisten we waar we aan begonnen toen we als welwillende gemeente een tijdelijke opvang realiseerde op ons industrieterrein?
 
“Nee, we hadden geen flauw idee. Het was toch echt wel wat meer dan het huren en beschikbaar stellen van een pand. In dat pand woonden namelijk mensen zoals jij en ik, met een gevoel zoals jij en ik.

In dit stuk deel ik mijn persoonlijke ervaringen en de ervaringen van de vluchtelingen die nu van onze tijdelijke opvang in Son en Breugel, worden overgebracht naar de volgende tijdelijke opvang, zonder rekening te houden met omstandigheden en persoonlijke situaties. Dat is helaas het huidige beleid van onze overheid.
 
In een periode van vijf maanden heb ik naast mijn werk als fractievoorzitter van D66 gewerkt bij de tijdelijk gemeentelijke opvang voor asielzoekers in Son en Breugel. Deze tijd was intens en emotioneel beladen. Dagelijks werd ik geconfronteerd met de spanning tussen de wil om mensen te helpen en de obstakels die voortkwamen uit wet- en regelgeving, een schrijnend tekort aan personeel, een gebrek aan samenwerking tussen de betrokken instanties. Ik heb een door de overheid gestuurd beleid zien falen.
 
Denk de komende periode als u aan de kersttafel zit of geniet van een welverdiende vakantie, ook aan de mensen in die het minder goed hebben, hier in Nederland, in de vluchtelingopvang in de buurt, maar zeker ook in andere delen van de wereld.


Beeld: Monique van Zwieten

 Na 5 maanden ben ik geraakt door het niet goed functioneren van instanties en het beleid van de regering. Het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) is welwillend, maar door onderbezetting weten zij zelf ook niet meer waar ze moeten beginnen.
 
Deze ervaring heeft mijn blik op het asielsysteem veranderd. Ik heb gezien hoe belangrijk het is om empathie en menselijkheid centraal te stellen, maar ook hoe noodzakelijk structurele veranderingen in beleid en samenwerking zijn. Het was een emotioneel zware periode, maar het heeft me gemotiveerd om te blijven zoeken naar manieren om bij te kunnen dragen aan een rechtvaardiger en menselijker opvangsysteem.”
 
De mensen in het asielzoekerscentrum wilde op een gegeven moment heel graag een keer koken, maar binnen de opvang was daar geen plek voor. Met een budget van 14,50 per week zou het fijn zijn geweest wanneer het mij lukte om de boodschappen via een sponsor binnen te krijgen. Ik benaderde een sponsor die vaak geld wilden geven voor de armsten onder ons. Ik moet vandaag, 5 maanden nadat ik de mail schreef nog antwoord krijgen.
 
Voetballen, of in ieder geval trainen voor de kinderen, je zou denken dat dit toch niet zo moeilijk zou moeten zijn, per slot van rekening zijn het organisaties die gesubsidieerd worden door de gemeente. Na 5 maanden is het ze gelukt geen enkel kind uit het asielzoekerscentrum op te nemen.
 
Werk zoeken voor de welwillende mensen was geen gemakkelijke opgave. De meeste verzoeken die ik hen schreef moeten vandaag de dag nog antwoord geven. Wanneer twee maanden voorafgaand aan het vertrek, een bedrijf zich meldt, vinden andere organisaties het weer te veel werk om de papieren rompslomp daarvoor in orde te maken.

Beeld: Monique van Zwieten

Mijn persoonlijke ervaring

Ik neem met tranen in mijn ogen het cadeau aan van een gezin die ik inmiddels redelijk goed heb leren kennen. Het is een kaars in de vorm van een krut (dennenappel) met een lichtje erop. Het gezin bestaat uit vader, moeder en 2 dochters. De oudste dochter liet mij deze week heel erg trots haar eerste contract zien, ze had werk gevonden in de stad. Ze is net 18 jaar geworden. Haar zusje slaat haar armen om mijn nek en zegt: “I’m going to miss you so much”. De moeder in dit gezin heeft een hersentumor en zal binnenkort geopereerd moeten worden in Tilburg. Ik probeer ha gerust te stellen door te zeggen dat wanneer ze geen goede plek hebben voor de revalidatie, het ziekenhuis zal zorgen dat de onvoorstelbaar lieve moeder van dit gezin een goede plek krijgt om te herstellen. Waar ze heen gaan weten ze nog niet.
 
De situatie is anders voor de acht gezinnen die uit elkaar gehaald worden. Vier gezinnen gaan naar Simpelveld en vier gezinnen naar Kaatsheuvel. Er wordt niet gekeken of er vriendinnetjes bij waren. Ook wordt er geen rekening gehouden met een kind dat het eindelijk goed deed op school. Nee, het gaat om een dak boven het hoofd. Hier heb je een treinkaartje en je mag 2 tassen meenemen. Dat is het beleid van onze overheid om mensen te verplaatsen van de ene tijdelijke voorziening naar de andere.
 
Wanneer ik thuis ben steek ik met tranen in mijn ogen een kaarsje aan, zet hem voor mijn rode kerstster en stuur een whatsapp bericht om de familie te bedanken.

Beeld: Monique van Zwieten

Men kreeg geen antwoord, op geen enkel verzoek.

De mensen in het asielzoekerscentrum wilde op een gegeven moment heel graag een keer koken, maar binnen de opvang was daar geen plek voor. Met een budget van 14,50 per week zou het fijn zijn geweest wanneer het mij lukte om de boodschappen via een sponsor binnen te krijgen. Ik benaderde een sponsor die vaak geld wilden geven voor de armsten onder ons. Ik moet vandaag, 5 maanden nadat ik de mail schreef nog antwoord krijgen.
 
Voetballen, of in ieder geval trainen voor de kinderen, je zou denken dat dit toch niet zo moeilijk zou moeten zijn, per slot van rekening zijn het organisaties die gesubsidieerd worden door de gemeente. Na 5 maanden is het ze gelukt geen enkel kind uit het asielzoekerscentrum op te nemen.
 
Werk zoeken voor de welwillende mensen was geen gemakkelijke opgave. De meeste verzoeken die ik hen schreef moeten vandaag de dag nog antwoord geven. Wanneer twee maanden voorafgaand aan het vertrek, een bedrijf zich meldt, vinden andere organisaties het weer te veel werk om de papieren rompslomp daarvoor in orde te maken.

“Ze blijven nog maar even hè?”  Voor de vluchtelingen in de opvang is elke dag er een. Dan denk ik: ´Waar is de menselijkheid gebleven?’

Beeld: D66 Son en Breugel