[Dit is het “dictum” van de motie, waarin concreet wordt gemaakt wat het college precies moet gaan doen.]
1. Samen met de stichting het plan DRU toekomstbestendig verder uit te werken en beter te onderbouwen, en de huidige overeenkomsten en afspraken te herzien en daarbij duidelijke prestatieafspraken te maken;
[Het plan van de DRU om de omzet omhoog te brengen en kosten te verminderen vinden wij een goede basis, maar het moet verder uitgewerkt, en vooral beter onderbouwd worden.]
2. Op basis daarvan de huidige lumpsum subsidie te vervangen door een exploitatiebijdrage, gespecificeerd naar de verschillende doelen die de stichting dient, in lijn met de huidige subsidie van € 1.078.824;
[Op dit moment krijgt de DRU jaarlijks één bedrag. Wij willen dat dat bedrag uitgesplitst wordt in verschillende componenten, bijvoorbeeld a) onderhoud van het monumentale erfgoed, b) theaterzaal, c) popzaal, d) filmhuis, etc.]
3. Daarbij de geldstromen op het industriepark inzichtelijk te maken tussen maatschappelijke organisaties, de stichting, de gemeente en overige partners;
[Op dit moment zijn de geldstromen tussen de verschillende onderdelen van de DRU, de gemeente, en partners ondoorzichtig. Wij willen graag weten wat elk onderdeel aan opbrengsten en kosten met zich meebrengt.]
4. Daarbij commerciële en culturele/maatschappelijke activiteiten van elkaar te scheiden, dusdanig dat alleen de culturele/maatschappelijke activiteiten voor een exploitatiebijdrage in aanmerking komen;
[Gemeentelijke subsidie is alleen bedoeld voor culturele en maatschappelijke activiteiten. Deze moeten strikt gescheiden blijven van commerciële activiteiten, zoals het organiseren van bedrijfsfeesten of de horeca. Dit is ook belangrijk om te voorkomen dat de subsidie aan de DRU als ongeoorloofde staatssteun gezien kan worden.]
5. Huren voor onderhuurders worden marktconform; Subsidie die nu nog wordt aangewend om onderhuurders een minder dan marktconforme huur te rekenen wordt vervangen door een exploitatiebijdrage of subsidie rechtstreeks aan die onderhuurders;
[De DRU gebruikt op dit moment om bijvoorbeeld de bibliotheek een niet-kostendekkende huur te kunnen rekenen. Wij willen dat in de toekomst een reële huur wordt gerekend, en dat de subsidie voor die huur rechtstreeks naar de bibliotheek gaat.]
6. De exploitatiebijdrage voor zowel de stichting als voor de onderhuurders jaarlijks te indexeren op basis van het CPI of een andere realistisch toepasbare objectieve indexering;
[De kosten (huur, nutsvoorzieningen) waarvoor deze subsidies bedoeld zijn stijgen mee met de inflatie, wij vinden het daarom logisch dat de subsidie meestijgt.]
7. De exploitatiebijdrage toe te kennen voor de periode 2026-2028, zodat de stichting daarmee gebruik kan maken van (rijks)subsidiëringsprogramma’s en andere vormen van cofinanciering;
[Door de subsidie voor meerdere jaren toe te kennen wordt het voor de DRU makkelijker om ook van andere regelingen gebruik te maken. Dat betekent natuurlijk niet dat de gemeente verplicht blijft de subsidie uit te keren als de DRU zich niet aan de gemaakte afspraken houdt.]
8. Bij het toekennen van de exploitatiebijdrage voor deze periode wordt de stichting opgedragen haar hoofddoelstelling te richten op het realiseren van een gezonde, duurzame en zelfstandige bedrijfsvoering. Dit dient plaats te vinden binnen de bestaande voorzieningen en binnen de vastgestelde financiële kaders;
[het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat de subsidie vanuit de gemeente gebruikt gaat worden om nieuwe activiteiten mee te ontplooien. De subsidie is bedoeld om orde op zaken te stellen.]
9. Verdere toekenning na deze periode wordt uitsluitend overwogen indien de stichting een zelfstandige en duurzame exploitatie realiseert, gebaseerd op structurele financiële onafhankelijkheid en een beheersbare, verantwoorde bedrijfsvoering binnen de eerdergenoemde kaders;
[De DRU zal moeten laten zien dat ze een gezonde bedrijfsvoering kunnen voeren willen ze na 2028 ook nog voor subsidie in aanmerking komen.]
10. Te onderzoeken welk bedrag aan incidentele middelen de stichting nodig heeft om haar bedrijfsvoering voort te zetten, zodat de gemeente kan ondersteunen in de vorm van een lening of garantstelling. Als voorwaarde hiervoor geeft de stichting of vastgoed b.v. het Ouhrlokaal in onderpand aan de gemeente;
[Naast de jaarlijkse subsidie is het waarschijnlijk dat de DRU een eenmalige injectie nodig heeft. Hoeveel dat moet zijn moet uitgezocht worden. Zo’n injectie zal geen gift zijn, maar in de vorm van een lening of garantstelling gegoten worden. In de toelichting is aangegeven dat over de lening rente betaald moet worden, en dat die binnen 20 jaar afgelost moet worden.]
11. De door de stichting verschuldigde huur tot en met december 2025 niet te innen en een vordering voor de huur van 2024 en 2025 te laten staan;
[De stichting hoeft tot het eind van dit jaar de huur niet te betalen, maar het openstaande bedrag wordt niet kwijtgescholden. In de toelichting staat dat over het openstaande bedrag rente berekend wordt, en dat het binnen 10 jaar betaald moet worden.]
12. In januari 2026 te starten met het maandelijks innen van de huur;
[Door de huur maandelijks te innen, in plaats van één keer per jaar, houden we grip op de huurbetalingen.]
13. De hierboven genoemde punten uit te werken in een raadsvoorstel en voor te leggen aan de gemeenteraad voor de begrotingsbehandeling in november;
[Het college zal samen met de DRU tot een uitwerking van dit plan moeten komen, zodat de raad hierover een definitieve beslissing kan nemen.]
14. De in punt 3 van het collegevoorstel over de DRU van 10 juni 2025 beschreven voorwaarden voor het bieden van financiële ondersteuning onderdeel te maken van dit raadsvoorstel;
[Hier wordt verwezen naar het collegevoorstel dat in de commissievergadering onhaalbaar bleek. Punt 3 van dit voorstel beschrijft aan welke verplichtingen de DRU moet voldoen rondom het regelmatig en tijdig overleggen van (financiële) informatie aan de gemeente.]
15. Dit raadsvoorstel te toetsen op juridische houdbaarheid, met bijzondere aandacht voor de regels rondom staatssteun;
16. Verschillende scenario’s voor de toekomst van de SSP-hal te onderzoeken, te weten
a. De huidige constructie waarbij de gemeente verhuurder is;
b. Een erfpacht- of opstalrechtconstructie, waarbij juridisch geborgd is dat bij faillissement van de stichting of onderliggende entiteiten de eigendom van het gebouw weer aan de gemeente toevalt;
c. Verkoop aan een andere partij;
d. Eventuele andere reële mogelijkheden die het college ziet;
[In de SSP hal zal de komende jaren geïnvesteerd moeten worden, onder andere in achterstallig onderhoud. De vraag is of het wel handig is dat de gemeente het pand in eigendom heeft, en dus voor het onderhoud zou moeten betalen.]
17. Deze scenario’s uiterlijk in November 2026 in een memo aan de raad aan te bieden;
18. In de tussentijd een plan te ontwikkelen om de bedrijfsvoering van de DRU in afgeslankte vorm voort te zetten, als voorbereiding op het scenario waarin de stichting niet voldoet aan de gestelde voorwaarden, en hierover uiterlijk in November 2026 over aan de raad te rapporteren;
[Als op basis van de eerdere punten in deze motie onverhoopt geen reëel plan gemaakt kan worden om de DRU overeind te houden, of als de DRU de afspraken niet nakomt, dan moet gekeken worden hoe de DRU gesaneerd kan worden. Door daar nu al plannen voor te ontwikkelen hebben we eerder een “plan B” achter de hand.]
19. Eén keer per jaar een werkbijeenkomst te organiseren over de actuele financiële situatie, prestatieafspraken en bedrijfsvoering, zodat de raad op tijd kaders kan bijstellen wanneer nodig.
[De gemeenteraad wil graag betrokken blijven en als het nodig is ingrijpen, bijvoorbeeld door voor bepaalde activiteiten de subsidie aan te passen of te schrappen.]
20. Een werkbijeenkomst zoals hierboven beschreven ook te organiseren bij ontwikkelingen waarbij de portefeuillehouder dit wenselijk acht, maar in ieder geval:
a. Bij niet nakomen van de gemaakte afspraken over door de stichting aan de gemeente te leveren rapportages, of overschrijding van de voor deze rapportages gestelde termijn met meer dan één maand;
b. Bij een huurachterstand aan de gemeente van meer dan één maand;
[Als we in een situatie zouden komen waarin de DRU zich niet aan gemaakte afspraken houdt, wil de gemeenteraad dat meteen weten, zodat er sneller ingegrepen kan worden.]