Motie DRU Vooruit

In de raadsvergadering van 3 juli 2025 is een motie van D66, Lokaal Belang, PvdA en CDA aangenomen die als doel heeft de DRU toekomstbestendig te maken. Hierover is veel in de media te doen geweest, maar wat staat er nou precies in die motie?

De motie

Hieronder is de volledige tekst van de motie te vinden, waaraan in [cursief] een uitleg is toegevoegd.

Onderwerp: DRU vooruit!
Motie op grond van art. 36 Reglement van Orde
Indiener(s): Camiel Vanderhoeven (D66), Stephen Gijsbers (Lokaal Belang), Willie Oort (PvdA), Jeanette Elstak (CDA)
De gemeenteraad van Oude IJsselstreek, in vergadering bijeen op 3 juli 2025,

Inleiding

De afgelopen jaren is er bij de Stichting DRU Industriepark (hierna: de Stichting) een financieel onwenselijke en zeer zorgelijke situatie ontstaan. Tijdens de gecombineerde commissievergadering heeft de commissie uitgesproken dat de reparatie met een totaalbedrag van € 1.741.253 niet op voldoende steun van de raad kan rekenen. Op basis daarvan is de volgende motie opgesteld:

[Het college heeft get voorstel gedaan om de DRU een eenmalige subsidie van ruim 1,7 miljoen euro te geven. Hoewel D66 bereid was dit onder strenge voorwaarden werd tijdens de commissievergadering duidelijk dat dit voorstel niet op een meerderheid van de gemeenteraad kon rekenen.]

Constaterend dat

[Onder de constateringen wordt een aantal objectieve feiten benoemd waarvan de gemeenteraad kennis heeft genomen.]

1. Rapport Mul constateert dat de financiële positie van de Stichting in 2024 snel verslechterd is door sterk oplopende kosten en het verlies van de stichting explosief is gestegen.

2. De stichting zonder nieuwe afspraken onvoldoende middelen heeft tot het oplossen van de huurachterstand en de resterende uitvoering van het herstelplan.

3. Plan DRU toekomstbestendig het doel heeft om financiële instabiliteit te overbruggen en een solide basis te leggen voor een duurzame toekomst; financieel en op inhoud.

4. Nieuwe samenwerkingsafspraken kunnen bijdragen als argument voor externe financieringen.

5. De gemeente eigenaar is van de SSP-hal en daarmee verantwoordelijk voor het onderhoud.

Overwegende dat

[Onder de overwegingen noemt de motie een aantal meningen op die de gemeenteraad vindt.]

1. Het plan ‘DRU toekomstbestendig’ onvoldoende overtuiging geeft over de optimistische groeiverwachtingen en een concrete onderbouwing op meerdere plekken ontbreekt.

2. Het DRU Industriepark een waardevolle plek is vanwege de bijzondere locatie en de enorme diversiteit aan mensen, activiteiten en diensten die daar samenkomen.

3. Het borgen van de continuïteit van het brede dienstenaanbod dat daar plaatsvindt van groot belang is.

4. Toekomstige zekerheid voor gebruikers, personeel, vrijwilligers, leveranciers en partners belangrijk is voor de continuïteit.

5. De stichting zelf verantwoordelijkheid moet dragen voor een financieel positief bedrijfsvoeringsmodel binnen de toegekende financiële mogelijkheden.

Verzoekt het college

[Dit is het “dictum” van de motie, waarin concreet wordt gemaakt wat het college precies moet gaan doen.]

1. Samen met de stichting het plan DRU toekomstbestendig verder uit te werken en beter te onderbouwen, en de huidige overeenkomsten en afspraken te herzien en daarbij duidelijke prestatieafspraken te maken;
[Het plan van de DRU om de omzet omhoog te brengen en kosten te verminderen vinden wij een goede basis, maar het moet verder uitgewerkt, en vooral beter onderbouwd worden.]

2. Op basis daarvan de huidige lumpsum subsidie te vervangen door een exploitatiebijdrage, gespecificeerd naar de verschillende doelen die de stichting dient, in lijn met de huidige subsidie van € 1.078.824;
[Op dit moment krijgt de DRU jaarlijks één bedrag. Wij willen dat dat bedrag uitgesplitst wordt in verschillende componenten, bijvoorbeeld a) onderhoud van het monumentale erfgoed, b) theaterzaal, c) popzaal, d) filmhuis, etc.]

3. Daarbij de geldstromen op het industriepark inzichtelijk te maken tussen maatschappelijke organisaties, de stichting, de gemeente en overige partners;
[Op dit moment zijn de geldstromen tussen de verschillende onderdelen van de DRU, de gemeente, en partners ondoorzichtig. Wij willen graag weten wat elk onderdeel aan opbrengsten en kosten met zich meebrengt.]

4. Daarbij commerciële en culturele/maatschappelijke activiteiten van elkaar te scheiden, dusdanig dat alleen de culturele/maatschappelijke activiteiten voor een exploitatiebijdrage in aanmerking komen;
[Gemeentelijke subsidie is alleen bedoeld voor culturele en maatschappelijke activiteiten. Deze moeten strikt gescheiden blijven van commerciële activiteiten, zoals het organiseren van bedrijfsfeesten of de horeca. Dit is ook belangrijk om te voorkomen dat de subsidie aan de DRU als ongeoorloofde staatssteun gezien kan worden.]

5. Huren voor onderhuurders worden marktconform; Subsidie die nu nog wordt aangewend om onderhuurders een minder dan marktconforme huur te rekenen wordt vervangen door een exploitatiebijdrage of subsidie rechtstreeks aan die onderhuurders;
[De DRU gebruikt op dit moment om bijvoorbeeld de bibliotheek een niet-kostendekkende huur te kunnen rekenen. Wij willen dat in de toekomst een reële huur wordt gerekend, en dat de subsidie voor die huur rechtstreeks naar de bibliotheek gaat.]

6. De exploitatiebijdrage voor zowel de stichting als voor de onderhuurders jaarlijks te indexeren op basis van het CPI of een andere realistisch toepasbare objectieve indexering;
[De kosten (huur, nutsvoorzieningen) waarvoor deze subsidies bedoeld zijn stijgen mee met de inflatie, wij vinden het daarom logisch dat de subsidie meestijgt.]

7. De exploitatiebijdrage toe te kennen voor de periode 2026-2028, zodat de stichting daarmee gebruik kan maken van (rijks)subsidiëringsprogramma’s en andere vormen van cofinanciering;
[Door de subsidie voor meerdere jaren toe te kennen wordt het voor de DRU makkelijker om ook van andere regelingen gebruik te maken. Dat betekent natuurlijk niet dat de gemeente verplicht blijft de subsidie uit te keren als de DRU zich niet aan de gemaakte afspraken houdt.]

8. Bij het toekennen van de exploitatiebijdrage voor deze periode wordt de stichting opgedragen haar hoofddoelstelling te richten op het realiseren van een gezonde, duurzame en zelfstandige bedrijfsvoering. Dit dient plaats te vinden binnen de bestaande voorzieningen en binnen de vastgestelde financiële kaders;
[het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat de subsidie vanuit de gemeente gebruikt gaat worden om nieuwe activiteiten mee te ontplooien. De subsidie is bedoeld om orde op zaken te stellen.]

9. Verdere toekenning na deze periode wordt uitsluitend overwogen indien de stichting een zelfstandige en duurzame exploitatie realiseert, gebaseerd op structurele financiële onafhankelijkheid en een beheersbare, verantwoorde bedrijfsvoering binnen de eerdergenoemde kaders;
[De DRU zal moeten laten zien dat ze een gezonde bedrijfsvoering kunnen voeren willen ze na 2028 ook nog voor subsidie in aanmerking komen.]

10. Te onderzoeken welk bedrag aan incidentele middelen de stichting nodig heeft om haar bedrijfsvoering voort te zetten, zodat de gemeente kan ondersteunen in de vorm van een lening of garantstelling. Als voorwaarde hiervoor geeft de stichting of vastgoed b.v. het Ouhrlokaal in onderpand aan de gemeente;
[Naast de jaarlijkse subsidie is het waarschijnlijk dat de DRU een eenmalige injectie nodig heeft. Hoeveel dat moet zijn moet uitgezocht worden. Zo’n injectie zal geen gift zijn, maar in de vorm van een lening of garantstelling gegoten worden. In de toelichting is aangegeven dat over de lening rente betaald moet worden, en dat die binnen 20 jaar afgelost moet worden.]

11. De door de stichting verschuldigde huur tot en met december 2025 niet te innen en een vordering voor de huur van 2024 en 2025 te laten staan;
[De stichting hoeft tot het eind van dit jaar de huur niet te betalen, maar het openstaande bedrag wordt niet kwijtgescholden. In de toelichting staat dat over het openstaande bedrag rente berekend wordt, en dat het binnen 10 jaar betaald moet worden.]

12. In januari 2026 te starten met het maandelijks innen van de huur;
[Door de huur maandelijks te innen, in plaats van één keer per jaar, houden we grip op de huurbetalingen.]

13. De hierboven genoemde punten uit te werken in een raadsvoorstel en voor te leggen aan de gemeenteraad voor de begrotingsbehandeling in november;
[Het college zal samen met de DRU tot een uitwerking van dit plan moeten komen, zodat de raad hierover een definitieve beslissing kan nemen.]

14. De in punt 3 van het collegevoorstel over de DRU van 10 juni 2025 beschreven voorwaarden voor het bieden van financiële ondersteuning onderdeel te maken van dit raadsvoorstel;
[Hier wordt verwezen naar het collegevoorstel dat in de commissievergadering onhaalbaar bleek. Punt 3 van dit voorstel beschrijft aan welke verplichtingen de DRU moet voldoen rondom het regelmatig en tijdig overleggen van (financiële) informatie aan de gemeente.]

15. Dit raadsvoorstel te toetsen op juridische houdbaarheid, met bijzondere aandacht voor de regels rondom staatssteun;

16. Verschillende scenario’s voor de toekomst van de SSP-hal te onderzoeken, te weten
a. De huidige constructie waarbij de gemeente verhuurder is;
b. Een erfpacht- of opstalrechtconstructie, waarbij juridisch geborgd is dat bij faillissement van de stichting of onderliggende entiteiten de eigendom van het gebouw weer aan de gemeente toevalt;
c. Verkoop aan een andere partij;
d. Eventuele andere reële mogelijkheden die het college ziet;
[In de SSP hal zal de komende jaren geïnvesteerd moeten worden, onder andere in achterstallig onderhoud. De vraag is of het wel handig is dat de gemeente het pand in eigendom heeft, en dus voor het onderhoud zou moeten betalen.]

17. Deze scenario’s uiterlijk in November 2026 in een memo aan de raad aan te bieden;

18. In de tussentijd een plan te ontwikkelen om de bedrijfsvoering van de DRU in afgeslankte vorm voort te zetten, als voorbereiding op het scenario waarin de stichting niet voldoet aan de gestelde voorwaarden, en hierover uiterlijk in November 2026 over aan de raad te rapporteren;
[Als op basis van de eerdere punten in deze motie onverhoopt geen reëel plan gemaakt kan worden om de DRU overeind te houden, of als de DRU de afspraken niet nakomt, dan moet gekeken worden hoe de DRU gesaneerd kan worden. Door daar nu al plannen voor te ontwikkelen hebben we eerder een “plan B” achter de hand.]

19. Eén keer per jaar een werkbijeenkomst te organiseren over de actuele financiële situatie, prestatieafspraken en bedrijfsvoering, zodat de raad op tijd kaders kan bijstellen wanneer nodig.
[De gemeenteraad wil graag betrokken blijven en als het nodig is ingrijpen, bijvoorbeeld door voor bepaalde activiteiten de subsidie aan te passen of te schrappen.]

20. Een werkbijeenkomst zoals hierboven beschreven ook te organiseren bij ontwikkelingen waarbij de portefeuillehouder dit wenselijk acht, maar in ieder geval:
a. Bij niet nakomen van de gemaakte afspraken over door de stichting aan de gemeente te leveren rapportages, of overschrijding van de voor deze rapportages gestelde termijn met meer dan één maand;
b. Bij een huurachterstand aan de gemeente van meer dan één maand;
[Als we in een situatie zouden komen waarin de DRU zich niet aan gemaakte afspraken houdt, wil de gemeenteraad dat meteen weten, zodat er sneller ingegrepen kan worden.]

Puntsgewijze toelichting op het dictum

[Een aantal details hebben we uit het dictum “Verzoekt het college…” van de motie gehaald om de leesbaarheid te verhogen.]

1. Een onderdeel daarvan is het SMART maken van de doelstellingen, ontwikkelplannen en maatregelen bij achterblijvende prestaties. Duidelijk meetbare doelstellingen in de vorm van financiële kencijfers zoals solvabiliteit, liquiditeit en weerstandsvermogen moeten worden opgenomen die passen bij een gezonde bedrijfsvoering. Besparingen moeten beter onderbouwd worden. In de prestatieafspraken moet in ieder geval in opgenomen zijn dat de stichting op voldoende detailniveau rapporteert over de besteding van de subsidie, zodat de gemeenteraad handvatten heeft om te sturen. Als voorbeeld moet bijvoorbeeld duidelijk zijn welk deel van de kosten en inkomsten toe te rekenen is aan bijvoorbeeld het poppodium of het theater.

2. Voorbeelden hiervan zijn de maatschappelijke prestatieafspraken, culturele prestatieafspraken en gebouwexploitatie; denkbaar is dat voor sommige doelen een deel van de huidige subsidie niet in de nieuwe exploitatiebijdrage terechtkomt, maar als bijvoorbeeld een subsidie maatschappelijke effecten of een cultuursubsidie, met eigen subsidievoorwaarden.

4. Hierbij moet ook zorgvuldig gekeken worden wat precies in de stichting wordt ondergebracht, en wat in de bv’s.

8. De exploitatiebijdrage is bedoeld om de basis dienstverlening te verrichten en niet om te investeren in andere zaken (SSP-hal, niet noodzakelijke vervanging van apparatuur, etc.). Totdat er een weerstandsratio van tenminste 1.0 bereikt is wordt een eventueel batig exploitatie resultaat benut om een reserve op te bouwen om fluctuaties in de jaarcyclus zelf op te kunnen vangen met eigen middelen.

10.  Als de incidentele middelen in de vorm van een lening verstrekt worden gaan we uit van het volgende:
a. De lening heeft een looptijd van 20 jaar, waarvan de 1e 4 jaar rentevrij;
b. De rente na de aflossingsvrije periode is gebaseerd op de rente die de BNG zou rekenen;
c. De lening is aflossingsvrij totdat het geheel van de stichting en de bv’s waarvan de stichting eigenaar is een positief exploitatieresultaat heeft.

11.  Op de huurvordering zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
a. De vordering wordt binnen uiterlijk 10 jaar terug betaald;
b. Vanaf 1 januari 2028 wordt invorderingsrente gerekend, gebaseerd op de rente die de BNG zou rekenen;
c. Met terug betaling wordt begonnen zodra het geheel van de stichting en de bv’s waarvan de stichting eigenaar is een positief exploitatieresultaat heeft.

16. Bij dit onderzoek voor de verschillende scenario’s moet in ieder geval per scenario in kaart gebracht worden:
a. Wat het effect is voor de bedrijfsvoering van de DRU;
b. Wat het effect is voor de gemeentelijke financiën;
c. Wat de maatschappelijke effecten zijn;
d. Wat de juridische houdbaarheid is.