Mobiliteit en bereikbaarheid

Beeld: Pieter Lanser

Infrastructuur en openbaar vervoer essentieel voor wonen, werken en recreëren

D66 vindt dat de provincie een toegevoegde waarde heeft doordat ze het overzicht heeft op de regionale verkeers- en vervoerssituatie. D66 kiest voor:

• snelle, veilige fietsverbindingen met weinig verkeerslichten;
• frequent openbaar vervoer op drukke trajecten;
• openbaar vervoer op maat in het landelijk gebied;
• schone bussen, waarbij we de brandstofkeuze aan de vervoerder laten;
• bundelen van goederenvervoer voor de stad op overslagplaatsen;
• meer vervoer over water, spoor en in buisleidingen.

D66 wil dit verbeteren door betere afstemming van vliegverkeer, treinen, bussen binnen steden en kernen en tussen steden en kernen en voorzieningen om de fiets te parkeren. Met het oog op volksgezondheid en veilig verkeer wil D66 op provinciale wegen in principe de maximum snelheid van 80 km/uur handhaven.

D66 wil een weloverwogen aanpak van de infrastructurele problemen in Brabant, zoals rondom Eindhoven. We kiezen daarbij voor de oplossingen die het gezondst zijn voor mensen en natuur. Dus 80 km/uur op de N279 Den Bosch – Veghel, de West-Middenvariant van de N69 en geen Wilhelminavariant (oost-westverbinding) bij de ruit om Eindhoven. Via D66 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen om de verschillende onderdelen van de ruit afzonderlijk te onderzoeken. En mede dankzij D66 heeft diezelfde Tweede Kamer besloten dat er geld komt voor de aanpak van de A67 en A58 in plaats van aanleg van de Ruit.

Uitbreiding van Eindhoven Airport is wat D66 betreft mogelijk, mits het substantiële economische voordelen oplevert voor Brabant en de nadelen worden beperkt of gecompenseerd. Nadelen voor omwonenden en de regio zijn de verslechtering van de leefbaarheid en oplopende gezondheidsrisico´s. Ook de belasting van het wegennet en de parkeerproblematiek in de omgeving van het vliegveld zijn aanzienlijk. D66 wil in het vervolgtraject nadrukkelijker de samenhang tussen de belangen van de inwoners, het milieu en de economie voor heel Brabant in deze discussie betrekken.

De provincie moet haar fietsbeleid met de tijd mee laten gaan door:
De fiets als volwaardig alternatief te beschouwen voor de auto;
Een stimulerende rol in te nemen bij het beter digitaal ontsluiten van fietsroutes in GPS-systemen;
Snelfietsroutes met breed asfalt en minder verkeerslichten te ontwikkelen;
Verbeterd onderhoud van de regionale fietsverbindingen met bijzondere aandacht voor overbodige paaltjes.

D66 kiest nadrukkelijk voor het beter inzetten van de trein als alternatief voor het autogebruik. De treinverbindingen vanuit Brabant missen een aantal aansluitingen.

D66 pleit bij de rijksoverheid daarom onder andere voor:
De aanleg van een spoorlijn tussen Breda en Utrecht;
Het doortrekken van de snelle verbinding Rotterdam-Breda- Antwerpen met een snelle verbindingen naar Eindhoven;
Een goede verbinding van Eindhoven met Nijmegen (verdubbeling spoorbrug), Duitsland en België (via Breda);
Behoud van het Nachtnet in Brabant en waar mogelijk uitbreiding.

D66 wil de veiligheid van provinciale wegen verbeteren. Voor kwetsbare groepen zoals motorrijders is weinig expliciete aandacht. Deze groepen vragen soms om specifieke voorzieningen zoals gesloten vangrails en belijning van wegen die niet in de ideale rijlijn op de baan ligt.

Voor verbetering van het wegvervoer wil D66 dat de provincie inzet op het versneld uitvoeren van Beter Benutten, projecten zoals InnovA58, smart mobility-projecten en andere projecten ter bevordering van de coöperatieve mobiliteit.