Adviesrecht omgevingswet

Eén van de verbeterdoelen van de omgevingswet is dat de gemeente sneller zal gaan beslissen op aanvragen van een omgevingsvergunning.
Een nobel streven en goed voor aanvragen die voldoen aan het omgevingsplan. Ook aanvragen die niet voldoen aan het omgevingsplan dienen binnen een korte termijn beoordeeld te worden door de gemeente. Om zaken te kunnen versnellen en om druk bij de Raad weg te halen is in de nieuwe wet geregeld dat alle beslissingen bij het college liggen tenzij De Raad aangeeft een bindend adviesrecht te wensen op specifieke onderdelen.

Waar wil de raad over gaan?

In de commissie ruimte van december ging het over het aanwijzen van deze gevallen. Wáár wil de Raad zelf over beslissen?
Het college had een op het eerste gezicht logische lijst voorgesteld, gelet op de mogelijke impact op de fysieke leefomgeving, maar ze deed dit zonder onderbouwing.

Vragen

D66 gaf aan een duidelijk overzicht te missen van de positie van de raad in de huidige en nieuwe situatie. Ook lazen wij, net als vele andere partijen in de Raad, iets anders in de stukken dan dat de wethouder ons herhaaldelijk wilde doen geloven en naar het idee van D66 en o.a. L3B ontbraken er nog te veel zaken om het voorgestelde in behandeling te nemen.

  • Het eerst voorgestelde door het college; het bouwen van 40 woningen. De Raad zou dan niet meer beslissend kunnen oordelen over aanvragen van 39 en minder wooneenheden. Terugkijkende naar de achterliggende periode denkt D66 aan projecten waar dit prima praktijk zou kunnen zijn, maar er waren ook projecten waarbij de invloed op de omgeving van zelfs een enkele bebouwing groot was en waarbij de Raad sterke meningen had na interactie met de omgeving. Zoals in de Groenzoom.D66 ervaart het voorstelde aantal van 40 als arbitrair. En hoe benader je een strook waarop 40 woningen passen naast de andere strook waar er 40 op passen. Spreek je dan over 2 afzonderlijke projecten van 40 of zijn het er 80? Het college deed de vraag niet beantwoorden.D66 miste daarnaast een onderscheid in aantallen woningen binnen en buiten de bebouwde kom. De VNG noemt in een illustratie 20 woningen voor de bebouwde en 5 voor buiten de bebouwde kom. Waarom stelt het college er dan 40 voor zonder onderscheid hierin te maken? Ook hier ontbrak een duidelijke beargumentatie vanuit het college.D66 gaf aan een amendement te overwegen tot wijziging van het voorgestelde aantal woningen.
  • Missend voor D66 zijn de scenario’s waarbij er in of nabij natuur- en recreatiegebieden bebouwing wordt beoogd. De VNG doet dit middels een illustratie voorstellen. De VNG heeft daarnaast nog diverse andere punten opgesteld die niet zijn overgenomen. De vraag waarom het voorbeeld van de VNG niet is gevolgd bleef onbeantwoord. Door het college werd herhaaldelijk betoogd dat de Raad nog steeds over bouwen in en nabij natuur & recreatie zou beslissen. De commissie Ruimte ervoer uiteindelijk te veel onduidelijkheid.
  • Missend voor D66 is ook de participatie; dat is een aparte en belangrijke pijler onder de Omgevingswet. Het burgerparticipatiebeleid is in Lansingerland echter nog niet gereed. Tegelijk is het relevant en bepalend voor de te maken keuze voor waar wij als raad wel en niet middels een bindend advies over willen gaan.D66 vroeg zich af waarom er niet gekozen is te wachten tot het voorstel voor de participatie wordt besproken? Voor buitenplanse activiteiten wil D66 verplicht eisen stellen aan de participatie! Verplichte participatie verwoven met het aanwijzen van bindend adviesrecht.
  • D66 gaf aan snel wisselend beleid te voorzien middels hetgeen dat werd voorgesteld door het college. D66 gaf aan op zoek te zijn naar consistent beleid door eventueel later meer ruimte te geven aan het college op basis van snelle frequente evaluaties.
  • Daarom is het wenselijk de lijst 1 jaar na inwerkingtreding tegen het licht te houden en niet pas na 2 jaar. D66 gaf aan daarvoor een motie te overwegen.

Wordt vervolgd

Samen met Leefbaar 3B concludeerde D66 dat het beslissen over het aanwijzen van gevallen bindend adviesrecht pas mogelijk is als het participatiebeleid gereed is. Mede gezien de overige discussiepunten heeft de commissie in voltalligheid besloten het voorstelde stuk nog niet in behandeling te nemen. Het college werkt op korte termijn aan een hernieuwd beeldvormingstraject door met de Raad. Het doel is om per 1 juli 2022, ingangsdatum omgevingswet, een geaccordeerd voorstel te hebben.