Klimaatminister Jetten ontvangt Groningse klimaatagenda

Beeld: Isa Peters

Minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten heeft gisteren van D66-lijsttrekker Tom Rustebiel het lokale klimaatplan ontvangen.

‘Als we ergens de noodzaak van de energietransitie voelen, dan is het in Groningen’, stelt Rustebiel. ‘Wij zijn de eerste generatie die klimaatverandering voelt en de laatste die er wat aan kan doen.’ Het lokale klimaatplan staat vol met concrete acties, van duurzamer vervoer en meer treinstations tot meer focus op duurzaamheid bij woningbouwafspraken.

De klimaatagenda gaat over minder CO2 uitstoten met beter geïsoleerde huizen en duurzaam vervoer. Maar focust ook op groene klimaatadaptatie. Rustebiel: “Maar bovenal: we doen het samen met inwoners én bedrijfsleven. Dan gaat het om het borgen van lokaal eigendom, een generatietoets en een klimaatberaad. Met meer draagvlak gaat het ook gewoon sneller. En we hebben geen tijd te verliezen.”

D66 vindt dat de gemeente momenteel teveel naar zich toetrekt. “Er moet plek blijven voor enthousiaste coöperaties, buurtinitiatieven maar ook bedrijven die schone energie kunnen leveren op het gemeentelijke net. Het publieke monopolie dreigt te groot te worden. Daar zitten risico’s in voor afnemers van energie en de gemeentefinanciën.”

De afgelopen jaren voorkwam D66 onder meer een biomassacentrale op Zernike, pleitte succesvol voor zon op bedrijfsdaken en werkte met andere partijen aan initiatieven voor duurzaam en natuurinclusief bouwen. 

Jetten en Rustebiel spraken voor een volle zaal met meer dan honderd jonge mensen de samenhang tussen lokaal en nationaal klimaatbeleid door. “Het is ontzettend fijn en belangrijk dat de minister een bezoek aan Groningen heeft gebracht. Je merkt dat er veel vragen zijn, over Oekraïne maar ook over wat we lokaal kunnen doen. We zijn blij met de samenwerking en vooral dat er nu een aparte minister is voor klimaat.”