OV-concessie Arnhem-Nijmegen en Veluwe Zuid onder druk

Afgelopen woensdag stond de OV-concessie Arnhem – Nijmegen en Veluwe Zuid op de agenda van de Provinciale Staten. Er werd voorgesteld de OV-concessie 3,5 jaar uit te stellen. D66 Statenlid Rita Braam noemde het duurste tijd uitgestelde concessie ooit, maar noemde deze tijd die gekocht werd wel noodzakelijk.

De OV-vraag verandert sterk en er moet actief gezocht worden naar een nieuw evenwicht tussen aanbod en vraag. Het voorzieningenniveau moet beter aansluiten. Voor D66 staat centraal het anticiperen op drie ontwikkelingen van betaalbaarheid, een houdbaar financieel model en daarbij passende investeringskeuzes.
Betaalbaarheid als eerste. Europese olie- en gasboycot zorgt voor hoge prijzen, vooral op diesel. In 2025 moet al het OV elektrisch zijn en we hebben zelf veel invloed op onze elektriciteitsprijzen door eigen groene opwek in Nederland en de EU. Dus OV aangedreven door groene energie biedt de beste vooruitzichten op betaalbare kaartjes die concurreren met de prijs van autorijden op fossiele brandstoffen en voldoende kaartopbrengsten voor de provincie. Verduurzaming van het openbaar vervoer blijft dus een belangrijke ontwikkeling.

De houdbaarheid van het systeem als tweede. De houdbaarheid wordt vooral bepaald door de doelgroepen, sluiten vraag en aanbod van de belangrijkste doelgroepen op elkaar aan? Wat hebben we geleerd van corona? De onderwijsinstellingen, ziekenhuizen, grote zorginstellingen, geconcentreerde horeca en uitgaansvoorzieningen moeten goed bereikbaar blijven voor bezoekers, maar vooral ook voor personeel van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat en gedurende de nacht.  Deze sectoren hebben als gezamenlijk kenmerk dat ze geconcentreerd zijn op specifieke locaties.

Daar liggen substantiële kansen voor meer OV-gebruik, juist wanneer de dienstverlening beter aansluit. Veel meer dan de kantoormedewerkers die door vaker thuiswerken niet meer 4 of 5 dagen meer reizen. Voor de provincie vergt dit gesprekken met werkgevers, zorg- en onderwijsbesturen en horeca/uitgaanslocaties om te komen tot nieuwe inzichten of tot activiteiten in de steden om inwoners te betrekken.

Houdbaarheid wordt mede bepaald door de piekbelasting. De spitsuren van de kantoren komen wellicht nooit meer terug en de investering in materieel voor de hoogste pieken zijn daarom waarschijnlijk verleden tijd. Het heeft geen zin te blijven wachten totdat de percentages weer stijgen tot oude niveaus en materieel op deze pieken te blijven inrichten.  Belangrijker is de mogelijke nieuwe doelgroepen van reizigers die met zekerheid op hun werk- en bezoeklocatie moeten zijn, te gaan helpen om betaalbaar en betrouwbaar hun school, zorg, horeca, winkel of andere locatie met betaalbaar en passend OV op voor hen passende tijden.

Hieruit kunnen andere pieken voortkomen dan voorheen, andere werkgeversafspraken en andere rolverdeling tussen maatschappelijke partners en dus een nieuw financieel model. In provincie Utrecht zijn al stappen gezet naar een nieuw financieel model, de concessieverlener wordt samen met de vervoerders verantwoordelijk voor de opbrengsten.

Kortom D66 is van mening dat er huiswerk te doen is. Het uitstel van 3,5 jaar is wat D66 betreft ook het maximale scenario. Daarna moet er een nieuw financieel model staan met een nieuw voorzieningenniveau dat in onze ogen beter aansluit.