De zwembadklas
In 2010 stemde 68% van de CDA-leden op het nationale congres dat jaar in met het meedoen in een kabinet dat gedoogsteun aan de PVV zou geven. Dat gaf memorabele televisie. Chaos! Vooral door de voorzitter die het publiek in een dubbele ontkenning ging uiteggen welke kleur stembrief (rood of groen, meen ik mij te herinneren) je moest ophouden voor welke keuze. Het gevolg was net zo rampzalig. Het CDA is sindsdien alleen maar in zetels teruggehold. Pas nu, onder leiding van de sympathieke Bontebal lijkt er weer een weg terug.
Voor mij persoonlijk was het ook een mijlpaal. Want voor mij was deze schertsvertoning het laatste zetje om eindelijk maar eens lid te worden van de partij waar ik mijn hele volwassen leven al op stemde. Het bewaken van de democratie, rechtstaat, vrije meningsuiting en onafhankelijke media waren en zijn voor mij nog steeds de belangrijkste drijfveren.
Slapend lid was ik, met uitzondering van een introductiebezoek op het provinciehuis voor nieuwe leden, totdat de uitnodiging kwam van de landelijke of regionale organisatie voor een bijeenkomst in het Rhienderense zwembad voor de lokale en nog steeds slapende leden. Het was duidelijk: er moest maar weer eens een poging gedaan worden om echt een lokale vereniging op te richten en weer als partij mee te doen aan de lokale verkiezingen. We werden min of meer onderwezen door enkele regionale afgevaardigden. En we voelden er wel wat voor. Dus ik stak mijn vinger op toen er een secretaris gevraagd werd.
Ik kan me niet lang daarna nog de opwinding herinneren toen we onze eerste grote ledenvergadering hielden in het Cromhout. Nieuwsuur zou met een ploeg langskomen om ons te interviewen! Het zou een nieuwsitem worden over de vele nieuwe lokale verenigingen die actief waren geworden dat jaar. Onze lijsttrekker werd geïnterviewd. En de nummers 2 en 3 op de lijst. Wow! Maar de uitzending bleek een enorme sof. Onze nog wat stamelende interviews met de raadsleden in spe zonder ervaring bleken namelijk misbruikt te zijn om aan te tonen dat (te) veel raadsleden van toeten noch blazen wisten. De kwaliteit van het lokaal bestuur was in gevaar! Een valse streek, vonden wij.
Afijn, dat beschouwen we inmiddels als groeipijntjes die achter de rug zijn en vertellen we als nostalgische verhalen nog wel eens bij de open haard. Want we zijn inmiddels meer dan 10 jaar verder. En hebben nu een fractie met juist heel veel deskundigheid. En een hele goede wethouder. Zelf ben ik nog steeds secretaris. Op fractie-avonden ben ik steevast de minst voorbereide, het echte politieke bloed stroomt blijkbaar niet door me heen. Maar als lid van het bestuur ben ik faciliterend. En dat bevalt me prima in zo’n goede ploeg.
Bob Hasenaar