Nieuwe balans in natuur, water, landschap en landbouw

Brabant heeft een grote opgave om het buitengebied in balans te brengen en om ruimte te geven aan water, natuur, landbouw, landschap en energieopwekking. De maatschappelijke transities vragen om het maken van heldere keuzes, niet alles kan en niet alles kan overal.  De ligging van de provincie maakt dat Brabant een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor logistieke bedrijvigheid heeft. Dat dient zorgvuldig ingepast te worden in het van oudsher landelijke karakter van Brabant. In onze provincie botsen daardoor de belangen van verschillende economische en maatschappelijke sectoren volop. Dat vraagt om een politiek die keuzes maakt.
    
D66 Brabant is trots op de Brabantse landbouw die volop in transitie is om daarmee tegemoet te komen aan de eisen voor een gezonde toekomst voor onze kinderen en kleinkinderen. D66 Brabant heeft vertrouwen in de vindingrijkheid van de Brabanders om dit te realiseren. Een buitengebied waarin iedereen gezond kan wonen en werken, waarin het fijn is om te recreëren en waarin veel ruimte is voor de natuur. Herstel van de water- en bodemsystemen is cruciaal voor herstel van biodiversiteit en daarmee ook voor onze voedselproductie. D66 Brabant wil dan ook dat de provincie leiderschap toont en actief programma’s ontwikkelt om hierin te investeren.
  
Met het Van Gogh National Park werken we samen aan het landschap van de toekomst met schitterende natuur, een gezonde en groene leefomgeving in het hart van Brabantse dorpen en steden. De creatie van deze samenwerking heeft verwachtingen gewekt. We blijven daarom investeren in een vitale economie met perspectief voor de landbouw en aandacht voor cultuur, erfgoed en duurzaam toerisme.

Beeld: D66 Beeldbank

Robuuste natuur

D66 Brabant wil naar een meer robuuste natuur. Het Brabantse natuurnetwerk moet krachtig zijn om te voorkomen dat, als gevolg van de klimaatverandering, Brabant verandert in een verschraald en kaal landschap zonder de soortenrijkdom en de natuurlijke habitats die we van oudsher rijk zijn. Hiervoor zijn ruimte en investeringen nodig. D66 Brabant is tegen bezuinigingen op de natuurbegroting. Al jaren is onderbesteding van de natuurbegroting een feit. D66 Brabant pleit ervoor om een gerichte aanpak te ontwikkelen voor de versterking en uitbreiding van het natuurnetwerk. Meer natuur kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd met pachtconstructies en het provinciale omgevingsplan waarbij de provincie meer ruimte maakt voor natuur. D66 wil ook het instrument van provinciale inpassing hierbij inzetten. D66 onderstreept het belang van bossen in de strijd tegen klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit. In Brabant wordt de Europese bossenstrategie krachtig verder uitgerold met maatregelen voor de bescherming en het herstel van bossen, het verbeteren van duurzaam bosbeheer en de controle. Dat doen we samen met de boomkwekerijen en de (kennis)partners die we in Brabant zo rijk zijn.       

Beeld: D66 Beeldbank

Buitengebied in transitie

De Brabantse landbouw is in transitie, hiervoor worden op dit moment al concrete stappen gezet. Dat verdient een ‘visie voor 2030 en verder’ waarmee er duidelijkheid komt voor iedereen. D66 Brabant wil dat in deze visie ook aandacht is voor de sociale aspecten; een buitengebied met grondgebonden (kringloop-)landbouw zal ook gevolgen hebben voor de samenleving. D66 Brabant bepleit daarom een multidisciplinaire aanpak bij de totstandkoming van deze visie waarbij alle partijen en bewoners worden betrokken. Dit wordt een continu en zorgvuldig proces.

Sinds 2015 wordt in Brabant hard gewerkt aan de transitie in de landbouw. D66 Brabant streeft naar kringlooplandbouw. Bovenmatige stikstofuitstoot belemmert de natuur; door de rechterlijke uitspraak is bovendien veel bedrijvigheid stil komen te liggen. D66 heeft met name zorgen over de stilstand in de bouw. Daarnaast heeft heel Brabant te maken met overmatige fijnstofneerslag en geuroverlast. De heldere doelstellingen van destijds blijven voor D66 Brabant de inzet. Brabantse stallen moeten in 2024 voldoen aan vigerende uitstooteisen. Dat er juridische onduidelijkheid is over de stalinnovaties bewijst voor D66 Brabant dat er andere maatregelen voor een brongerichte aanpak nodig zijn. Niet alles kan door technische innovaties worden opgelost. Goede en werkbare innovaties zijn sowieso nodig. Maar het is geen haarlemmerwonderolie. D66 Brabant pleit daarom voor realisme.

D66 Brabant wil zich minder afhankelijk maken van het tempo waarin het landelijke beleid wordt uitgerold. Dat is al sinds 2015 onze missie en hierin zijn ook grote resultaten behaald. Wij betreuren het dat hierdoor onduidelijkheid ontstaat voor de landbouw. We voelen daarom ook mee met de ondernemers die hiermee belast worden en met ons op zoek zijn naar houvast. D66 Brabant kiest voor de ambitieuze vlucht naar voren, omdat we niet langer kunnen wachten om samen Brabant weer in balans te brengen en perspectief te bieden voor Brabantse boeren, burger en buitenlui. Daarom gaan we ook in Nederland én Europa vooroplopen met de landbouwtransitie. Brabant kan de proeftuin worden voor de rest van Nederland en Europa, maar dient dan wel de ruimte te krijgen van de nationale en Europese overheid om te versnellen én te experimenteren.

De Brabantse landbouwtransitiedoelstellingen zijn een resultaat van de toenmalige ‘Mestdialogen’. Deze dialogen zijn een voorbeeld hoe gemeenten, waterschappen, provincie, Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV), VNO-NCW, ZLTO en andere belangenorganisaties samen tot een plan kunnen komen. 

Samen hebben wij koers gezet in de transitie van de landbouw. Burgers, boeren, bankiers, artsen, ambtenaren en anderen kwamen samen om te werken aan een duurzame landbouw met een duurzaam verdienmodel. D66 Brabant beseft dat er sindsdien veel is gebeurd. Er is vertrouwen verloren gegaan door een verharde politieke discussie. Parallel aan de landelijke onrust is in Brabant relatief de rust in het debat teruggekomen. De lokale overheden hebben hierin een cruciale rol gespeeld. Lokale wethouders zijn aan de slag gegaan met dialogen aan de keukentafel. Samen met de (financiële) steun van de provincie zijn er resultaten geboekt. Die gebiedsgerichte aanpak is typerend voor Brabant en die wil D66 Brabant koesteren én voortzetten.

Beeld: D66 Beeldbank

Stikstofdoelen en een gezonde bodem en leefomgeving

D66 Brabant wil voorkomen dat de provinciale verkiezingen in 2023 een wedstrijdje ´streng stikstofbeleid formuleren´ worden. Het dossier verdient rust, duidelijkheid en perspectief, maar dat geldt onverkort voor alle Brabanders: boeren en bouwers, ondernemers en hun partners, bewoners van het buitengebied tot aan natuurbeheerders, behartigers van milieu- en natuurbelangen tot aan de Brabantse consumenten die zich voeden met gezonde producten en van grond naar mond gaan.

Daarom is de inzet voor D66 Brabant gericht op snelle en gerichte uitvoering van ambitieus Nederlands en Europees beleid en versterking- en doorontwikkeling van het bestaande instrumentarium in Brabant. De landbouwtransitie gaat over meer dan alleen stikstof; verbetering van de bodem, van de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater, van een gezonde en rijkere bodem en van de leefomgeving vragen om een nieuwe integrale balans. Zo hebben allerlei emissies in de intensieve landbouw, de milieubelasting, zoönosen en zelfs geurhinder te lang een zware wissel getrokken op de leefomgeving en zelfs de fysieke en mentale gezondheid van mensen. Het overheidsbeleid was te lang gericht op pappen en nathouden, waardoor we met zijn allen, boeren én burgers, vast zijn gelopen in een onhoudbaar systeem.

Duurzaam beheer van de bodem vraagt om extra aandacht van de provincie en alle betrokken partijen. Brabant kent bijvoorbeeld relatief weinig (oud) grasland, terwijl dat een aantal voordelen heeft: zo is het organische stofgehalte hoger, de bodemstructuur in de bovenste laag beter en daardoor de waterinfiltratie. Waar dat grasland nog bestaat, wil D66 Brabant het daarom zoveel mogelijk behouden. De beheerder van het grasland mag voor ecologische diensten ook een vergoeding ontvangen.

De stikstofdoelen van de landelijke overheid zijn voor D66 Brabant de ondergrens, want Brabant heeft een grote en urgente opgave ten aanzien van de intensieve veeteelt. Ook vanwege de gezondheid van alle Brabanders. Zo is de kans op nieuwe zoönosen in Brabant groter dan op andere plaatsen in Nederland en is de situatie onvergelijkbaar met die in bijvoorbeeld Zeeland of Drenthe. Dit rechtvaardigt dat we met Brabants beleid de uitvoering van landelijk beleid moeten versnellen en aanjagen. Het buitengebied moet snel gezonder en de natuur moet worden hersteld.

Binnen Brabant zijn er grote verschillen in stikstofuitstoot. Zowel in de bron, de overlast als de impact van maatregelen. De Brabantse gebiedsgerichte aanpak is daarom een goed voorbeeld voor de landelijke aanpak natuurherstel. D66 Brabant wil met deze aanpak verder, waarbij er lokaal gekeken wordt welke aanpak nodig is. Dit leidt tot duidelijkheid op het erf. De boeren, hun buren en alle   partijen in de landbouwketen hebben daar baat bij. Bovendien vermindert deze aanpak de kans dat er uiteindelijk veranderingen afgedwongen moeten worden.
     
Daarbij zijn omschakelen naar een andere productiemethode, omschakelen naar een andere bedrijfsvoering ook gericht op energietransitie en niet voedseltoepassingen om duurzame en herbruikbare materialen te maken, verplaatsen, reduceren of stoppen voor D66 Brabant de opties. D66 Brabant wil dat verplicht stoppen ten behoeve van natuurherstel een optie blijft die de overheid kan inzetten indien nodig. Regelingen hiervoor en afspraken hierover moeten op korte termijn gemaakt worden. Door nu aan de slag te gaan, vermindert de druk van later. Dit komt ten goede van toekomstige projecten, jonge ondernemers en bedrijfsopvolgers. Nu samen doorpakken met oog én hart voor alle betrokkenen om samen deze grote landbouwtransitie te realiseren.

Beeld: D66 Beeldbank

Overal groen: van Brabantse landgoederen tot in de steden

D66 Brabant wil een beter verdienmodel voor particuliere eigenaren, natuurterreinbeheerders en landschapsorganisaties met oog voor de waarde die zij creëren door ecologische diensten en ecosysteemdiensten te verrichten. Ook agrariërs worden uitdrukkelijk niet uitgesloten. Allen zijn, samen met de vele vrijwilligers die zich inzetten, voor het beheer en de instandhouding van natuur en landschap onmisbaar. Brabant kent diverse particuliere landgoederen. D66 Brabant ziet in hen een belangrijke schakel om meer én robuustere natuur en een grotere biodiversiteit te ontwikkelen. Ze kunnen bijdragen aan meer aaneengesloten en onderling verbonden natuurgebieden, natuurvriendelijke oevers of binnenstedelijke natuur. D66 Brabant wil investeren in groen en doorbouwen aan het Brabantse natuurnetwerk en zou graag, met bovenstaande aanpak in combinatie met de gebiedsgerichte aanpak, kansen grijpen om meer natuur te realiseren. Zo realiseren we het Natura 2000 netwerk, dragen we bij aan het Natuurnetwerk Nederland en herstel van de biodiversiteit, gaan hitte-eilanden in de steden tegen en dragen door de beleving van een groen-blauwe leefomgeving bij aan de gezondheid en het welzijn van mensen.  

Beeld: D66 Beeldbank

Waterbeleid is essentieel

Het rapport ‘Zonder water geen later’ laat zien hoe urgent het Brabantse droogteprobleem is. Er moet meer water worden vastgehouden en minder water worden gebruikt. D66 Brabant wil de komende jaren stevig aan de slag met de aanbevelingen uit dit rapport. De provincie dient hierin zijn rol als gebiedsregisseur te pakken.  

Met deze ambitie wordt opnieuw iets gevraagd van de Brabantse boeren; ook daarom is de Brabantse gebiedsgerichte aanpak, met waarborgen om vertraging te voorkomen, zo belangrijk. D66 Brabant wil dat er in Brabant meer ruimte komt voor teelt die bijdraagt aan een gezond watersysteem en een gezonde bodem. Niet alle grond in Brabant leent zich voor voedselproductie. Deze grond wil D66, in samenspraak met eigenaren, liever inzetten voor de productie van gewassen die als bouwmateriaal worden gebruikt. Dit dient de ambitie om meer te bouwen, zonder mondiaal transport van materialen. Het schept ook een nieuw verdienmodel voor boeren. Bovendien wordt CO2 en stikstof in veel van deze gewassen vastgelegd. D66 Brabant wil het gebruik van grond- en oppervlaktewater fors verminderen te beginnen in Natura 2000-gebieden en de overgangsgebieden, het gebruik van bestrijdingsmiddelen en andere schadelijke stoffen reduceren en hiervoor ook monitoring en rapportages ontwikkelen.
  
D66 Brabant is een voorstander van het verhogen van het grondwaterpeil in de zandgronden. Hiermee wordt op de hoge zandgronden verdroging bestreden. In de Brabantse gebiedsgerichte aanpak dient hiervoor aandacht te zijn.
D66 Brabant pleit daarnaast voor een herijking van het Brabantse beeld voor waterberging waarbij een toets plaats moet vinden of voldaan kan worden aan de gevolgen van klimaatverandering, zoals de stortregens en hagelbuien die onze provincie steeds vaker mee zal maken.

Beeld: D66 Beeldbank

Beeld: D66 Beeldbank

Ongestoord genieten van de natuur en van het buitengebied

De natuur en het rustige buitengebied zijn van iedereen. De natuur geeft ons de mogelijkheid om te ontspannen, te sporten en te genieten. Natuur geeft rust in een dynamische wereld. Daarom wil D66 Brabant een intensivering van de Brabant-brede aanpak tegen zwerf- en drugsafval, stroperij en vormen van overlast zoals wildcrossen. Dat pakken we samen op met gemeenten, onderwijs en kennis, waterschappen, natuurterreinbeheerders, landschapsorganisaties en particuliere eigenaren, politie, justitie en handhavers in het buitengebied. Daarnaast wil D66 Brabant dat er centrale punten komen waar drugsafval anoniem gestort kan worden, om te voorkomen dat zulk afval in de natuur terecht komt. Zo houden we de natuur en het buitengebied in stand en blijft het voor iedereen genieten.

Beeld: D66 Beeldbank

Beeld: D66 Beeldbank

Daarom wil D66 Brabant

  • Dat er een ’Brabantse visie 2030 en verder’ met alle Brabantse betrokken partijen wordt opgesteld om de Brabantse kringlooplandbouw vorm te geven.
  • Dat agrariërs gestimuleerd worden andere, niet traditioneel op de voedselindustrie gerichte businessmodellen, in de praktijk mogelijk te maken.
  • Dat de provincie de gebiedsgerichte aanpak intensiveert op basis van niet alles kan en niet alles kan overal. Met aandacht voor het vergroten van de biodiversiteit, goed waterbeheer, een gezonde bodem en kansen bieden aan nieuwe teelten die bijdragen aan kringlooplandbouw.
  • Dat Brabant verder gaat bouwen aan meer groen in de steden en aan een robuust natuurnetwerk met voldoende ruimte voor bedreigde soorten, habitats en herstel van de biodiversiteit.
  • Natuurontwikkeling bevorderen door ondersteuning van duurzame verdienmodellen voor particuliere eigenaren, natuurterreinbeheerders en landschapsorganisaties die ecologische- en ecosysteemdiensten verrichten.
  • Dat er meer water wordt vastgehouden en minder water wordt verbruikt. Doelstellingen uit het rapport “Zonder Water geen Later” zijn daarbij leidend.
  • Dat het toezicht op de waterwinning wordt vergroot. Er komen concrete bindende afspraken met grootverbruikers op welke wijze dit verantwoord kan. De provincie ontwikkelt ook een beloningsmodel voor koplopers die besparen op dit gebied.
  • Een versnelling om de doelen uit de Kaderrichtlijn Water te halen, in nauwe samenwerking met agrarische ondernemers, de industrie, waterschappen, gemeenten en milieu- en natuurorganisaties, natuurterreinbeheerders en particuliere eigenaren.
  • Een intensivering van de Brabant-brede aanpak tegen zwerf- en drugsafval, stroperij en vormen van overlast zoals wildcrossen. Dat pakken we samen op met gemeenten, waterschappen, natuurterreinbeheerders, landschapsorganisaties en particuliere eigenaren, politie, justitie en handhavers in het buitengebied.