Eerste termijn
D66 wil het vandaag vooral hebben over het onderdeel Wonen uit het programmeringsdocument.
Ons mantra is: Wonen-wonen-wonen.
Meer in het bijzonder haak ik aan bij de Voortgangsrapportage Brabantse Agenda Wonen die we op 5 juli 2022 als Statenmededeling van u ontvingen. Een uitgebreid document, met veel toelichting en achtergronden over de woningbouw en de bevolkingsontwikkelingen in Brabant.
Dat gaat over het bouwtempo, over Flexpool Versnelling Woningbouw (extra fin.middelen voor ambtelijke capaciteit), onzekere tijden in de bouw, subsidieregeling Flexwoningen Brabant en duurzame verstedelijking. Over vraaggerichte plannen, met ruimte voor nieuwe woonvormen, over betaalbaarheid van het wonen en over het verduurzamen van de woningvoorraad. Dank voor het heldere document.
Het Rijk wil met meer regie en meer tempo aan de slag. En het Rijk ziet daarbij ook een stevigere rol weggelegd voor de provincie, o.a. met betrekking tot de totstandkoming van regionale woondeals, de betaalbaarheid van het wonen en de monitoring van de te maken afspraken tussen Rijk, provincie en de regio’s in Brabant.
In de Voortgangsrapportage benoemt u dat de provincie – vooral op (sub)regionale schaal – een regisserende, agenderende en stimulerende rol heeft bij het woondossier. Daar heeft onze vraag betrekking op.
Want, het Rijk zet in op grotere versnelling: 132.000 woningen voor komende 10 jaar.
Voor Brabant betekent dat tussen 2022 en 2030 gemiddeld jaarlijks ruim 13.000 woningen (netto) toevoegen aan de voorraad. Afspraken worden rond 1 oktober 2022 vastgelegd in het zogeheten woonbod.
U schrijft dat in Brabant (kwantitatief) voldoende plannen zijn (voor de bouw van 146.000 woningen, d.i. 101%). Maar, hoe hard zijn die plannen? We zien in de rapportage diverse overzichten, maar echt inzicht krijgen we niet. Betreft het hier puur de harde plancapaciteit? Of is ook de zachte plancapaciteit bij gemeenten meegerekend? Hoe realistisch zijn de cijfers? Worden de plannen ook allemaal gerealiseerd?
Ik kan me voorstellen dat bij veel gemeenten ook de zachte plancapaciteit nodig is om aan de regionale afspraken te kunnen voldoen. Ambities zijn er waarschijnlijk overal wel, maar zijn ze ook haalbaar? En is de provincie vooral ondersteunend/stimulerend? Waarom wordt de provincie door gemeenten soms als ‘de boeman’ gezien die plannen tegenhoudt?