Voorzitter,
D66 is uitgesproken voorstander van een eigen, weloverwogen Brabants stikstofbeleid. Wij verwelkomen op hoofdlijnen de Brabantse Ontwikkelaanpak Stikstof 2.0 en steunen het voorgestelde intrekkingsbeleid.
Een Brabants stikstofbeleid is geboren uit bittere noodzaak en niet uit luxe.
We kunnen de kop niet in het zand steken voor de problemen waar Brabant mee kampt: achteruitgang van de natuur en in het bijzonder de meest kwetsbare, stikstofgevoelige natuur in de Natura2000-gebieden.
Je hoeft maar een wandeling te maken over bijvoorbeeld de Kampina om de problemen met eigen ogen te aanschouwen.
Heide wordt verdrongen door gras. Bomen sterven af.
Met veel flora en fauna is het slecht gesteld. Onze natuur raakt verstikt door een beknellende stikstofdeken.
Natuur is niet enkel nodig voor ons welbevinden, het is noodzakelijk voor ons voortbestaan.
Stikstof is een belangrijke drukfactor in veel Brabantse natuurgebieden zo blijkt uit de natuurdoelanalyses. D66 volgt dan ook de lijn van het college om stikstofdepositiedoelen per Brabants Natura 2000-gebied te bepalen.
Willen we Brabant Open houden voor verdere ontwikkelingen dan moeten we aan de slag met het versterken van de natuur door de stikstofemissies uit Brabantse bronnen en de depositie drastisch terug te dringen.
Aanvullende maatregelen die Brabant zelf kan nemen, zijn nodig.
Zoals in het Bestuursakkoord is afgesproken, wordt daarbij gekeken naar alle sectoren die kunnen bijdragen aan de vermindering van stikstofuitstoot: industrie, mobiliteit en landbouw.
D66 is tevreden met de inventarisatie in de BOS 2.0 van de mogelijke nieuwe maatregelen die zich uitstrekken tot deze sectoren.
Er is ‘out-of-the box’ gedacht en dat verdient lof.
Wel zijn we uitgesproken kritisch over de plannen om vervoermiddelen op fossiele brandstoffen te weren nabij Natura2000-gebieden.
De natuur is van iedereen, voor iedereen. We willen niet dat er een drempel wordt opgeworpen voor grote groepen in de samenleving om van de natuur te genieten. De stikstofwinst zal bovendien beperkt zijn, terwijl de kosten enorm zijn om een ‘ban op brandstofauto’s’ te handhaven. Niet doen dus.
Kritisch zijn we ook op de mogelijke tijdelijke verruiming van de voorwaarden in het kader van de Maatwerkregeling Omgevingskwaliteit.
We begrijpen dat het boeren kan verleiden om te stoppen als er woningbouw op hun locaties in het buitengebied wordt toegestaan.
Het bestaande beleid borgt echter de omgevingskwaliteit en voorkomt verrommeling van het Brabantse landschap.
Ambtelijk vindt men verruiming van de maatwerkregeling dan ook niet wenselijk.
Mijn vraag aan Gedeputeerde Dirken: Welke afwijkingen van het bestaande beleid heeft u voor ogen?
En hoe realistisch is het om te spreken over “tijdelijke” verruiming van de voorwaarden, terwijl de oplossing van de stikstofproblemen nog vele jaren gaat duren? Is de geest dan niet uit de fles?
Voorzitter, afsluitend: D66 ziet uit naar de verdere uitwerking van de andere maatregelen uit de BOS 2.0 inclusief het intrekkingsbeleid.
Gezien de staat van de natuur en de consequenties voor de ontwikkeling van Brabant is er geen tijd te verliezen. Dus snel aan de slag!
D66 staat voor een eigen, weloverwogen Brabantse stikstofbeleid
Spreektekst Brabantse Ontwikkelaanpak Stikstof 2.0 en intrekkingsbeleid natuurtoestemmingen