Brabant, blijf koersvast ondanks de Haagse tegenwind vol onzekerheden!

Spreektekst Floris

Dank u wel, voorzitter.

Vandaag doe ik namens D66 een heldere oproep: Brabant, blijf koersvast ondanks de Haagse tegenwind vol onzekerheden!

Hoewel we zien dat Brabant vol inzet op de uitvoering van belangrijke programma’s, worden we tegelijkertijd geconfronteerd met ontwikkelingen die deze uitvoering beïnvloeden. 

Dit komt vooral door de onduidelijke koers vanuit de rijksoverheid. Voorbeelden hiervan zijn het verdwijnen van het Transitiefonds en het stopzetten van het Nationaal Programma Landelijk Gebied. 

Bovendien is er weinig vooruitgang in het herstel van de natuur en de aanpak van de stikstofproblematiek.
Nog steeds wachten we op nieuwe instrumenten van het Rijk voor de juridische borging van emissiearme stallen en op een oplossing voor de mestcrisis.

Daarnaast zien we dat het principe van ‘water en bodem sturend’ door minister Keijzer wordt losgelaten, terwijl de urgentie om de water- en bodemkwaliteit te verbeteren en klimaatbestendige keuzes te maken alleen maar groter wordt. 
De deadline van de Kaderrichtlijn Water nadert snel, en klimaatverandering versnelt. 

Toch ontbreekt het bij het Rijk aan regie en richting. 
Dat alles heeft zijn weerslag op uitvoering van provinciaal beleid. 

We zien in de BURAP nog zorgwekkende knelpunten in het programma water, ondanks alle inspanningen van het college. 
Wat echter opvalt, is dat stikstofdepositie niet als belemmering wordt genoemd, terwijl dit wel een obstakel vormt voor netcongestie en maatregelen rond de Kaderrichtlijn Water en klimaatadaptatie. 

Waterschappen en netbeheerders kunnen vaak geen vergunning krijgen door de strenge stikstofregels. Alles moet elektrisch, maar het beschikbare materieel is schaars. Het is daarom goed dat het college al projecten mogelijk maakt met een kleine tijdelijke stikstofdepositie in de aanlegfase, zonder extra depositie in de gebruiksfase.

Ook bij de woningbouw speelt stikstof een rol. We zien dat het college hard werkt aan meer woningen op de juiste locaties. 

Ons verstedelijkingsbeleid houdt wel rekening met het principe van ‘water en bodem sturend’ en richt zich op verdichting rondom OV-knooppunten. 

Brabant kiest voor duurzame verstedelijking, waarin tempo en kwaliteit hand in hand gaan. 

De provincie investeert volop in gebiedsontwikkelingen zoals KnoopXL in Eindhoven en ‘t Zoet in Breda. 
Echter, het doel om in 2024 13.500 woningen te bouwen, lijkt onhaalbaar, en dat blijft de komende jaren een uitdaging. 

Daarom roepen we het college op om stevig door te gaan met het aanpakken van de factoren waar de provincie wel invloed op heeft. 

Het is essentieel dat we de stikstofaanpak en verbetering van natuurgebieden voortzetten, zodat ook woningbouwprojecten nabij Natura 2000-gebieden mogelijk blijven.

De veiligheid van onze inwoners wordt eveneens geraakt door het gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef in Den Haag. 

Ondanks de inzet vanuit Brabant, onderneemt het Rijk weinig om het vervoer van gevaarlijke stoffen over het Brabantse spoor te verminderen. Het blijft vasthouden aan de illusie dat de veiligheid nabij het spoor op orde is en overweegt zelfs de risicoplafonds af te schaffen. 

Gemeenten moeten dan zelf beoordelen of nieuwbouw nabij het spoor veilig kan, terwijl zij geen invloed hebben op de hoeveelheid en de aard van de gevaarlijke stoffen. 
Het Rijk heeft wél de instrumenten en moet verantwoordelijkheid nemen. Het lijkt tijd voor de Commissaris van de Koning
en de betrokken burgemeesters om opnieuw een stevige brief aan de minister-president te sturen. 
De veiligheid van onze inwoners staat hier immers op het spel.

Voorzitter, als we kijken naar het Programma Natuur, ligt de uitvoering slechts beperkt op koers. 

Begrip voor de complexiteit is er zeker: de realisatie en inrichting van het Natuurnetwerk Brabant vraagt schaarse grond, tijd en veel financiële middelen. 
De stikstofproblematiek die onze natuur verstikt, is in decennia opgebouwd en kan niet snel worden opgelost. 
Wel zou D66 graag meer voortgang zien bij de realisatie van ecologische verbindingszones. 
We begrijpen dat dit lastig is, omdat veel grondeigenaren moeten meewerken. 

Maar het verbaast ons dat betrokken gemeenten hier vaak geen prioriteit aan geven, terwijl een robuuste natuur in ieders belang is.
En dat ondanks de inspanningen sinds 2021 van het provinciale projectteam Ondersteuning Natuurontwikkeling Gemeenten. 
Hoe gaat het college zorgen dat ook gemeenten hun bijdrage leveren aan natuurontwikkeling bij realisatie van ecologische verbindingszones? 
De tijd van vrijblijvendheid ten aanzien van onze natuur is toch echt wel voorbij!

Ook binnen de landbouw is verandering noodzakelijk. 
De transitie naar een toekomstbestendige landbouw, in balans met de leefomgeving, is van groot belang voor zowel boeren als burgers. 
D66 betreurt het dat het aantal deelnemers aan de Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij waarschijnlijk niet wordt gehaald. 

In hoeverre komt dit aan bod in de gesprekken die de gedeputeerde voert met agrarische ondernemers? En Welke lessen kunnen we trekken om de deelname te vergroten?

Verder blijft de verduurzaming van onze mobiliteitsinfrastructuur een topprioriteit. 
Of het nu gaat om de elektrificatie van het openbaar vervoer, het stimuleren van fietsgebruik, of de aanpak van verkeersknelpunten, Brabant moet vooroplopen. Gezien de urgentie van klimaatverandering kunnen we ons geen vertraging permitteren. 
Het is dan ook teleurstellend dat het plan voor negen snelfietsroutes in 2025 niet haalbaar lijkt. We vragen het college om vaart te maken, zodat Brabant een voorbeeld blijft van schone en toekomstbestendige mobiliteit.

Voorzitter, ondanks de tegenwind uit Den Haag blijft Brabant koersvast. 
Een koers richting een duurzame toekomst waarin natuurherstel, klimaatadaptatie, woningbouw en een toekomstbestendige landbouw centraal staan. 

We zijn blij dat dit college daadkracht toont, problemen niet vooruitschuift maar blijft doorpakken, ondanks de onzekerheden vanuit het Rijk.

Tot zover, voorzitter.