Energie
D66 geeft Brabant nieuwe energie
Toekomstige generaties moeten verzekerd zijn van voldoende energie. Daarvoor is de transitie naar duurzame energie noodzakelijk. De provincie moet actief ruimte maken voor het realiseren van duurzame (decentrale) energieopwekking. D66 wil dat de provincie een programma opstelt dat energiegebruik in woningen en andere gebouwen reduceert. En dat de provincie de regie voert en de bronnen van warmte en koude inventariseert en communiceert. D66 heeft veel waardering voor het werk van koplopergemeenten, energiecoöperaties en andere initiatieven.
Biomassa
D66 wil biomassa zo hoogwaardig mogelijk gebruiken. Het is ook aan de provincie om onnodige belemmeringen weg te nemen, zodat biomassa niet meer gezien wordt als afval, maar als (hoogwaardige) grondstof en energiebron.
Duurzame energie
D66 wil:
– Inzetten op alle vormen van duurzame energie;
– Ruimte bieden aan innovatieve oplossingen en dus geen technische details voorschrijven;
– Experimenteerzones creëren voor koplopergemeenten, zodat knellende regelgeving daar niet geldt;
– Een monitor waarmee de voortgang gemeten wordt.
Schaliegas
D66 laat het liefst het schaliegas voor altijd in de grond zitten.
Warmtekoudeopslag
D66 ziet in warmtekoudeopslag (WKO) een goede manier van het verwarmen en koelen van gebouwen, omdat deze bijdraagt aan daling in het gebruik van fossiele brandstoffen en daarmee in een daling van de CO2-uitstoot.
Windenergie
D66 is voorstander van solitaire windturbines, mits deze worden geïnitieerd door de lokale bevolking en gesteund door de gemeenteraad. D66 ziet mogelijkheden voor windmolens in één lijn langs bestaande infrastructuur, zoals langs dijken, kanalen en snelwegen, maar zeker ook op bedrijventerreinen en in havens. D66 wil serieus kijken naar windmolens in bosrijke gebieden.
Zonne-energie
Het opwekken van energie uit de zon is bij uitstek de manier van duurzame energiewinning waarbij particulieren en ondernemers een belangrijke rol kunnen spelen. D66 wil hiervoor meer ruimte bieden en waar mogelijk bestaande belemmeringen in ruimtelijk beleid wegnemen.