Landbouw

Beeld: Beeldbank D66

Brabanders worden weer trots op de agrarische sector

D66 vindt dat agrarische ondernemers de ruimte moeten krijgen om hun bijdrage te leveren aan de economische ontwikkeling, landschappelijke kwaliteit, natuur en biodiversiteit van het platteland. De agrarische activiteiten moeten passen bij het karakter van het gebied, innovatief en zonder overlast voor omwonenden.

De Brabantse agrarische sector staat op een keerpunt, is toe aan verandering en vooruitgang. D66 wil dit faciliteren. Heldere kaders op het gebied van milieu en volksgezondheid zijn uitgangspunt, daarbinnen moet vrijheid voor ondernemen bestaan. D66 vertrouwt op de eigen kracht van ondernemers: zij weten het best in welke richting de sector moet gaan. D66 wil waar mogelijk onnodige regelgeving uit de weg nemen.

De Brabantse landbouw is koploper in innovaties die vervolgens weer geëxporteerd worden. De provincie moet ruimte bieden aan die innovaties, door te sturen op doelen en effecten, zoals de kwaliteit van de leefomgeving. Dus niet door het voorschrijven van technieken. Waar nodig creëert D66 hiervoor graag de benodigde experimenteerruimte voor agrarische ondernemers.

Brabant kent twee grote gebieden die zijn aangewezen voor glastuinbouw: in Deurne en in Dinteloord. D66 wil met het oog op samenwerking, innovatie en duurzaamheid de uitbreiding van glastuinbouw beperken tot deze twee centra. De provincie moet leidend zijn in het stimuleren van duurzaamheid en innovatie.

D66 maakt zich zorgen over het groeiende aantal verouderde en lege stallen in het Brabants buitengebied. D66 wil naast sloop het herbestemmen van agrarische bedrijven en stallen eenvoudiger maken, mits de functies passen in het buitengebied. De provincie moet een rol pakken door innovaties op dit gebied te stimuleren. Verder wil D66 positieve prikkels creëren om de huidige leegstand te beperken. Dit kan door nieuwbouw slim te koppelen aan sloop.

D66 wil vermesting van bodem en water tegengaan om de natuur in Brabant te beschermen. De provincie moet daarom streng toezien op zorgvuldige naleving van de bestaande milieuwetten. D66 wil dat de provincie in samenwerking met de ZLTO en natuurorganisaties voorlichting organiseert over alternatieve vormen van bemesting, zodat agrarische ondernemers gewezen wordt op effectieve toepassing van groenbemesters.

Een deel van de veehouderij kiest in de toekomst voor vooruitstrevende bedrijfsconcepten die uit gaan van een sterke inbedding in de omgeving. Een ander deel kiest voor innovatieve, niet-grondgebonden productie. Beide groepen zoeken betere verdienmodellen voor duurzame voedselproductie en worden hierbij vaak onnodig gehinderd door regelgeving. D66 wil waar mogelijk onnodige regelgeving uit de weg nemen.

D66 ziet voor grootschalige melkveehouderij en niet-grondgebonden veeteelt alleen ruimte op locaties waar deze geen overlast veroorzaken. De huidige Brabantse zorgvuldigheidscore veehouderij (BZV) voorziet in het voorkomen van meer overlast voor burgers in het buitengebied maar is soms te beperkend voor agrarisch ondernemers met innovatieve (bedrijfs)plannen. D66 wil dat de provincie ondernemers met een heel hoge score op de BZV extra ondersteunt, bijvoorbeeld met een speciaal agrarisch innovatiefonds.