Bij de opening van de Open Monumentendag op zaterdag 12 september werd ik door een van onze inwoners begroet met de zin; “Ha wethouder Monhemius, het zal zo wel weer gaan regenen…” De man lachte er hartelijk bij en doelde op de opening van een fase van de Zuidpolder deze zomer waarbij het pijpenstelen regende. Ondanks de regen, kijk ik nog met veel plezier terug op die opening. Het buitengebied van Barendrecht gaat er steeds mooier uitzien en de kinderen genoten zichtbaar van de spelletjes die voor hen georganiseerd waren en trokken zich weinig aan van al het water. Zo leek het tenminste. Tijdens de Open Monumentendag begon het pas aan het einde van de dag iets te miezer regenen. Dus dat viel reuze mee! Wel was er die middag een bijzondere activiteit op het water van het Saenredameiland waar ik met de hulp van de waterscouts van Fridtjof Nansen ankers te water mocht laten om twee sculpturen de komende maanden op hun plaats te houden. En het klopt (helaas) wel een beetje dat het vaak regent als ik ergens kom. Zo regende het ook behoorlijk tijdens een waterles die ik eind augustus bijwoonde. Opmerkelijk ook hier was dat de schoolkinderen er weinig last van leken te hebben. Vol enthousiasme stonden ze met elkaar langs de waterkant met hun schepnetjes. En er werd van alles en nog wat uit het water gehaald. Naast kleine visjes en waterplanten kwamen er ook flinke kevers, slakken en andere beestjes uit het water. De kinderen en ook ik wisten niet dat er zo’n grote verscheidenheid aan diertjes leeft in de Barendrechtse sloten. Toch is het goed dat we ons daar bewust van zijn. Waterbewustzijn is een thema dat de komende jaren steeds belangrijker zal worden. Door de klimaatverandering zullen we steeds vaker periodes krijgen van grote regenval die afgewisseld worden met periodes van extreme droogte. In Barendrecht houden we hier met de aanleg van onze wijken rekening mee en in de Zuidpolder komt een Klimaatbuffer om deze grote schommelingen in watertoevoer op te vangen. Kortom: Waterbewustzijn verdient onze aandacht want om ons heen kunnen we genieten van plassen en sloten maar dienen we ook bewust te zijn van de gevaren. Om die reden is het belangrijk dat onze jeugd al op jonge leeftijd leert zwemmen en weet wat er in en om het water leeft. Beste leden van het College van B&W, De fractie van D66 wil in Barendrecht aandacht besteden aan de komende ‘Coming-Outdag’ op 11 oktober a.s. Deze dag, landelijk ondersteund door het kabinet, is vanaf 2009 ook in Nederland uitgeroepen tot Nationale ‘Coming-Outdag’ om de sociale acceptatie van homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transgenders te bevorderen. Aan deze dag besteden vele gemeentes in Nederland aandacht. Het moet voor iedereen in Barendrecht mogelijk zijn om openlijk voor de eigen geaardheid uit te kunnen komen. Achtergrond De ‘Coming-Outdag’ gaat terug tot 11 oktober 1987 toen de ‘Second National March on Washington for Lesbian en Gay Rights’ gehouden is. Daarin liepen ongeveer 500.000 mensen mee om te demonstreren tegen een uitspraak van het federale hooggerechtshof waarin de rechtmatigheid van een verbod op sodomie (homoseksuele handelingen) erkend werd. De ‘Coming-Outdag’ wordt inmiddels in veel landen gehouden, waaronder Amerika, Australië, Canada, Nieuw Zeeland, Kroatie, Duitsland, Zwitserland, Polen en Nederland. De vragen die D66 Barendrecht wil aan u wil stellen zijn: 1. Onderschrijft u het belang voor alle inwoners van Barendrecht om openlijk voor hun geaardheid te mogen uitkomen? 2. Wilt u op 11 oktober a.s. in het kader van de Nationale ‘Coming-Outdag’ de Regenboogvlag hijsen op het gemeentehuis? 3. De Nationale ‘Coming-Outdag’ valt dit jaar op een zondag. De fractie van D66 Barendrecht erkent dat het samenvallen van de Nationale ‘Coming-Outdag’ en de zondag voor een groot deel van onze bevolking wellicht op bezwaren zal stuiten. Toch denkt de fractie van D66 Barendrecht dat geen verstoring van de openbare (zondags)rust te verwachten valt en daarom de Regenboogvlag toch gehesen kan worden. Om niemand voor het hoofd te stoten vraagt de fractie van D66 Barendrecht daarom de Regenboog vlag pas na 13 uur op het Gemeentehuis te hijsen. Kunt u zich hierin vinden? Graag horen wij binnen afzienbare tijd uw antwoord, gezien de korte termijn tot 11 oktober a.s. Aan D66 deze week de eer om het stukje voor de Raad op Straat te schrijven. Omdat de zomervakantie er weer op zit en de scholen weer begonnen zijn, wilden we iets doen met de jeugd van Barendrecht. Ook omdat we een nieuwe wethouder jeugdzaken krijgen. In de D66 fractie werd besloten om weer Waterbewustzijn in het daglicht te brengen, maar het werd uiteindelijk een heel ander onderwerp. Tijdens de fietstocht van de Oude Maas, via het Barend Bos naar de Kooiwalweg om te zien hoe het in Barendrecht met de recreatieve wateren gesteld is, kwam ik twee inwoners van onze gemeente tegen. De twee mannen waren in een heftige discussie verwikkeld. Het ging over hondenpoep. De ene meneer had zijn hond laten poepen aan de kant van de bosjes op de stoep en de andere meneer had hem erop aangesproken dat die poep opgeruimd moest worden. De discussie ging in het kort als volgt. “Ik betaal hondenbelasting en die betaal ik niet voor niets, de gemeente mag ook wel iets doen”. De andere man antwoordde hier op: ”Niet alleen bent u verplicht om het op te ruimen, het is ook gewoon asociaal en vies om het te laten liggen”. De man met de hond zei: “En er zijn ook veel te weinig hondenuitlaatplaatsen”. De andere man gaf als laatste reactie:” Ik hoop dat er meer BOA’s komen die flink boetes gaan uitdelen”, en de twee mannen vervolgden hun weg. Deze discussie gaf mij te denken. In de barometer van Barendrecht had ik al gelezen dat hondenpoep één van de grootste ergernissen is in Barendrecht. En volgens de regels in Barendrecht had de man zonder de hond gelijk, je moet als hondeneigenaar de poep binnen de bebouwde kom gewoon opruimen. Maar had de man met de hond niet een punt? Zijn er te weinig hondenuitlaatplaatsen in Barendrecht? En wat zou de gemeente meer kunnen doen? Of zouden strengere controles en boetes de oplossing zijn? Wat vindt u ervan? Waarom de keuze voor dit onderwerp? Barendrecht is een prachtige gemeente, maar ook een waterrijke, met veel sloten, vijvers en natuurwater. Het is belangrijk dat kinderen goed leren zwemmen, hun zwemvaardigheden onderhouden en indien zij te water raken zichzelf kunnen redden. De kans op verdrinking in natuurwater, of in de vijver van de eigen tuin, wordt hiermee aanzienlijk verkleind. Het schoolzwemmen is afgeschaft, maar D66 Barendrecht heeft als ambitie dat alle kinderen kunnen zwemmen als zij de basisschool verlaten. Het liefst eerder gezien de resultaten van een recent onderzoek onder drenkelingen. De helft van de slachtoffers valt in de sloot en het grootste deel is één of twee jaar oud. Wie heeft u gesproken? Eind maart heeft D66 vragen gesteld aan de wethouder Jeugd over de voortgang van de afspraken die zijn gemaakt in het coalitieakkoord en het collegeprogramma. Het jaar 2015 is een jaar van onderzoek en evaluatie, en het maken van een plan, wat ten uitvoer gebracht wordt in de verdere raadsperiode (2014-2018). Voor de zomer zijn de resultaten van de evaluatie van het convenant ‘Barendrecht Waterdicht’ bekend. Hierin spelen de zwemles aanbieders, zoals het Inge de Bruijn Sportfondsenbad, Welnesselande en Zwemschool E&A een rol. Maar D66 is ook benieuwd naar de behoeften van ouders en wat de scholen kunnen bijdragen in het klaslokaal. Waar heeft u de overige informatie vandaan? D66 heeft met de Gemeente Rotterdam contact gehad over haar campagne ‘Het Zwem ABC, daar zit u rustig mee.’ D66 is enthousiast over deze campagne, ook omdat aandacht is voor mensen met een lager inkomen. Zwemdiploma’s halen is een dure aangelegenheid voor ouders. In Barendrecht is een vangnetregeling voor minima. De Nederlandse Reddingsbrigade signaleert dat kinderen steeds minder goed kunnen zwemmen. Een Reddingsbrigade in Barendrecht zou het plezier in zwemmen bij de Barendrechtse jeugd nog verder kunnen stimuleren. Ook blijkt bij jonge drenkelingen een reanimatie bij een hartstilstand langer dan 30 minuten niet zinvol. Dat maakt dit onderwerp zo essentieel. Wat is het vervolg? Zwemmen is ook een fantastische sport, gezond en een fijn tijdverdrijf. Waterbewustzijn, waterveiligheid en zwemvaardigheden horen bij elkaar en zijn belangrijk voor onze jeugd. D66 wil voor Barendrecht onder andere een bewustwordingscampagne, vooral om het aantal kinderen met een zwemvaardigheidsbewijs, het zwem ABC te verhogen. Met de resultaten van het onderzoek in 2015 weten D66, de raad en het college ook wat ons te doen staat om ons doel te bereiken: ieder kind in Barendrecht wat de basisschool verlaat kan zwemmen, is zich ook bewust van de gevaren en vooral ook van hoe fijn zwemmen is.In de raadsvergadering van 21 april heeft fractievoorzitter Irma Rašidović–Velagić afscheid genomen van de gemeenteraad in Barendrecht. Na vijf zeer actieve jaren in de raad heeft zij besloten meer tijd in haar nieuwe baan en in haar gezin te steken. Dit gaat helaas niet langer meer samen met het drukke raadswerk. Tijdens haar afscheid werd Irma lovend toegesproken door wethouder Monhemius (D66), raadslid Reshma Roopram (PvdA), de nestor van de raad Klaas Oorsel (EVB) en burgemeester van Belzen. Allen zullen haar zeer missen in de raad. Bert Arnold werd tijdens dezelfde raadsvergadering geïnstalleerd als nieuw raadslid en zal tevens het stokje van Irma overnemen als nieuwe fractievoorzitter van D66 Barendrecht. In de raadsvergadering van 21 april heeft D66 raadslid Marianne Tijssen-Humme een motie ingediend met een verzoek aan het college om te onderzoeken welke mogelijkheden het college ziet om door middel van een garantiestelling op de hypotheeklasten € 200.000,- van de Hospice Barendrecht ondersteuning te geven aan de komst van de hospice. Deze motie werd raadsbreed ondersteund en mede-ondertekend door alle andere partijen en is daarmee unaniem aangenomen. D66 Barendrecht is hier heel blij mee en zal scherp in de gaten houden hoe het college deze motie verder gaat uitvoeren. Motie onderbouwing In Nederland zijn sinds de jaren 80 van de vorige eeuw al vele hospices opgericht. In Barendrecht hebben wij geen hospice. Een hospice is een omgeving waar mensen de laatste fase van hun leven kunnen doorbrengen. Voor hen en hun naasten bieden zorgverleners, de eigen huisarts, special opgeleide vrijwilligers, daar waar nodig en gewenst tijd, aandacht en ondersteuning. Dat is belangrijk, want vaak zijn de naasten, de mantelzorgers al overbelast. Als het einde nabij is breekt een onzekere periode aan. De zorg aan een geliefde in die periode is zwaar, de zorg wordt over het algemeen intenser en intensiever. Binnen de setting van een hospice is gelegenheid voor het in liefde, in de eigen kracht en in rust afscheid te nemen van het leven en elkaar. In een huiselijke sfeer, in de eigen woonomgeving van Barendrecht het levenseinde ervaren, dat is mogelijk als Barendrecht een hospice krijgt. De Rotary Club Barendrecht heeft in 2013 goed nagedacht over een project wat ondersteuning behoeft en is gekomen tot het idee om binnen afzienbare tijd een hospice te realiseren. Inmiddels heeft de Stichting Hospice Barendrecht een boerderij op het oog aan de Voordijk, tussen ‘oud’ en ‘nieuw’ Barendrecht en lijkt de hospice stapje voor stapje werkelijkheid te worden. De mensen van de hospice maken stappen, maar soms heeft een goed project een extra steun in de rug nodig. De steun van de raad en de steun van het college van Barendrecht. D66 heeft die steun al gegeven in haar verkiezingsprogramma en heeft dit samen met de EVB en de VVD opgepakt binnen het coalitoeakkoord. Met deze motie is de komst van de hospice een stapje dichterbij in een lang proces. Een proces wat waardering verdient van ons allemaal. D66 kijkt met bewondering en respect naar alle mensen die zo nauw betrokken zijn bij dit project. En wij hopen dat volgend jaar de hospice daadwerkelijk open is. MOTIE Inleiding Recent zijn publicaties verschenen over de kansen van jonge drenkelingen. Het blijkt niet zinvol om onderkoelde, jonge drenkelingen met een hartstilstand langer dan 30 minuten te reanimeren. Dit blijkt uit een onderzoek onder 736 gevallen van jonge drenkelingen (0-16 jaar). Uit het onderzoek komt naar voren dat de meeste slachtoffers vallen in de sloot (bijna de helft) en de tuinvijver (een kwart). Het grootste deel is heel jong in leeftijd (zes op de tien slachtoffers zijn 1,2 jaar, een kwart 3,4 jaar). Preventie en bewustwording zijn dus een belangrijk, zo niet het belangrijkste om te voorkomen dat (kleine) kinderen te water raken, met name ook bij sloten waarvan de kanten schuin naar beneden lopen. Middels voorlichting, aansluitend bij de communicatiemiddelen van deze tijd is het mogelijk om dit in gang te zetten. Dat kan beginnen op de basisschool, maar het liefst nog eerder. Ook de Nederlandse Reddingsbrigade signaleert dat kinderen steeds minder goed kunnen zwemmen. Barendrecht heeft geen Reddingsbrigade, wat voor het uitdragen van het belang van dit onderwerp heel jammer is. Een Reddingsbrigade is niet alleen goed voor daadwerkelijke reddingsoperaties in open stromend natuurwater, maar kan ten aanzien van preventie en opleiding een essentiële taak vervullen. Daarnaast is het een sport, wat gezien de brede sportgemeente die Barendrecht is, goed zou aansluiten bij het huidige aanbod. In Rotterdam is recent een bewustwordingscampagne geweest om het aantal kinderen met een zwemvaardigheidsbewijs, het zwem ABC te verhogen. Het uitgangspunt is het complete zwem ABC diploma behalen, A is aanleren, B is beter worden (kracht opdoen) en C is zwemveiligheid. Zowel voor ouders, als kinderen waren flyers ontworpen, ook is gedacht aan de mensen die door een lager inkomen hun kinderen niet op zwemles kunnen plaatsen. Een campagne die als voorbeeld kan dienen voor Barendrecht. Standpunt D66 Barendrecht Het schoolzwemmen op de basisschool is in de vorige raadsperiode afgeschaft, maar Barendrecht is een waterrijke gemeente, met heel veel sloten, vijvers, singels en stromend natuurwater, zoals de Oude Maas. Het is belangrijk dat kinderen goed leren zwemmen, hun zwemvaardigheden onderhouden of om indien zij te water geraken zelfredzaam kunnen handelen. De kans op verdrinking in natuurwater wordt hiermee aanzienlijk verlaagd. De terugkeer van het zwemvaardigheidsonderwijs binnen schooltijd van de basisschool ligt wellicht achter ons, maar wij willen dat kinderen kunnen zwemmen als zij de basisschool verlaten, het liefst eerder gezien de resultaten van onderzoek onder drenkelingen laat zien. Meer informatie over zwemmen, de gevaren van open natuurwater, maar ook de kansen, want zwemmen is een fantastische sport en een fijn tijdverdrijf, dat is wat D66 Barendrecht voorstaat voor onze jeugd. Zwemmen verdient een plek in de (vroege) jeugd van elk kind en naar school gaan doen zij allemaal, dus de ideale kans om met zwemmen bezig te zijn op een andere educatieve wijze. Coalitieakkoord, coalitieprogramma en begroting 2015 In het coalitieakkoord is afgesproken dat waterbewustzijn belangrijk is en dat alle kinderen in Barendrecht bij het verlaten van de basisschool moeten kunnen zwemmen. Een onderzoek hiertoe zou gerealiseerd worden in 2015, om in 2016 daadwerkelijk concrete stappen te maken om het waterbewustzijn en zwemvaardigheden van kinderen in Barendrecht te vergroten. Vragen aan de wethouder (Gebben) 1. Hoever is het onderzoek ten aanzien van het particuliere aanbod en de ontwikkelingen in de laatste jaren? 2. Wanneer gaat u in gesprek met ouders, scholen en zwemaanbieders? Zijn hier al concrete plannen voor gerealiseerd? 3. De implementatie en realisatie van eventuele maatregelen kost tijd, kunt u een tijdstraject aan ons voorleggen, zodat in 2016 echt aan waterbewustzijn van onze Barendrechtse kinderen gewerkt gaat worden? 4. Zijn er mogelijkheden voor Barendrecht om een Reddingsbrigade op te richten? Kan deze vraag in het onderzoek meegenomen worden? 5. Voor de plannen is structureel budget vrijgemaakt in de komende jaren. Is in 2015 al budget uitgegeven? 6. Kan de raad nog voor de zomer een aantal acties van onze wethouder ontvangen op dit terrein? De fractie van D66 bedankt de wethouder L. van der Linden voor het beantwoorden van vragen over de Buiten Beter App van 16 februari jl. Het is verheugend dat het college in dit onderwerp al stappen heeft gemaakt en kijken uit naar het vervolg. Wij wachten dit proces met vertrouwen af. Bij de ingekomen stukken is op 4 maart jl een klanttevredenheidsonderzoek ingebracht door wethouder D. Vermaat, wat volgens D66 aansluit bij de vragen rond de Buiten Beter App en wellicht in het proces van het aanbieden van hoogwaardige dienstverlening meegenomen kan worden. Over dit klanttevredenheidsonderzoek Meldingen Openbare Ruimten van december 2014 heeft de fractie van D66 de volgende vragen. 1. In het onderzoek zijn geen algemene gegevens opgenomen, zoals leeftijd(categorie). Leeftijdscategorie kan informatie bieden over behoeften die liggen in de samenleving ten aanzien van het gebruik van een communicatiemiddel in de praktijk, zoals telefoon, mobiel, een website of introductie van een App als Buiten Beter in relatie tot leeftijd. Waarom zijn algemene gegevens niet in het onderzoeksverslag meegenomen? Zie ook vraag 4 in deze. 2. Deel 1 van de enquête heeft betrekking op het telefonisch contact van de burger met de gemeente, via het Klant Contact Centrum. Ik begrijp daarom niet goed waarom de bevindingen aangeven dat 95% van de meldingen gedaan is per telefoon en dat dit opviel. Zou het antwoord niet 100% moeten zijn als het uitgangspunt is het telefonische contact van de burger met het KCC? In de tekst bij het cirkeldiagram staat dat meldingen niet via de APP Buiten Beter zijn gedaan, maar Barendrecht beschikt niet over deze App mogelijkheid. Bij deze vraag zou het overigens interessant kunnen zijn om te kijken naar leeftijdsopbouw. Gaat u de resultaten betrekken bij de overwegingen in andere communicatiemiddelen? 3. Onder 6. staat dat in het huidige onderzoek meldingen via de balie en de App (Ridderkerk) zijn gedaan, maar hoeveel zijn dit er in relatie tot de kleine aantallen? 4. Zou bij de conclusie niet kunnen worden meegenomen dat een onderzoek naar behoeften en eventuele mogelijkheden voor Barendrechtse burgers zinvol zou zijn, in plaats van een evaluatieonderzoek? Op basis van behoefte kan geanticipeerd worden en betrekken wij onze burgers bij wat zij willen. Nu is onvoldoende kennis over andere mogelijkheden van melden in relatie tot wensen opgedaan. Dit zou tevens bij een grotere groep gedaan kunnen worden, want 20 respondenten is een zeer kleine groep. Het doel is actie en verbetervoorstellen ten einde de service aan de melder/burger te verbeteren, bij een behoefte onderzoek met grotere aantallen en gelijke verhoudingen in leeftijd zou wellicht mooie antwoorden opleveren ten aanzien van dit doel. 5. Het vertalen van aantallen naar procenten bij een zeer kleine onderzoeksgroep is misleidend. 45% doet het liefst een melding via de telefoon, maar het gaat hier om slechts 9 personen. Kleine aantallen omrekenen in procenten is onderzoekstechnisch eigenlijk niet juist. Is het mogelijk om dit in de rapportage aan te passen? 6. De gemeten data over de telefonische bereikbaarheid, vanaf bladzijde 5 gaat dus over een nog kleiner aantal, want het gaat over 95% van 20 respondenten=19. Dit hoort vermeld te worden. Kunt u dit aanpassen? 7. Voldoende geïnformeerd t.a.v. de terugkoppeling . Een App als Buiten Beter doet deze terugkoppeling aan de melder, maar zoals u aangeeft zou een pushbericht ook een goede mogelijkheid zijn. De fractie van D66 kijkt daarom uit naar de plannen van het college. Kunt u een tijdslijn aangeven van alle stappen? 8. Wat betreft wijkbeheer en de wijkploegmedewerker lijkt de klanttevredenheid lager te liggen. In de actie en verbeterpunten wordt hier niet per vraag op teruggekomen, maar algemeen gesteld dat in een betere communicatie en het doorzetten van de melding naar de juiste persoon dit punt verbeterd moet worden. Wat wordt dat bedoeld met dit punt? En waarom worden juist conclusie getrokken over betere communicatie en het doorzetten van de melding in relatie tot de antwoorden op de vragen, en niet andere oplossingsmogelijkheden? Is het in de analyse mogelijk om de meldingen van de laatste week van november er nu al uit te halen? Als mensen ons vragen waar we wonen, dan geven we eigenlijk altijd als antwoord: Barendrecht! En in het buitenland roepen wij altijd vol trots: We are from the Netherlands, of tijdens het bestellen van een verse baguette, bij een bakker in een Frans pittoresk dorpje: Je viens de Hollande! Wij, trotse Nederlanders, en vaak trotse Barendrechters, weten maar al te goed waar we vandaan komen, en waar we wonen, werken en leven. Maar toch vergeten we vaak een belangrijk iets: de provincie. Uiteindelijk is dat namelijk wel de regio waar we ons dagelijks bevinden. Van recreatie tot en met wonen en van ondernemen tot en met winkelen. Wij wonen dus niet alleen in Europa, niet alleen in Nederland, en niet alleen in Barendrecht. Wij wonen ook in Zuid-Holland! Daarom is het heel belangrijk dat wij op 18 maart onze stem laten horen! In de provincie worden allerlei zaken behandeld en besloten. Denk aan het creëren van nieuwe natuurgebieden, het aanleggen van duurzame energiebronnen, het verbeteren van regionaal openbaar vervoer en het stimuleren van innovatie. Dit zijn slechts een paar voorbeelden van de vele onderwerpen die in de provincie worden besloten en direct invloed hebben op onze leefomgeving. Maar waarom D66? D66 barst bijna uit haar voegen van de vele ambitie die de partij heeft. Zo gaat D66 in Zuid-Holland zich de komende jaren onwijs hard inzetten voor meer duurzaamheid, een duurzame kenniseconomie, innovatieve projecten zoals de getijdencentrale op de Brouwersdam en het aanleggen van meer fietssnelwegen. Ook dit is weer slechts een handgreep van alle standpunten waar D66 voor staat en voor gaat. Neem anders eens een kijkje op zuidholland.test-wp2.local voor meer informatie over de standpunten. Op wie we ook gaan stemmen, één ding is zeker: op 18 maart stemmen we niet alleen voor onze provincie! Ook voor de Eerste Kamer! En dat is nu juist de kamer die de Tweede Kamer controleert. 18 maart is dus een heel belangrijke dag, voor zowel onze directe leefomgeving als voor het landelijk beleid. Kortom, nu vooruit! Stem D66! Frank Verbrugge Algemeen bestuurslid D66 Barendrecht Waarom de keuze voor dit onderwerp? D66 besteedt vanaf juli 2014 aandacht aan de leegstand in winkelcentrum Carnisse Veste. In juli 2014 heeft D66 vragen gesteld aan het College van B&W over de mogelijkheid van een Leegstandverordening als oplossing om constructief met de eigenaar in gesprek te komen. Het College gaf aan dat de situatie van Carnisse Veste hun aan het hart ging en dat zij in gesprek waren met de verhuurder. In december 2014 heeft D66 opnieuw vragen gesteld aan wethouder Vermaat, ook omdat het aantal lege winkels toenam, van acht winkels naar meer dan tien. De zorgen hierover heeft D66 geuit in de Raad op Straat (De Schakel 18 december). Wie heeft u gesproken? Naar aanleiding van die Raad op Straat is een reactie naar de fractie van D66 gestuurd door WPM (Winkelcentrummanagement BV). WPM is de beheerder van Carnisse Veste. WPM, zich bewust van de huidige leegstand, gaf aan onze zorgen te delen, maar dat negatieve uitlatingen meer onrust geven bij ondernemers en consumenten (burgers) averechts werken om de leegstand te verminderen. Naar aanleiding van deze email zijn raadsleden Marcel van Prehn en Marianne Tijssen-Humme in gesprek gegaan met Manon Allard, projectmanager van WPM. WPM komt over als een professioneel bedrijf, waar men zich het belang van ‘vol’ winkelcentrum Carnisse Veste realiseert. WPM werkt actief aan de verhuur van het winkelcentrum. Diverse partijen in Barendrecht worden hiervoor benaderd alsmede landelijke partijen. Waar heeft u de overige informatie vandaan? Van diverse winkeliers hebben beide fractieleden van D66 altijd begrepen dat de huren te hoog zijn, de duur van de huurcontracten te lang, de bouw van het winkelcentrum verkeerd. In gesprekken met de winkeliers komt ook altijd de persoonlijke betrokkenheid naar voren. Nu ervaart de fractie van D66 de inspanningen van WPM en dat is een goede zaak. Op dit moment laat de eigenaar, Rabobank pensioenfonds een onderzoek uitvoeren om een match te kunnen maken tussen de burgers van Barendrecht en de soort winkels die aansluit bij de behoeften. Tussen WPM en de gemeente vindt regelmatig overleg plaats, maar ook tussen WPM en winkeliers(vereniging). Wat is het vervolg? De huidige stand van zaken is dat één winkelpand opnieuw verhuurd is en wordt verbouwd. Voor vijf-zeven winkelpanden is WPM in gesprek met kandidaat huurders. Hierover wordt binnenkort meer bekend gemaakt, wat ontzettend goed nieuws is. Het verminderen van de leegstand maakt dat winkelcentrum Carnisse Veste gezelliger en aantrekkelijker voor de burgers en de winkeliers. Voor allemaal een win-win situatie. De fractie van D66 overweegt een overleg met wethouder Vermaat over een ander punt wat nog speelt en mogelijk nog meer kan bijdragen aan het verminderen van de leegstand. Het doet de fractie van D66 deugd dat het beter gaat met Winkelcentrum Carnisse Veste. Gelukkig weer in de lift!