Wie is wie in de Stadsdeelcommissie? Wie is Nora Ait Boubker (D66)?

Het jongste stadsdeelcommissielid Nora Ait Boubker is geboren en getogen in de Indische Buurt en heeft een Marokkaanse achtergrond. Ze studeert aan de Vrije Universiteit (Master Law and Politics of International Security) en naast haar activiteiten voor de stadsdeelcommissie is ze ook actief als voorzitter van de Unesco jongerencommissie en bestuurslid van Amnesty International NL.

Al heel jong was ik activistisch en empathisch’, vertelt Nora. ‘Met politiek had ik nooit zoveel, net als de meeste andere jongeren. Maar als ik ergens misstanden of ongelijkheid tegenkwam, dan stond ik al snel vooraan om er iets aan te doen’. De politiek ging pas leven toen ze tijdens haar studie colleges kreeg over staatsrecht. Via via kwam ze nog niet zo lang geleden terecht bij een D66-masterclass. De echte vonk die haar bij die partij bracht was Sigrid Kaag. En wel toen zij besloot om haar baan bij de VN op te geven om partijleider van D66 te worden.

Nora voelt zich een sociaal-liberaal in hart en nieren en toen ze zich meldde om ook wat voor D66 te gaan doen in Amsterdam Oost, toen ging het ineens snel. Voor ze het goed en wel besefte stond ze ineens als nummer 1 op de kandidatenlijst voor de stadsdeelcommissie voor Amsterdam Oost. ‘Ik moest echt nog wel even uitzoeken wat het werk van de stadsdeelcommissie eigenlijk inhield en soms is het nog steeds zoeken.’

De onderwerpen waar ze zich mee bezighoudt – in een wat grotere fractie kun je de onderwerpen natuurlijk beter verdelen – sluiten erg aan bij de thema’s waar ze ook in andere hoedanigheden al mee bezig was: zoals openbare orde en veiligheid, onderwijs en jongerenparticipatie. ‘Ik heb twee jaar lesgegeven op een middelbare school in Amsterdam Noord en met mijn eigen jeugd in de Indische buurt heb ik goed kunnen ervaren wat jongeren in diverse en multiculturele stadsdelen als Amsterdam Oost bezighoudt.’ Uit de vele contacten in de buurt en uit werkbezoeken haalt ze haar inspiratie om onderwerpen in te brengen in de stadsdeelcommissie.

Nora investeert ook veel in contacten met partijgenoten in de andere stadsdelen en de gemeenteraad. Het grote voordeel van het bestaan van de stadsdeelcommissies is dat de leden veel meer bereikbaar zijn voor de bewoners dan de gemeenteraad. Via werkbezoeken, maar ook via sociale media (waarop Nora erg actief is) komt ze erachter wat er leeft. Het betrekken van jongeren is wel een grote uitdaging. Een van haar ambities is het opzetten van een jongerenraad voor Oost.

Een voorbeeld van een onderwerp waar ze hard voor gestreden heeft, is de aanleg van een regenboogzebrapad om zo het streven naar meer veiligheid in de openbare ruimte voor de LHBTI+gemeenschap te benadrukken. Na een breed aangenomen motie ligt de bal nu bij het dagelijks bestuur.

Soms zijn er onderwerpen waar in het stadsdeel anders over gedacht wordt dan in de coalitie van de centrale stad. Meestal gaat het dan over de uitvoering. ‘Ook ik ben voor een autoluwe stad, maar je moet de bewoners en bedrijven in deelgebieden wel meenemen in hoe je daar uitvoering aan gaat geven en goed communiceren waarom het nodig is.’ Wat dat betreft zijn de discussies over de gebiedsgerichte opgaven ook altijd erg interessant.

Wat de functie van lokale media betreft, geeft Nora aan dat het informeren van de bewoners erg belangrijk is, maar alleen met een krantje of een online nieuwsbrief ben je er niet. Zoals gezegd maakt Nora als een van de weinigen in de commissie veel gebruik van sociale media als Instagram. Door fragmenten uit de gefilmde commissievergaderingen te delen kun je hele andere doelgroepen bereiken en het levert veel respons op.

Hoe haar (politieke) toekomst eruit ziet weet Nora nog niet. De landelijke politiek trekt haar gezien de onderlinge omgangsvormen op dit moment niet bepaald. Anderzijds, als je wat wil bereiken dan moet je wel bereid zijn om daar ook op een ander podium voor te gaan. ‘De komende twee jaar is er nog genoeg te doen in Oost en na het afstuderen maar eens verder kijken.’