Onderzoek Rekenkamer naar meerjarige projecten

Het onderzoek van de rekenkamer concludeert dat de lange looptijd van meerjarige projecten specifiek is voor elk project en niet door generieke problemen wordt veroorzaakt. De projecten N65, Het Kwartier en De Speeldoos kennen complexe trajecten, waarbij verschillende factoren zoals juridische vernietigingen, variantenonderzoek en bestuurlijke meningsverschillen een rol spelen.

De aanbevelingen benadrukken het belang van een sterk institutioneel geheugen door besluiten en voorgeschiedenis goed te documenteren en samenvattingsdocumenten met tijdlijnen aan de raad te geven. De raad moet duidelijke, SMART-geformuleerde kaders stellen bij projectstart. Daarnaast is betere ondersteuning nodig bij het doorgronden van informatie, het inschatten van onomkeerbare beslissingen en het bevorderen van samenwerking tussen raad, college en ambtelijke organisatie. Tot slot wordt uniform projectmanagement aanbevolen voor consistentie en risicobeheersing.

“De rekenkamer heeft een comeback gemaakt in Vught, en zoals we in de commissievergadering hebben aangegeven is D66 daar blij mee. Kritischer waren we over de diepgang en het onderwerp van het gedane onderzoek. Hoewel dit eerste onderzoek een mooie basis vormt en bovendien de kans heeft geboden kennis te maken met Vught en haar specifieke actoren en processen, zien wij in het vervolg liever onderzoek naar afgesloten dossiers.” aldus raadslid Pieter van de Meerakker. “Enerzijds omdat dit de kans biedt tot een alomvattend oordeel te komen, anderzijds omdat het ons als Raad niet in de verleiding brengt de Rekenkamer te gebruiken, of misbruiken zo u wil, in dossiers waar wij er gezamenlijk niet of moeilijk uit lijken te komen. Hoe actueel deze zorg is bleek afgelopen week tijdens de begrotingsbehandeling waar terloops werd voorgesteld de rekenkamer mee te laten kijken bij het project van der Valk. Voor D66 is dat een weg die we niet in moeten slaan, want de rekenkamer gaat zelf over de onderwerpkeuze.”

Daarnaast had de fractie van D66 gehoopt op een concretere reactie op de aanbevelingen voor zowel de raad als het college. In de commissie is besproken hier als raad verder over in gesprek te gaan. In de reactie zinspeelt het college op een gesprek met de raad over de informatievoorziening en het samenspel. Dat moeten we gezamenlijk concreter maken om te voorkomen dat deze aanbevelingen in de voor ons gevreesde stoffige la belandt.