Gedegen aanpak veranderingen woningvoorraad.


Steeds vaker voeren projectontwikkelaars, aannemers en woningeigenaren kleine projecten uit in de stad door woningen op te splitsen ,  samen te voegen of door middel van andere ingrijpende bouwkundige aanpassingen die zorgen voor wijzigingen van de bestaande woningvoorraad.  Daarnaast wordt ook zelfstandige woonruimte omgezet in kamerbewoning.  Hoewel bezorgde burgers hierover beklag doen bij de gemeenteraad, is er binnen de gemeente geen eenduidig beleid om met deze ontwikkelingen om te gaan. D66-raadslid Lars Roodenburg heeft het college samen met de raadsleden Pepijn Zwanenberg (GroenLinks) en Bülent Isik (PvdA) om een gedegen aanpak gevraagd.

Het college geeft aan in gesprek te gaan met de wijkraden over dit onderwerp. D66 juicht dit toe en zal de uitvoering van deze toezegging nauwlettend volgen. Daarnaast zegde de gemeente toe dat, indien deze gesprekken aanleiding vormen om beleidsregels op te stellen, ook andere belanghebbenden worden betrokken. Dit is tevens in lijn met de Utrechtse participatiestandaard. Het beleid dient bij voorkeur tot stand te komen in samenwerking met de raad en belanghebbenden en dient zowel recht te doen aan de belangen van de gemeente, woningeigenaren, omwonenden als woningzoekenden.

Verder gaat D66 de schriftelijke vragen en antwoorden agenderen voor een commissievergadering. De reden hiervoor is dat een splitsingsvergunning wordt getoetst aan de Woningwet en een omzettingsvergunning wordt getoetst aan de Regionale Huisvestingsverordening. In deze verordening staat een belangenafweging, waarbij het belang van de aanvrager wordt afgewogen tegen het belang van het behoud van de zelfstandige woonruimte, in de Woningwet staat deze belangenafweging niet. D66 is van mening dat in beide gevallen de woningvoorraad substantieel verandert. De belangenafweging voor omzettingsvergunningen zal ook plaats moeten vinden ten aanzien van het splitsen van woningen.
Vanwege het feit dat veel burgers zich zorgen maken over omzettingen en splitsingen dient in
ieder geval in beide gevallen een leefbaarheidstoets en volkshuisvestelijke
toets plaats te vinden.