Verslag sessie ”De rol van de religie in de samenleving” op C103

De rol van de religie in de samenleving, dat was het thema voor een fringe-meeting op het D66 congres van 16 april, georganiseerd door de werkgroep religie en levensbeschouwing. Zeker 80 D66-ers waren in de te krappe zaal aanwezig. Gert Jan Geling, voorzitter van de werkgroep, leidde de bijeenkomst. De aftrap werd gegeven door D66 bekendste europarlementariër, Sophie in ’t Veld. Daarna kwamen de volgende panelleden aan het woord: Boris van der Ham als voorzitter van het Humanistisch Verbond, Siebren Miedema, professor in de godsdienstpedagogie, Brahim Bourzik, hoofdredacteur van De Moslimkrant en Daniëlle Woestenberg, juriste in dienst van de Rooms Katholieke Kerk in Nederland en secretaris van het interkerkelijk contactorgaan met de overheid.

Sophie in ’t Veld begon met te stellen dat de belangstelling voor religie verrassend was, nadat ooit ‘God verdwenen was uit Jorwerd’. Zij verklaarde de belangstelling voor het thema door de problematiek van de geradicaliseerde islam. Zij gaf aan dat D66 tegenover de religie pal moet staan voor de verworvenheden van de diversiteit en de vrijheid van de burger op ethisch terrein; zij noemde de abortuswetgeving en het stamcelonderzoek. Ook het Vaticaan en de evangelicals in Amerika bedreigen hier de vrijheid. Sophie sprak vanuit haar ervaring als voorzitter van een platform voor secularisme (EPPSP), een platform van het Europese parlement waarin leden van verschillend partijen zich beijveren voor scheiding van kerk en staat.

Boris van der Ham onderstreepte de noodzaak van de emancipatie van mensen die hun zingeving ook op seculiere basis willen doen. Emancipatie is nodig ook binnen de religieuze gemeenschappen. Met name binnen de islam is veel onverdraagzaamheid ten opzichte van geloofsafval; in 13 islamitische landen staat daarop de doodstraf.

We moeten niet te politiek correct zijn om dat te benoemen. Siebren Miedema benaderde het thema vanuit een andere invalshoek. Religie doet er toe, en dat niet alleen achter de voordeur maar ook in het publieke leven. Binnen onze pluriforme samenleving behoort religie publiek aan de orde te komen in het domein van de educatie. Voor een goed burgerschap is kennismaking met verschillende waarden en levensbeschouwelijke achtergronden noodzakelijk; wel binnen de bandbreedte van de liberaal-democratische samenleving. 

Brahim Bourzik vertelde hoe hij, onder andere via het uitgeven van een Mohammed-glossy, zich toelegt op het wegnemen van vooroordelen tegen de islam. Hij riep op elkaar niet te gijzelen en het onderscheid tussen de hoofdstroom van de islam en de radicale islam niet uit het oog te verliezen. 

Daniëlle Woestenberg benadrukte dat systematische opvattingen van religie of levensbeschouwing nodig zijn om waarden in de samenleving overeind te houden. Zij ziet geen grote problemen de rol van de religie. De 5 miljoen kerkleden zijn onderdeel van de samenleving. Democratie staat voorop: we moeten elkaar vinden binnen de rechtsstaat. Daarbinnen proberen we het ‘bonum commune’ – gezamenlijke voorwaarden voor een goed leven – te realiseren. De kerk wordt echter door de overheid te veel gehinderd als te ver doorgevoerde privacyregels haar verhinderen ouderen die in de WMO zitten te benaderen.

Met deze korte presentaties van de panelleden werden een aantal knuppels tegelijk in het hoenderhok gegooid. Er ontstond een levendig, soms ook emotioneel debat. Sophie gaf als reactie op de opmerkingen van Daniëlle dat het haar niet gaat om afbreuk te doen aan waarden maar om de macht van instituties die waarden opleggen. Veel waarden worden in de maatschappij niet algemeen gedeeld. Siebren Miedema haakte in op het verschil tussen persoonlijke waarden en de rol van instituties. In sommige onderwijsinstellingen probeert men het levensbeschouwelijk onderwijs los van institutionele bindingen te geven; kinderen van verschillende achtergronden zijn welkom. De discussie werd feller toen Boris als kern van het ‘bonum commune’ twee richtlijnen formuleerde: zelf kunnen kiezen en geen schade doen aan anderen. Vervolgens lichtte hij toe dat onder dat geen schade doen ook kan vallen het besnijden van baby’s en het ritueel slachten. Daar zou toch op z’n minst discussie over mogelijk moeten zijn. Brahim verzette zich hevig tegen het gebruik van dat schadebeginsel bij de door Boris genoemde zaken; voor beide genoemde kwesties wees hij dat af. Hij stelde dat de moslimgemeenschap blij is met de joodse gemeenschap die er voor gezorgd heeft dat er het ritueel slachten in Nederland ingeburgerd is, zodat de moslims geen geiten en schapen clandestien vanuit België hoeven te importeren.

Toen ook het publiek aan het debat deelnam gingen de golven hoog. Zowel de rol van de paus in de internationale politiek als de gevaren van sharia kwamen aan de orde. En: is het sociaalliberalisme ook geen levensbeschouwing? Aan Daniëlle Woestenberg werd de vraag gesteld of het gezien de eeuwenlange onderdrukking door de kerk niet begrijpelijk is dat de sociaalliberalen de samenleving willen veranderen. Daniëlle antwoordde dat onderdrukking ook door seculiere ideologische bewegingen heeft plaatsgevonden, en dat zij haar eigen bijdrage hier leverde als antwoord op de vraag van de werkgroep van D66 naar de positie van religie binnen de huidige samenleving.

Afsluitend kunnen we vaststellen dat het een leerzame sessie was. Twee partijen zaten elkaar dicht op de huid met elk hun eigen vragencomplex. De ene partij ging uit van vragen als: matigen religieuze instituties zich nog altijd niet te veel macht aan? En staan zij de vrijheid en emancipatie van het individu, ook binnen eigen achterban, niet te veel in de weg? De andere partij stelde vragen als: komt de vrijheid van godsdienst niet in gevaar? Religie is toch niet alleen voor achter de voordeur? En is de waarden-educatie die religies en andere levensbeschouwingen leveren niet heel belangrijk voor sociaal betrokken burgers in onze pluriforme samenleving? Het wederzijds ingaan op elkaars vragen is misschien een stap die nog gemaakt moet worden.