Statenlid Leon Vaessen (D66): schriftelijke vragen inzake trein Eindhoven-Aachen

Beeld: Pepijn Pi

Op 15 september 2022 vergaderde de vaste Kamercommissie Infrastructuur & Waterstaat. In de Limburger lezen we dat de staatssecretaris wel overtuigd is van het belang van de volwaardige intercityverbinding tussen Eindhoven, Heerlen en Aachen, maar dat een echt structurele invulling er nog lang niet zou kunnen komen. Wat D66 betreft is het nu tijd voor actie, er staan heel veel seinen op groen. Deze verbinding kan worden gerealiseerd, dus dat moeten we doen!

Motie Provinciale Staten

Op 26 juni 2020 hebben Provinciale Staten unaniem motie 2606 ‘Vaart achter de IC naar Aachen’ aangenomen. Provinciale Staten hebben daarin het belang van de directe verbinding tussen Eindhoven en Aachen nog eens onderstreept. Ook hebben Provinciale Staten hierin aangegeven de komst van deze directe verbinding prioritair te stellen aan het eindpunt van de verbinding, of het nu Eindhoven, Amsterdam of Den Haag is. Het college werd verzocht zich onverminderd in te zetten voor de komst van deze directe volwaardige verbinding per 2025, wanneer de nieuwe concessie voor het hoofdrailnet in gaat.

Directe verbinding

Op 12 september heeft het College bij de motie een stand van zaken opgenomen. We lezen dat de eerder door NS & Arriva voorgelegde modellen niet inpasbaar waren binnen de beschikbare infrastructuur en dienstregelingsmodellen. Maar we lezen ook dat het streven is dat in december 2023 een rechtstreekse verbinding in de dagranden gaat rijden tussen Eindhoven, Heerlen en Aachen. Dat is wat D66 betreft een fraaie eerste stap, maar er is meer nodig.

Dienstregeling

D66 is van mening dat de nieuwe concessieperiode HRN (start per 1-1-2025) mogelijkheden biedt om de deze verbinding volwaardig, in een uursfrequentie te realiseren, niet omdat de beschikbare infrastructuur dan plotseling ruimer is, maar wel omdat dit moment is waarop er andere dienstregelings- en exploitatiemodellen kunnen worden geïmplementeerd, bijv. het gebruiken van 1 van de 2 bestaande uurlijkse dienstregelingpaden tussen Heerlen en Eindhoven voor het doortrekken van de (regionale snel)trein uit Aachen.

Regionale sturing

Het nieuwe HRN is ook het moment om randvoorwaarden te creëren voor regionale sturing op de snelle realisatie en borging van deze verbinding – gezien het feit dat na meer dan 10 jaar lobbyen, onderzoeken uitvoeren en de al bestaande verankering in het HRN 2015-25 de gewenste verbinding nog niet is gerealiseerd. Wat D66 betreft is het College daar kien op, zodat we niet in 2025 na de periode van dagrand- bediening nog tien jaar vastzitten aan die dagranden, of nog erger, de verbinding weer verliezen. Op 14 september 2022 is er door de Kamerleden van der Molen, van Ginneken en Minhas een motie voorgesteld m.b.t. de verbinding Eindhoven-Heerlen-Aachen.

In de motie wordt het kabinet verzocht in beeld te brengen hoe in de kosten van deze verbinding op het momenteel in de HRN-concessie zittende deeltraject Eindhoven-Heerlen kan worden voorzien en de kamer voor de volgende MIRT bespreking daarover te informeren. Wat D66 betreft houdt de provincie daarbij goed de verantwoordelijkheid van het Rijk in die bekostiging in het oog. Ook wordt het kabinet verzocht in het programma van eisen voor de nieuwe concessie van het hoofdrailnet op te nemen dat, ten behoeve van de verbinding Eindhoven-Heerlen-Aachen, het traject Eindhoven-Heerlen vanaf 1 januari 2025 opengesteld wordt voor samenloop. Dat vindt D66 ook een belangrijke randvoorwaarde om de volwaardige verbinding (1x per uur op alle dagen van de week) kansrijker te maken en duidelijk sneller te realiseren.

Schriftelijke vragen

Gezien het verzoek van Provinciale Staten in motie 2606 voor de inzet op een volwaardige, directe verbinding per 2025, stellen we de volgende vragen aan uw College: