Het nieuwe HRN is ook het moment om randvoorwaarden te creëren voor regionale sturing op de snelle realisatie en borging van deze verbinding – gezien het feit dat na meer dan 10 jaar lobbyen, onderzoeken uitvoeren en de al bestaande verankering in het HRN 2015-25 de gewenste verbinding nog niet is gerealiseerd. Wat D66 betreft is het College daar kien op, zodat we niet in 2025 na de periode van dagrand- bediening nog tien jaar vastzitten aan die dagranden, of nog erger, de verbinding weer verliezen. Op 14 september 2022 is er door de Kamerleden van der Molen, van Ginneken en Minhas een motie voorgesteld m.b.t. de verbinding Eindhoven-Heerlen-Aachen.
In de motie wordt het kabinet verzocht in beeld te brengen hoe in de kosten van deze verbinding op het momenteel in de HRN-concessie zittende deeltraject Eindhoven-Heerlen kan worden voorzien en de kamer voor de volgende MIRT bespreking daarover te informeren. Wat D66 betreft houdt de provincie daarbij goed de verantwoordelijkheid van het Rijk in die bekostiging in het oog. Ook wordt het kabinet verzocht in het programma van eisen voor de nieuwe concessie van het hoofdrailnet op te nemen dat, ten behoeve van de verbinding Eindhoven-Heerlen-Aachen, het traject Eindhoven-Heerlen vanaf 1 januari 2025 opengesteld wordt voor samenloop. Dat vindt D66 ook een belangrijke randvoorwaarde om de volwaardige verbinding (1x per uur op alle dagen van de week) kansrijker te maken en duidelijk sneller te realiseren.