Cultuur. Altijd en overal.

Iedereen die weleens naar een festival gaat, een boek leest, een film kijkt of musea bezoekt, weet: kunst en cultuur maken het leven rijker. Ze geven ons ruimte om te voelen, denken, ontdekken en onszelf te zijn. Ze verbinden in moeilijke tijden, brengen mensen op onverwachte momenten samen en houden de samenleving een spiegel voor.

Cultuur geeft hoop, verbeelding, troost en inspiratie – en is onmisbaar voor een vrije en veerkrachtige samenleving. De culturele sector is ook een sterke economische kracht: zonder creativiteit geen innovatie. Daarom maakt D66 kunst en cultuur overal voor iedereen toegankelijk.

Cultuur is belangrijk omdat het mensen verbindt, inspireert en ruimte geeft aan verbeelding en nieuwe perspectieven. D66 wil daarom een rijk en breed cultuuraanbod, toegankelijk voor iedereen.

Daarom kiezen we voor een sterk kunst- en cultuurbeleid, waarin de Rijksoverheid, de provincies en de gemeenten een gedeelde zorgplicht hebben voor het cultuuraanbod. Dat krijgen we van de grond met een nieuw subsidiestelsel met langdurige financiering, meer aandacht voor de positie van makers en kunstenaars en een extra stimulans aan culturele centra als bibliotheken, muziekscholen en buurthuizen.

Rust, ruimte en stabiliteit voor de makers: 
D66 wil een grondige hervorming van het subsidiestelsel. Met meer structurele middelen, langere subsidieperiodes en een betere regionale spreiding ontstaat rust, ruimte en stabiliteit voor de sector. Door samenwerking tussen overheden te versterken, wordt het cultuurbeleid effectiever, overzichtelijker en beter afgestemd op regionale behoeften.

Hieronder vind je tekst van het conceptverkiezingsprogramma. Deze is ook als pdf te vinden op deze website via deze link.

Verkiezingsprogramma

• D66 kiest voor een bruisende, ondernemende culturele sector. We investeren meer en langdurig. Zo krijgen makers, kunstenaars en instellingen meer zekerheid, minder last van regels en meer ruimte voor creativiteit en vernieuwing.

• We willen een diverse culturele sector, met meer ruimte voor individuele kunstenaars, kleine collectieven en nieuwe kunstvormen. Cultuur moet overal in Nederland te vinden zijn, ook buiten de grote steden.

• Kunstenaars kunnen zich in een kwetsbare positie bevinden, met ongezonde machtsverhoudingen. D66 wil een betere beloning en meer toezicht op werkomstandigheden en betere bescherming van auteursrechten.

• Iedereen heeft het recht op cultuur. Dankzij D66 blijft het lage btw-tarief op cultuur, boeken en sport. Kunst, kennis en beweging mogen nooit een luxe zijn.

• D66 wil een volwaardige bibliotheek in iedere buurt. Niet alleen voor boeken, maar ook voor ontmoeting, gezelligheid, taallessen, toegankelijke overheidsinformatie, digitale hulp en projecten voor mensen die laaggeletterd zijn. Zo versterken bibliotheken wijken en dorpen.

• Er zijn steeds minder muziekscholen in Nederland. D66 wil muziekonderwijs terug in de samenleving. Met meer aandacht voor muziek op school, meer muziekscholen, kunsthuizen en creatieve centra.

• Nederland is rijk aan erfgoed. Van monumenten en kunstwerken tot streektalen en tradities: D66 maakt ons erfgoed weerbaar en toekomstbestendig. We geven mensen ruimte om dit zelf te ontdekken en beleven. Door erfgoed actief te gebruiken, houden we de geschiedenis levend.

• Op 1 juli is het Keti Koti. Dat wordt een nationale feestdag, net als Bevrijdingsdag op 5 mei. We staan stil bij het slavernijverleden en vieren de vrijheid.

• D66 wil een nationaal museaal beleid: structurele steun voor musea die de veelzijdige geschiedenis en cultuur van Nederland zichtbaar maken. Zoals het Slavernijmuseum in Amsterdam, het Eise Eisinga Planetarium in Franeker, het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk en het Museum Prinsenhof in Delft.

• De creatieve sector wordt actief betrokken bij maatschappelijke opgaven. Kunstenaars en ontwerpers brengen nieuwe perspectieven en kunnen vastgelopen processen doorbreken. We zetten deze aanpak voort en investeren in de samenwerking tussen overheid en creatieve sector.

Uitvoeringsprogramma

• D66 investeert structureel meer geld in de kunst- en cultuursector. We willen deze middelen inzetten voor het versterken van de regionale basisinfrastructuur cultuur. Zo zorgen we voor een beter evenwicht in de regionale spreiding van cultuursubsidie en komt er meer ruimte voor cultuuraanbod buiten de randstad.

• De looptijd van subsidies wordt verlengd van 4 naar 8 jaar. Dit biedt culturele instellingen meer zekerheid en zorgt voor minder administratieve lasten. Overheden en cultuurfondsen krijgen zo bovendien de ruimte om een langetermijnvisie op hun cultuurbeleid te ontwikkelen.

• In het subsidiestelsel komt meer ruimte voor vernieuwing. D66 wil dat alle cultuurfondsen, voorbij hun eigen grenzen, meer aandacht hebben voor nieuwe genres, experimentele kunstvormen, kleine collectieven en talentontwikkeling.

• Cultuurbeleid moet een gedeelde verantwoordelijkheid zijn van alle overheidslagen. D66 stimuleert daarom de samenwerking tussen het Rijk, de provincies en de gemeenten. Zo voorkomen we versnippering van middelen en procedures en zorgen we voor meer regionale inspraak in landelijk beleid.

• Instellingen die al jaren in de basisinfrastructuur zitten, krijgen een vaste subsidierelatie. In ruil daarvoor dragen zij een grotere verantwoordelijkheid en solidariteitsbijdrage binnen de sector richting nieuwe initiatieven.

• D66 wil dat de afspraken rondom de ‘fair practice code’ voor de culturele sector worden toegepast, nageleefd en gehandhaafd: een eerlijke beloning en goede en veilige werkomstandigheden zijn essentieel.

• Op dit moment zijn alleen musea die de rijkscollectie beheren ‘rijksmusea’. Musea die wél van grote nationale waarde zijn maar niet de rijkscollectie hebben – denk aan het Slavernijmuseum – vallen daardoor buiten het subsidiestelsel. Daarom willen we een nationale museale infrastructuur.

• De afgelopen jaren hebben kunstenaars en ontwerpers via verschillende overheidsprogramma’s op een effectieve en inspirerende manier kunnen bijdragen aan complexe maatschappelijke vraagstukken. Nu veel van deze initiatieven aflopen, dreigt waardevolle denkkracht verloren te gaan. D66 wil deze programma’s voortzetten en vernieuwen, zodat de creatieve sector structureel kan bijdragen aan de grote opgaven van onze tijd.

• D66 wil scholen helpen bij het verbeteren van kunst- en muziekonderwijs als onderdeel van de rijke schooldag: door inzet van gediplomeerde kunst- en muziekleraren komen meer kinderen in aanraking met kunst en cultuur, verhogen we de leskwaliteit en verlagen we de werkdruk van de leerkracht.