Een modern defensieapparaat
01. We laten de uitgaven aan Defensie toegroeien naar het Europees gemiddelde van het BNP. Tegelijkertijd gaat de Nederlandse regering een bottom-up analyse doen van wat er nodig is voor een adequate, slagvaardige defensie die zijn grondwettelijke taken kan vervullen, een afdoend antwoord geeft op de verslechterende veiligheidssituatie in en om Europa en in de verdere wereld. Hierbij nemen we de door de Minister van Defensie op 15 oktober 2020 gepubliceerde visie “Vechten voor een Veilige Toekomst” als leidraad.
02. Om onze vitale infrastructuur te beschermen tegen cyberaanvallen investeren we in cybercapaciteiten bij Defensie. Kennis hierover bij de Nederlandse krijgsmacht kan zowel in EU- als NAVO-verband worden ingezet.
03. Buitenlandse investeringen in strategisch belangrijke sectoren worden gescreend en in uiterste gevallen, zoals bij gevaar voor de nationale veiligheid, tegengehouden. Dezelfde criteria moeten voor de hele Europese markt gelden.
04. Defensie werkt samen met de private sector om als krijgsmacht flexibeler en beter aangepast aan onverwachte omstandigheden te kunnen functioneren.
05. Defensie moet een veilige werkomgeving bieden. De organisatie blijft werken aan de interne veiligheidscultuur zodat defensiepersoneel veilig het werk kan doen. Daarbij hoort zorg voor het bestaande personeel en veteranen.
06. Defensie voert actief beleid om een diverse organisatie te worden, in de breedste zin van het woord.
07. Er komen meer mogelijkheden voor deeltijd en reservisten. Leeftijdsbelemmeringen worden geschrapt.
We stellen onze krijgsmacht open voor burgers van andere EU-lidstaten.
08. Het inkoop- en vastgoedbeleid van Defensie wordt zoveel mogelijk verduurzaamd. Op deze manier wordt de krijgsmacht bovendien minder afhankelijk van fossiele brandstoffen.