Voorjaarsdebat 2024

Afgelopen woensdag 17 juli was het voorjaarsdebat, het laatste debat voor de zomervakantie. D66 deelde haar wensen voor een vrij en verbonden Groningen. Lees hier fractievoorzitter Jim Lo-A-Njoes woordvoering.

Voorzitter,

D66 Groningen wil dat we een gemeente zijn waar inwoners in vrijheid en verbondenheid met elkaar kunnen leven, zowel in goede als in lastige tijden. Wat ons betreft zijn daarvoor drie thema’s van cruciaal belang: duurzaamheid, een eerlijke economie en kansengelijkheid. Vanuit deze 3 perspectieven kijken we naar de toekomst en hebben we gekeken naar de grote hoeveelheid moties die vanavond worden besproken.

Wij willen bereiken dat ondernemers de ruimte krijgen om hun maatschappelijke waarde toe te voegen aan onze samenleving;
dat maakt wat ons betreft deel uit van een eerlijke economie.
Want met onze ondernemers en inwoners kunnen we samen richting geven aan een optimistische toekomst.

Een toekomst waarin iedereen zijn talenten kan ontplooien, waarin de gemeente op basis van gelijkwaardigheid, met haar inwoners en energiecoöperaties, vormgeeft aan een duurzame toekomst, en waarin ondernemers de ruimte krijgen om maatschappelijke waarde toe te voegen.

Daarvoor hebben we als gemeente een can do-houding nodig in plaats van een houding die vooral uitspreekt: ‘het kan niet en het mag niet – tenzij we het als gemeente zelf doen’.

We zien regelmatig dat er mooie initiatieven uit de samenleving worden geproblematiseerd in plaats van deze te omarmen.
De energie lijkt dan meer te liggen op de vraag waarom het NIET kan, in plaats van hoe het WEL kan.

Hoe mooi was het geweest als we net als bij Roze Zaterdag en de viering van Keti Koti, nu hier in deze raad met een zelfde goed gevoel hadden kunnen uitkijken naar de Groningen marathon na het zomerreces, of tevreden terugkijken op de geweldige sfeer en het ongekende feest tijdens de vele dancefeesten en Koningsdag op het Poeleplein. En dat we geen gedoe hadden gehad met inwoners en ondernemers rondom het fietsparkeren, het voortslepende debacle rondom de reclamebelasting, het broodjes verkoopverbod op zondag en dat lokale initiatieven zoals de Wijnloop in Haren van meet af aan soepeltjes waren opgepakt door het college?

D66 betreurt het dat mooie initiatieven van enthousiaste inwoners, ondernemers en organisaties geen doorgang hebben kunnen vinden omdat de gemeente vooral zag waarom het allemaal NIET kon.
Het geeft ons de indruk dat er wat betreft het soepel oppakken van initiatieven vanuit de samenleving echt wat veranderd is in de houding van de gemeente.

Een houding die meer en meer begint te contrasteren met de houding van voorgaande colleges.
En dat bevreemd ons.
Want inhoudelijk gezien is het overgrote deel van het beleid uit voorgaande perioden gewoon overgenomen en veelal ongewijzigd doorgezet in het huidige beleid. Wij vinden het jammer en onnodig dat met dit beleid, inwoners en ondernemers het gevoel beginnen te krijgen dat wat zij vinden er niet toe doet. Want we hebben diezelfde inwoners en ondernemers hard nodig om de doelen in ons beleid te bereiken.

Er is echter hoop, want ondanks de woede over de wijze waarop de reclamebelasting door de coalitie erdoor werd gedrukt, blijven de Groninger ondernemers de gemeente opzoeken met de vraag en de hoop om beter samen te werken aan een positieve impact op onze lokale samenleving.

Wij zijn ervan overtuigd dat juist onze ondernemers maatschappelijke waarde kunnen toevoegen aan Groningen en dat zij dat ook graag willen. En dat hoorden we ook van hen tijdens de door hen georganiseerde reis naar Tilburg.

En daarom dienen we mede de motie “Maak impact met een nieuw actieprogramma impact ondernemerschap” in. Een motie die door de PvdA geïnitieerd is en die we graag mede indienen omdat we ons beseffen dat ook hier in deze raad, samen zullen moeten werken. Juist ook in lastige tijden. En dat doet D66 graag.

Ons tweede perspectief is duurzaamheid.
Wij willen bereiken dat inwoners en ondernemers de duurzame toekomst van Groningen mede kunnen vormgeven. D66 staat voor een groene en gezonde gemeente, met een schone bodem, schoon water en schone lucht. D66 wil daarbij dat inwoners en ondernemers gezamenlijk deze duurzame toekomst kunnen vormgeven. Inwoners moeten daarvoor wel de vrijheid voelen om duurzame keuzes te maken en zich hierin gesteund voelen door transparantie en duidelijk en betrouwbaar beleid.

De biodiversiteit staat wereldwijd onder grote druk.
De biodiversiteitscrisis is een van de grootste bedreigingen van het voortbestaan van ons leven op aarde. Ook in Groningen daalt de biodiversiteit. Invasieve exoten, zoals de Reuze Berenklauw, verslechteren onze biodiversiteit. Gelukkig helpt een ander maaibeleid en groenstroken in de middenbermen om ervoor te zorgen dat insecten, vlinders, bijen en hommels terugkeren. Daarom wil D66 alle zeilen bijzetten om het tij te keren. Wij zijn van mening dat we daarbij alle handen nodig hebben. En dat hierbij juist onze inwoners een sleutelrol kunnen spelen, omdat inwoners hun leefomgeving goed kennen en weten wat er nodig is. Zo kunnen zij een waardevolle bijdrage leveren aan het verbeteren van de biodiversiteit. Daarom dienen hiertoe de motie “Inzet inwoners bij bestrijding invasieve exoten” in.

Tenslotte voorzitter, kansengelijkheid.
Wij willen bereiken dat iedereen zijn talenten vrij van zorgen kan ontwikkelen en daarvoor is kansengelijkheid de sleutel. Kansengelijkheid begint bij het aanpakken van armoede en schulden.
Daarom steunen we het idee van ongelijk investeren voor gelijke kansen zoals we dat langjarig doen in de Noordelijke Wijken. We vragen daarbij speciale aandacht voor jongeren, ongeacht waar ze wonen. Het aantal jongeren met bijstand en schulden neemt toe en zet druk op hun mentaal welzijn, en dat baart ons zorgen. Begeleiding naar werk blijft belangrijk.

Toegang tot onderwijs, werk, sport en cultuur is cruciaal voor de ontwikkeling van mensen en mag niet belemmerd worden door financiële zorgen. Daarom vinden we het van belang dat we blijven investeren in sport-, kunst- en cultuurvoorzieningen. Voorzieningen zoals het geplande cultuurcentrum de Nieuwe Poort en het behoud van een kunstijsbaan voor onze regio.

Een derde basisvoorwaarde voor kansengelijkheid is een woning die past bij de levensfase waarin je verkeert. Maar, niet alleen hebben veel mensen moeite om een passende woning te vinden, met name jongeren hebben regelmatig last van misstanden op de woningmarkt.
We zijn mede-indiener van meerdere moties die gericht zijn op kansengelijkheid, maar ik pak er één uit. Met de motie ‘Should I Stay or Should I Go?’ hopen we bij te dragen aan een verbeterde doorstroming op de woningmarkt.
Want ja, we zullen en gaan de komende jaren de woningvoorraad vergroten door te bouwen, maar de bestaande woningvoorraad zal toch ook slimmer en beter verdeeld moeten worden. Want te veel mensen zitten vast in een woonruimte die niet meer bij ze past. Deze motie zet daarop in.

In onze visie is Groningen, ook na het ravijnjaar, een gemeente waarin we onze voorzieningen overeind hebben weten te houden waardoor we een bruisende en aantrekkelijke stad zijn gebleven.
Aantrekkelijk en toegankelijk, ongeacht je afkomst, inkomen en waarin een ieder de vrijheid voelt om in verbondenheid te zijn wie die is.

We herkennen ons over het algemeen in veel van de doelen van het staande beleid van het college en we zullen deze doelen blijven steunen. Want we beseffen ons dat de beoogde resultaten en effecten van goed beleid tijd vragen, vaak meer tijd dan één of twee politieke termijnen. De vergroening van de Grote Markt is, net als de realisatie van het eerste deel van het Urban Skatepark in het Stadspark en het integrale huisvestingsplan voor de scholen in onze gemeente, het resultaat van doorlopend beleid. Het zijn mooie resultaten waarvoor door opeenvolgende wethouders en ambtenaren hard is gewerkt en waar onze waardering naar uit gaat.

We roepen het college echter wel op om onze inwoners en ondernemers wat meer de vrijheid te geven om in verbondenheid met elkaar en met de gemeente belangrijke bijdragen aan onze lokale samenleving te kunnen leveren. Want de neiging kan bestaan om alles zelf te willen doen als gemeente, zeker als je de overtuiging hebt dat je als overheid het beter weet en beter kunt dan inwoners en bedrijven.

Voorzitter,
Alleen samen met onze inwoners en ondernemers gaat het ons lukken om de complexe uitdagingen voor de nabije toekomst succesvol het hoofd te bieden.

Want, voorzitter, wij zijn er van overtuigd dat onze inwoners zelf het beste weten wat van waarde is.