In de beeld- en oordeelsvormende sessies heeft D66 gepleit voor een helder afwegingskader. Wij zijn dan ook verheugd dat in de visie een afwegingskader is opgenomen op basis waarvan projecten en activiteiten worden getoetst en geselecteerd. Ook aan ons pleidooi om de projecten en activiteiten op de (middel)lange termijn aan de Staten voor te leggen is gehoor gegeven. Alleen zo kan immers voorkomen worden dat kort-cyclische besluitvorming plaatsvindt over lange termijn beslissingen. Ons verzoek om het afwegingskader nader uit te werken, is helaas (nog) niet opgevolgd.
Ook hebben wij ons hart gemaakt voor meer aandacht voor de verbinding met de landelijke gebieden. Immers, elke Gelderlander heeft recht op betaalbare, veilige en duurzame mobiliteit. De motie die op initiatief van de CDA is ingebracht over een eigenstandige benadering van de landelijke gebieden was een stap in de goede richting. Deze motie was echter onvoldoende uitgewerkt en gaf een vrijbrief aan Gedeputeerde Staten. En de motie op initiatief van de CU over slimme mobiliteitsconcepten met slimme financieringsconstructies in landelijke gebieden was bijzonder inventief, maar bracht de betaalbaarheid van woningen in gevaar. De moties over spits mijden door hybride werken en verkeersveiligheid basisscholen heeft D66 wel ondersteund en zijn een nadere uitwerking van de visie voor bereikbaar Gelderland.
Visie voor bereikbaar Gelderland
D66 onderkent de ontwikkelingen die ten grondslag liggen aan de visie voor bereikbaar Gelderland die op 8 juli ter besluitvorming is voorgelegd aan de Staten. Dat zijn de groei van het aantal verplaatsingen, de klimaatopgave en de verbetering van verkeersveiligheid. De gebiedsgerichte aanpak en de aandacht voor lopen en fietsen op korte afstanden sluiten naadloos aan bij de thema’s van D66.