In gesprek met Janne Dam, de nieuwe voorzitter van D66 Fryslân

Janne Dam - Beeld: D66

De leden van D66 Fryslân hebben gekozen voor de 24-jarige Janne Dam als nieuwe bestuursvoorzitter. Eerder was zij al voorzitter van de Jonge Democraten Fryslân. Nog nooit koos de vereniging voor zo’n jonge voorzitter. Wat maakt dat zij zich opwierp? En waar wil ze heen met de vereniging?
Tekst: Sjirk Eildert Bruinsma

Het enthousiasme was groter dan de spanning, toen Janne een paar jaar geleden vanuit Tilburg naar Fryslân vertrok om Bestuurskunde te gaan studeren in Leeuwarden. Het is kenmerkend voor hoe ze in het leven én in haar nieuwe voorzitterschap staat. “Ja, ik ben jong en ik heb nog veel te leren, dat maakt het best spannend. Maar meer dan dat vind ik het hartstikke leuk en heb ik de ambitie om de vereniging nieuw leven in te blazen.” Die nieuwe energie zou volgens haar niet alleen uit het bestuur moeten komen. “D66 Fryslân moet bruisen, we hebben zoveel goede mensen en nog meer goede ideeën. Als het bestuur daar een zetje aan geeft, zorgt voor een goede basis en mensen bij elkaar brengt, gaat het balletje vanzelf rollen.”
 
Dat het nog niet zover is wijt ze aan de tijd. “Je ziet altijd dat het op en neer gaat met de vereniging. Dat is overigens bij andere verenigingen ook zo. We waren goed op weg met Kaag als partijleider, veel mensen sloten zich bij ons aan. Maar door corona zag je dat het enthousiasme om mee te doen daalde. Dat enthousiasme wil ik terugwinnen.” Janne ziet dat afdelingen moeite hebben om bestuursleden te vinden en de verenigingstaken allemaal uit te voeren. Daar wil ze over in gesprek met de gemeentelijke afdelingen.
 
Er komt namelijk best wat kijken bij een politieke partij en daar heb je, liefst enthousiaste, vrijwilligers voor nodig. Ze zag het met eigen ogen tijdens de verkiezingscampagne voor Provinciale Staten, toen ze campagneleider was. Mensen op de been krijgen begint volgens Janne met een warme ontvangst voor wie lid wordt. “We zijn een veilige en fijne plek voor iedereen die zichzelf wil zijn en de eigen ideeën wil ontwikkelen. Dat wil ik ook uitdragen. Word je lid, dan ga ik graag met je in gesprek over je ideeën en talenten. Iedereen moet bij ons dezelfde kansen krijgen. Ik ben graag de eerste die je belt.”

Talenten op een voetstuk zetten

Het gesprek brengt Janne bij haar grote passie als voorzitter, het ontwikkelen van talenten. “Als ik kijk naar de D66’ers in Fryslân, dan zie ik zoveel potentie. Kijk naar Jieskje [Hollander, red.] die zich nu alweer kandidaat heeft gesteld voor het landelijk bestuur. Ik denk echt dat zij nog eens minister wordt. Of kijk naar Raquel García, die we vanuit Fryslân massaal het Europees Parlement in gaan stemmen. Wat een energie, verbinding en kennis brengt zij mee! Een groot voorbeeld voor mij,” aldus Janne. En ze ziet hen niet als de enigen. Volgens Janne zijn er veel meer ‘pareltjes’ in de provincie die zich bij D66 aan kunnen sluiten en de provincie verder kunnen helpen. En vervolgens zou de Friese afdeling zich ook sterker op het landelijke toneel moeten presenteren. “We moeten mensen uit Fryslân naar Den Haag en Brussel sturen om onze belangen te vertegenwoordigen, de regio wordt namelijk niet altijd even goed gezien en gehoord. Gelukkig zie je wel dat daar steeds meer waardering voor komt, ook binnen D66.”
 
Om talenten bij de partij te trekken zou D66 nog wel aan de uitstraling kunnen werken, vindt de nieuwe voorzitter. “We hebben voor iedereen een verhaal te vertellen, juist voor Fryslân.” Ze voelt zich hier fijn, omdat er in Fryslân weinig hiërarchie is. “Iedereen is gelijk. Hier kijken we naar elkaar om, helpen we elkaar.” Toch ziet Janne ook dat mensen zich steeds verder af lijken te keren van de politiek. “Dat vind ik erg, onze volksvertegenwoordigers doen fantastisch werk. Maar we moeten mensen daar wel in meenemen en het gesprek aangaan.”
 
Zelf vindt ze goede gesprekken op straat één van de leukste onderdelen van het politiek actief zijn. Janne: “Als je doorvraagt willen mensen graag vooruit, snappen ze ook wel dat we niet zo door kunnen gaan. We moeten de balans terugvinden met de natuur, de economie verduurzamen en samen werken aan de toekomst. Daar heeft iedereen baat bij, juist Fryslân.” Janne wil mensen meenemen door de wijken in te gaan en ‘in gesprek met’-acties op straat te organiseren om zorgen en ideeën op te halen. Zo wil ze de volksvertegenwoordigers, zoals de Friese D66-raadsleden, helpen om hun verhaal te vertellen. Suggesties dat D66 er vooral voor de hoogopgeleide witte kiezer zou zijn, wil Janne niks van weten. “We worden soms als Randstadpartij of elitair gezien, daar herken ik me totaal niet in. Ik sta gewoon lekker met iedereen te dansen in de kroeg, dan vraag ik toch niet wat voor opleiding je hebt gedaan? Bovendien, iedereen heeft talenten, je hoeft niet per se goed te zijn in leren om het ver te schoppen, Robbert Dijkgraaf weet dat goed uit te leggen.”

Ik sta gewoon lekker met iedereen te dansen in de kroeg, dan vraag ik toch niet wat voor opleiding je hebt gedaan?

Janne Dam

Een waaier aan mogelijkheden

Met de verwijzing naar Robbert Dijkgraaf, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, doelt ze op zijn visie om het beeld van het onderwijs te kantelen. Deze week maakte hij bekend dat het Ministerie niet langer zal spreken over ‘hoger’ en ‘lager’ onderwijs, omdat daarmee geïmpliceerd wordt dat het een beter is dan het ander. Volgens Dijkgraaf moet het juist gaan om het volgen van je passie en de studie waar je hart sneller van gaat kloppen.
 
Janne is het roerend met hem eens. “In Fryslân hebben we geniale mensen op Firda zitten, daar mogen we zoveel meer waardering voor hebben.” Ze wijst op de energietransitie, waar een schreeuwend tekort is aan technisch personeel. “Ik vind het zo mooi om te zien hoe onze raadsleden stuk voor stuk bezig zijn om die energietransitie vooruit te helpen. Ik hoor ook de zorgen over de personeelstekorten. Daar hebben we niet alleen de knapste koppen, maar vooral ook de handigste handen voor nodig. We mogen echt in onze handjes knijpen met al dat talent hier.” En of haar opvolger over een paar jaar dan van het mbo afkomt? “Graag! Ik zit hier nog wel even, maar het bestuur zou nu al geholpen zijn met mensen die van aanpakken weten. Sluit je dus vooral aan. We moeten niet alleen praten, we moeten vooral doen. Aan de slag!”