tekst Marieke de Jong
foto’s Phil Nijhuis
Inzicht biedt uitzicht
“Transitie wordt meestal niet geleid door de gevestigde orde, maar juist door de pioniers”, stelt Kiki Hagen, sinds 2021 Tweede Kamerlid van D66 op werkbezoek bij Milgro in Rotterdam. “Onze economie is lineair en gericht op efficiëntie, met grote vervuiling en bergen afval tot gevolg. De enige weg voorwaarts is een duurzame manier van consumeren en produceren; de circulaire economie.”
Kiki Hagen maakt kennis met de duurzame missie van Milgro in Rotterdam - Beeld: Phil Nijhuis
Bij Milgro maakt Hagen onder andere kennis met de talrijke CEO’s van het bedrijf; Circulair Economy Officers. Ambitieuze professionals die elke dag bezig zijn met hun duurzame missie: toewerken naar een wereld waar grondstoffen geen afval meer worden. Gijs Derks, managing director bij Milgro vat het zo samen: “De grondstoffentransitie gaat veel verder dan recyclen, we moeten richting een circulaire economie waarbij we grondstoffen steeds opnieuw en het liefst oneindig lang gebruiken. Zo voorkomen we dat we oneigenlijk gebruik maken van ons gezamenlijk natuurlijk kapitaal, onze aarde.”
“We moeten producten niet langer zomaar afschrijven. Slimmer en duurzamer gebruik van materialen. Dat moet de nieuwe standaard worden.”
Wat gooi je weg?
Nog niet zo lang geleden was het gebruikelijk om als bedrijf niet naar afval om te kijken. Grip op afval is dan ook een belangrijk facet om allereerst een soort van bewustwording te realiseren. Weten bedrijven en producenten wat ze als afval definiëren? En belangrijker nog, is dat het wel? “Wij spreken van de ontdoener en de ontvanger, en over het feit dat afval soms een verkeerde afslag heeft genomen.” licht Derks toe. “Het afval van de één is tenslotte vaak een waardevolle grondstof voor de ander. Om te beginnen hebben we daarom een simpel kijkgat in een afvalcontainer geplaatst, om in beeld brengen dat het daar begint. Bekijk eens goed wat je als producent eigenlijk weggooit. Maar grip op afval is echt nog maar het begin. Willen we echt impact maken en ons natuurlijk kapitaal herstellen, zullen we snel moeten doorpakken met Grip op Verspilling, en Grip op Grondstoffen.”
“We moeten producten niet langer zomaar afschrijven. Slimmer en duurzamer gebruik van materialen. Dat moet de nieuwe standaard worden. Daar moeten we ook met wet- en regelgeving het verschil gaan maken,” vult Hagen aan. “De consument draagt uiteraard een verantwoordelijkheid, maar kan ook maar zoveel bewuste keuzes op een dag maken. Ik ben er heel erg van overtuigd dat we juist moeten kijken naar de producenten en dat het product dat je koopt die circulariteit, die duurzaamheid al in zich heeft.”
“Mijn motto hierin herhaal ik zo vaak als ik kan”, vervolgt Hagen. “Van de niche naar de norm. Je hebt in Nederland heel veel duurzame koplopers die al lang laten zien dat het kan. Duurzaam produceren. Circulair produceren. Het is belangrijk dat de middenmoot, en de gevestigde orde, die manier van produceren gaat overnemen. Zodat dát de norm wordt en het dus ook betaalbaar is. Bij producten gaat het uiteraard om de kwaliteit, dat betekent de kwaliteit van de grondstof maar ook de manier waarop het product gemaakt is, zodat het met behoud van grondstoffen weer uit elkaar kan. Dan is het van belang hoe het is gemaakt en onder welke omstandigheden. En natuurlijk hoe het ecodesign eruitziet en welke invloed dat heeft.”

Kiki Hagen - Beeld: Phil Nijhuis
Consumptiepatroon
Hagen benadrukt dat we de productie ver weg hebben ondergebracht. Daarbij verliezen we het zicht op wat de impact van die productie eigenlijk is. Op het milieu en op de gezondheid van de makers. Daarmee zijn we de kennis van het maakproces ook nog eens verloren. “We importeren kleding en sturen het vervolgens als we het weggooien, retour dezelfde kant op waar het oorspronkelijk vandaan kwam. Armere landen betalen zo de prijs voor zowel de impact van productie als voor afval. In ons dagelijks leven zien we de afvalbergen en de vervuiling die ons consumptiepatroon heeft niet.”
De wet uitgebreide producenten verantwoordelijkheid (UPV) zorgt ervoor dat alle producenten een bijdrage moeten leveren van wat ze op de markt brengen. “Dit is al zo voor plastic verpakkingen en per 1 juli is dat gelukkig ook geregeld voor textiel. Deze bijdrage komt in een fonds waarmee gemeenten worden betaald voor de inzameling. Een eerste stap, maar waar we in een circulaire economie het verschil mee gaan maken is aan de kant van productie, zodat een product zo lang -en een grondstof zo vaak mogelijk gebruikt wordt. Daar stelt deze wetgeving nog steeds geen eisen aan.”
De regie
Het team van Milgro wijst op het eind van het bezoek op de machtige positie die dit ‘afvalfonds’ heeft gecreëerd naar aanleiding van deze wetgeving. Het fonds heeft het eigenaarschap over de financiële middelen, ze controleren en bepalen of gemeenten voldoen aan de eisen en de inzameling. En hebben vervolgens óók de regie over wie dat afval dan uiteindelijk in ontvangst mag nemen. Hier heeft de gevestigde orde het ook nu nog steeds voor het zeggen. ■
______________
Initiatiefnota
De kledingindustrie vervuilt enorm. Die mag wat Hagen betreft zo snel mogelijk op de schop. Ze heeft eind vorig jaar een initiatiefnota ingediend: ‘Een nieuw ontwerp voor de kledingindustrie: van wegwerpmaatschappij naar circulaire economie’. Ook in deze sector zijn er koplopers, duurzame spelers die het podium verdienen. “De focus ligt in de meeste gevallen op de top tien vervuilers, die moeten verduurzamen en daar gaan veel investeringen naartoe. Maar waarom gaat onze steun en support niet naar de twintig innovatieve en meest duurzame initiatieven? Deze koplopers zijn zo belangrijk, juist zij maken nu al het verschil. Ze zijn nu nog de niche maar zouden voor iedereen toegankelijk moeten zijn. Laat zien welke standaard we wensen, laat zien wat we willen voor de toekomst. Nu nog een niche, maar hopelijk heel snel de norm.”