tekst Stephan van Heusden
Crasht de
Democratie?
Begin dit jaar verscheen ‘De democratie crasht’ van oud Tweede Kamerlid, Kees Verhoeven. Het boek is een succes en tussen alle lezingen en interviews door spreek ik Kees op een vrijdagmiddag in Amersfoort. Uiteraard is de eerste vraag hoe hij ertoe kwam om het boek te schrijven.
“Ik kwam dertien jaar geleden in de Tweede Kamer en heb me toen sterk ingezet op het onderwerp digitalisering. Ik was betrokken bij de Wet Gegevensverwerking door Samenwerkingsverbanden (WGS), de ‘sleepwet’. De Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIV) en de ‘hackwet’, de Wet computercriminaliteit. Allemaal wetten met goede doelen zoals bestrijding van fraude en crimineel gedrag maar met wat mij betreft disproportionele en risicovolle middelen en onvoldoende controle op uitvoering en naleving. Digitalisering is een prachtig onderwerp maar kreeg onvoldoende aandacht. Ik voelde me soms eenoog in het land der blinden, op andere momenten was het frustrerend omdat ik zag dat het op andere plekken veel meer aandacht kreeg, bijvoorbeeld in de Europese Unie en bij bedrijven. Ik dacht, ik schrijf een boek over hoe de overheid meer grip kan krijgen op digitalisering. Toen kwam ik tot het besef dat ook andersom digitalisering veel invloed heeft gekregen op de politiek. We worden geleefd door digitale technologieën en de politiek heeft daar bijzonder veel last van. We zijn allemaal wel eens afgeleid door onze telefoon en verliezen hierdoor een uurtje van onze tijd, maar in de politiek leiden smartphone en social media enorm af van waar het werkelijk om gaat. Die wisselwerking politiek-digitalisering was de basis voor mijn boek waarbij ik ook het element psychologie heb beschreven; hoe gaan we daar als mensen nu mee om, wat doet technologie met ons brein.”
Waar denk je dat het succes van het boek vandaan komt?
“Het boek kwam uit op een goed moment waarop er veel discussie was over smartphone gebruik en vertrouwen in de kwaliteit van de besluitvorming in Den Haag. Het raakt ook iets waar veel mensen het wel mee eens zijn maar waar niet altijd over gesproken wordt. Verder had ik gewoon geluk met een goede beoordeling in de Volkskrant en kreeg veel media-aandacht. Het is een inhoudelijk boek, geen roman maar het heeft zeker zijn weg gevonden naar een groot publiek.”
In het boek schrijf je dat veel mensen zich niet gehoord voelen ondanks dat er maar liefst 20 fracties zijn in de Tweede Kamer.
“Die fracties bedienen zeker wel verschillende doelgroepen. Sommige zijn meer gericht op de natuur, op boeren, of op een geloofsrichting, maar wat ik bedoel is dat de huidige bezetting in de Kamer geen goede afsplitsing is van de maatschappij. Kamerleden zijn bijna zonder uitzondering universitair opgeleid en wonen in het westen van Nederland. Als de Kamer een goede afspiegeling zou zijn moeten er meer Kamerleden uit de regio zijn of die misschien geen universitaire graad hebben. De variëteit zou groter moeten zijn in de Kamer om het wantrouwen en onbegrip te verminderen.”
Je geeft aan dat er gedrag- en cultuurverandering in de Kamer nodig is en dat de wil daartoe er wel is maar dat het nog niet lukt.
“Er is in de afgelopen jaren veel gesproken over de bestuurscultuur die moet veranderen, met name na de toeslagenaffaire. Ik zie dat er ook een verkeerde debat- en werkcultuur is. Veel gepolariseer, ophef die via social media wordt uitvergroot. Een enorme werkdruk en dientengevolge burnouts. Om dit te veranderen doe ik in het boek een aantal handreikingen. En ik erken dat het niet makkelijk zal zijn om de cultuur te wijzigen, het zal een geleidelijke weg zijn, maar we moeten ergens beginnen.”
Mooi om te zien dat je in het boek ook veel elementen uit de psychologie aanhaalt om het gedrag van politici te verklaren.
“Ik heb veel gehad aan het boek van Kahnemann over denkfouten en cognitieve valkuilen en het boek van Cialdini over beïnvloedingstechnieken. Voorheen dacht ik dat ik heel rationeel was en was me er niet van bewust dat mijn besluiten maar ook die van anderen, vaak helemaal niet rationeel worden genomen, maar onder groepsdruk, of met vooringenomenheid. Ik vind het fascinerend om dit voor mijn eigen handelen te begrijpen maar ook om te zien hoe de politiek hier last van heeft. Daarom heb ik het in het boek verwerkt. Een voorbeeld is de tunnelvisie die optrad bij de Toeslagenaffaire waar Jesse Frederik een goed boek over heeft geschreven. In 2013 zat ik zelf in de Kamer. Als gevolg van de Bulgarenfraude was er een overreactie. De volledige Tweede Kamer vond dat een fraude van deze omvang niet meer mocht gebeuren. Dit was de basis voor de latere Toeslagenaffaire.”
Je haalt ook het boek van Cal Newport aan in het kader van digitaal minimalisme?
‘Goed dat je hiernaar vraagt. Dit is momenteel echt een probleem. Er is sprake van een concentratie- en besluitvormingscrisis. De politiek is niet meer in staat om op een rustige en gedegen manier na te denken en besluiten te nemen, maar laat zich opjagen door werkdruk en ophef. Productiviteit en concentratie zijn de problemen van deze tijd. Nu ik zelf niet meer actief ben in de politiek maar als adviseur dwing ik mezelf om elke dag twee a drie uur geconcentreerd te werken in de ochtend, dan heb ik de rest van de dag de tijd om andere dingen te doen die minder concentratie vergen. Cal Newport beschrijft dit in zijn boek Deep work.’
Je bent niet meer actief in de politiek. Wat doe je nu?
Na mijn vertrek uit de Tweede Kamer heb ik Bureau Digitale Zaken opgericht. Ik help bedrijven en overheden met digitale vraagstukken. Ook word ik veel gevraagd voor lezingen en adviezen naar aanleiding van het boek. Zo blijf ik bewustzijn creëren over de eisen die het digitale tijdperk waarin we leven aan ons stelt en van de grote invloed die digitale technologie op onze samenleving en democratie heeft. ■

Kees Verhoeven (1976) was van 2010 tot 2021 lid van de D66 fractie in de Tweede Kamer. Sinds 2021 is hij eigenaar van Bureau Digitale Zaken. • Beeld: Kees Verhoeven