File op het elektriciteitsnetwerk, wind de oplossing?

Gemeente De Ronde Venen zet zich in voor het bevorderen van duurzame energiebronnen om een groenere toekomst en de onafhankelijkheid van Nederland te waarborgen. In de mix aan groene energie wordt windenergie echter uitgesloten. D66 afdelingsbestuurders Meindert Brunia en Willem van Ham vragen zich af of dit nog wel verstandig is?

Het afdelingsbestuur D66 De Ronde Venen; Meindert Brunia & Willem van Ham Beeld: D66 De Ronde Venen

Duurzame energie via zonnepanelen

In het huidige coalitieakkoord staat dat de gemeente zich zal verzetten tegen windmolens en zal proberen de ambities van Regionale Energie Strategie te halen door het plaatsen van zonnepanelen. Om aan de eisen van de provincie te voldoen gaat het hierbij dan om een totaal van 95 hectare aan zonnevelden. Omgerekend is dat een oppervlakte zo groot als 140 voetbalvelden of zo groot als Wilnis.

Enkel zonnestroom als groene stroom, zorgt voor een te grote piekbelasting

Tijdens een door de gemeente georganiseerde bijeenkomst over de dreigende problemen op het overvolle elektriciteitsnet en de rol van de gemeente daarbij, meldde netbeheerder Stedin dat de fysieke grenzen ofwel de overbelasting van het stroomnet al in 2026 bereikt zijn. Overbelasting treedt op als de volledige capaciteit van het net bereikt is en niet meer kan worden voldaan aan de groeiende vraag stroom te blijven leveren. Ook kan het elektriciteitsnet dan de teruggeleverde zonnestroom niet aan. Gevolg is een toename van stroomstoringen en dat nieuwe aansluitingen op het net niet mogelijk zijn. Wat grote gevolgen kan hebben voor het ambitieuze woningbouwprogramma van de gemeente, voor nieuwe bedrijven die zich in de gemeente willen vestigen of voor de aansluiting van nieuw maatschappelijk vastgoed op het elektriciteitsnet. Het net is dan zo overvol, dat er niks meer bij kan.

Slechts ruimte voor 15 hectare zonnevelden

Deze avond werd ook duidelijk dat de huidige plannen om 95 hectare aan zonnevelden in te richten, helemaal niet mogelijk is. Er kan eigenlijk maar 15 hectare aan zonnepanelen voor 2026 worden aangesloten. Er werd door Stedin deze avond dan ook een duidelijke voorkeur uitgesproken voor windmolens ten opzichte van zonneparken in de gemeente, omdat deze ook energie leveren als er geen zon schijnt en men deze stil kan zetten wanneer dat nodig is voor de energiebalans op het net. De problemen van een overvol en onbetrouwbaar elektriciteitsnet waar we nu mee geconfronteerd worden, zouden dankzij windmolens substantieel kleiner zijn, aldus Stedin. Na windmolens gaat de voorkeur van de netbeheerder uit naar zonneparken en over de prioriteit van onze gemeente, namelijk gaan voor zon op dak, sprak men de legendarische woorden “liever niet”, dat vanwege de techniek en de oncontroleerbare spitsuren van opladen en afnemen.

Ambitie woningbouw én duurzame energie kan niet met louter zonnepanelen

Brunia en Van Ham vinden dat het overvolle stroomnet stof tot nadenken voor de gemeente dient te zijn. De huidige energiestrategie, waarin alleen op zonne-energie wordt ingezet, is met deze informatie achterhaald. Het wordt volgens Van Ham tijd om nog eens realistisch te kijken naar andere alternatieven. Door een mix van groene energievoorzieningen kan de piek van het elektriciteitsnetwerk afgevlakt worden en draagt dit eraan bij dat het elektriciteitsnet betrouwbaar blijft. Dan kunnen nieuwe huizen, bedrijven en scholen ook meteen aangesloten worden, wat nu nog maar zeer de vraag is.

Inzichten Stedin geven stof tot nadenken

Nu zijn er in de energieplannen van de provincie drie windmolens ingetekend achter Baambrugge. Volgens Stedin zouden deze windmolens uitkomst kunnen bieden. Van Ham: “Niet alleen voor de duurzame ambities van de gemeente, maar zeker ook ter voorkoming van overbelasting van het net en voor de voortgang van de woningbouwplannen en méér bedrijvigheid in onze gemeente.” De energiecoöperatie Energiek Baambrugge had indertijd plannen voor wind en zon. Volgens Brunia en Van Ham is het geen gek idee om het gesprek met hen opnieuw te openen.