Armoede en schuldhulpverlening in Wijdemeren (8 febr 2024)
D66 is geschrokken van de ernst van de uitkomsten van het onderzoek van de Rekenkamer naar armoede en schuldhulpverlening, maar is helaas niet helemaal verbaasd. Zo hebben we al eerdere malen een punt gemaakt van het feit dat inwoners niet goed kunnen vinden of en waar ze recht op hebben. Waar mensen minder mondig zijn, digitaal vaardig of laaggeletterd knelt dat nog eens extra. En dan spreken we nog niet over mensen die in het contact met de overheid een keer te vaak hun neus hebben gestoten, de mensen die we ook wel zorgmijders noemen.
De kwalificatie van collega Esther Kaper dat de situatie rond armoede en schuldhulpverlening in deze gemeente om te huilen is, delen wij. Het onderzoek biedt gelukkig een aantal goede handvatten voor hoe nu verder. En er is dus veel ruimte voor verbetering, dat is de andere kant van deze treurige medaille. Wij spreken onze dank en complimenten uit voor het werk van de Rekenkamer!
De laatste dagen hebben we gevraagd en ongevraagd opmerkingen ontvangen van inwoners met geldzorgen. De situatie rond armoede en schulden is nog wat schrijnender dan beschreven; niet alle groepen van mensen die rond de armoedegrens leven, zijn zo denken wij, in beeld.
In Wijdemeren zijn er grote verschillen tussen welvarende inwoners en inwoners die zich laatste keer een vakantie of nachtje weg niet kunnen heugen, die nooit eens voor eigen rekening een kop koffie in een restaurantje kunnen nemen, waarbij de voorraadkast al lang leeg is en de reserves op zijn, die gezondheidsklachten hebben en dag in dag uit stress door de financiële zorgen, die zich bezwaard voelen nog langer een beroep te doen op de steun van het netwerk. Regelmatig speelt ook chronische ziekte in een huishouden, een situatie die 365 dagen per jaar geldt, geen ontsnappen aan, ook al zorgen mensen met liefde voor hun partner of kind.
Niet voor iedereen is er een vangnet of recht op een regeling, bijvoorbeeld doordat zij een eigen huis hebben met overwaarde, maar met de opbrengst van de verkoop nergens in deze regio een ander huis kunnen kopen en niet in aanmerking komen voor een sociale huurwoning. De voormalige ondernemers die noodgedwongen eerst hun eigen huis moeten opeten, hun eventuele ZZP-polissen en pensioengeld. Waar mensen met een huurhuis toeslagen kunnen krijgen, heeft deze groep dat niet.
Of de groep mensen die nét een paar euro boven de normbedragen zitten om ergens voor in aanmerking te komen, maar die wel elk dubbeltje drie keer moeten omdraaien.
En dan spreken we nog niet over de ellende van het eindeloos zoeken of er waar je recht op hebt, van het kastje naar de muur, en het gevoel van schaamte of vernedering dat sommige mensen ervaren als ze hun hele hebben en houden bij een ambtenaar op tafel moeten leggen voor soms een heel beperkte toelage. Terecht dat naar gegevens wordt gekeken, maar niettemin pijnlijk.
Het college onderschrijft de aanbevelingen. Dat klinkt nog niet als: ‘we gaan ze met hoge prioriteit ook uitvoeren’. In het raadsvoorstel lezen we ook: In te stemmen met de aanbevelingen in het Onderzoek Armoede en schuldhulpverlening in Wijdemeren, met inachtname van de bestuurlijke reactie vanuit het college.
D66 overweegt een amendement om deze laatste passage weg te laten, want met deze passage die verwijst naar kanttekeningen haalt het college een deel van de aanbevelingen van de Rekenkamer in feite onderuit. Door te wachten op het integraal beleidsplan sociaal domein en de maatschappelijke agenda die op zijn best deze zomer in de raad komen, mist D66 urgentiegevoel. In mijn ervaring loopt zoiets altijd uit en zijn we dan nóg niet waar we moeten zijn: geen woorden maar daden! Ook de adviescommissie ziet de meerwaarde er niet van. De adviesraad schrijft immers ook dat het meer in de uitvoering zit dan in het beleid op zich. Wachten op het Beleidsplan is niet voor alle aanbevelingen nodig.
D66 roept het college op om de aanbevelingen uit het rapport van de Rekenkamer onverkort over te nemen en vaart te maken. En ook de eerdere adviezen en toezeggingen na te leven. Nu dan echt: Intensiveren communicatie over bestaande minimaregelingen. Belangrijkste is nu wat ons betreft goede en breed vindbare communicatie over waar inwoners gebruik van kunnen maken. Super concreet. Op allerlei vindplekken, zoals de huisarts, het consultatiebureau, de bibliotheek, de kledingbank, de school, de tandarts en misschien ook wel de supermarkt. Toesturen op de adressen die bij de gemeente bekend zijn. Zeer actief onder de aandacht brengen. Het gaat hier om onze meest kwetsbare inwoners. Velen van ons kunnen zich dat niet uit eigen ervaring voorstellen, maar elke euro doet er toe en elke dag doet ertoe. Deze inwoners kunnen niet wachten. Ze moeten wéten waar ze recht op hebben en ze moeten kríjgen waar ze recht op hebben. Laat dat ruimhartig doen en niet pas als mensen in bezwaar zijn gegaan.
Onderzoek naar waarom de doelgroep geen gebruik maakt van de regelingen hoeft niet lang te duren. Van inwoners met geldzorgen noteren wij: schaamte, schaamte en schaamte op plek 1-2-3, en vervolgens het onbekend zijn met de regelingen, het niet proactief geïnformeerd worden door de gemeente, en het verminderd vertrouwen in de overheid door eigen minder goede ervaringen van inwoners én schandalen als rond de Toeslagenouders en de boodschappenaffaire.
Met oog op de fusie adviseert de Adviesraad ons nu te richten op de 12 minimaregelingen en de overige maar even te laten. Daar kunnen we ons iets bij voorstellen, ook omdat met alle respect niet nog meer te verwachten is van een gemeente met beperkte capaciteit. Focus is dan belangrijk, en wat meer vaart erin.