Tandje erbij! D66 Overijssel over de Perspectiefnota 2026

We zijn halverwege deze statenperiode en deze week bespreken we in de Provinciale Staten de Perspectiefnota 2026 en de tussenbalans. Een belangrijk moment waarop we bij D66 Overijssel inzetten op een aantal concrete onderwerpen. Onder het motto “Tandje erbij” vragen we extra aandacht voor circulaire economie en fietsbeleid. Onze drie woordvoerders lichten dit toe.

Halverwege “tandje erbij!” Renilde Huizenga

We zijn alweer halverwege deze termijn van Provinciale Staten. Aankomende woensdag behandelen we o.a. de Perspectiefnota 2026 en de tussenbalans. De afgelopen dagen stroomden de moties binnen, vooral vanuit de coalitie. Soms probeer je patronen of afspraken te ontdekken in de politiek, maar dit is voor het eerst! Vorig jaar bij de perspectiefnota kwamen er bijna geen moties van de coalitie, de nota was immers zorgvuldig integraal afgewogen. Moties van de oppositie werden veel ontraden omdat ze dan niet zouden passen in een integrale afweging. Dit jaar is het beeld totaal anders. We zien dualisme, waar wij als democraten natuurlijk voorstander van zijn. We gaan het zien. In de politiek is het altijd grillig en zijn patronen zelden logisch.

In de tussenbalans is aan de hand van indicatoren zichtbaar geworden hoe bepaalde thema’s ervoor staan. Op het gebied van waterkwaliteit valt nog veel te verbeteren. We lopen achter op het gebied van circulaire economie, en bij de opgaven rond landbouw en natuur laat zich raden wat er aan de hand is. En ja, op verschillende thema’s mag er wat ons betreft wel een tandje erbij.

Toch blijven we positief: de perspectiefnota blinkt opnieuw uit in ambitie. Dat patroon is inmiddels wel bekend: structureel wordt minder uitgegeven dan begroot en de uitvoering schiet tekort. Zou dit ook de reden zijn van de vele moties van de coalitie deze keer? Aankomende woensdag zetten wij daarom in op een aantal concrete zaken. We vragen zelf met twee moties aandacht voor circulaire economie en fietsen. Lees daarvoor de bijdragen van mijn fractiegenoten hieronder. Uiteraard steunen we ook moties van anderen. De overige punten en de algemene beschouwingen volgen nog, maar het hoofdthema is: Tandje erbij!

Circulaire economie
Niels van Elk

Earth Overshoot Day is de dag waarop de mensheid de hoeveelheid producten heeft gebruikt die de aarde duurzaam in een jaar kan leveren. Dit jaar valt Earth Overshoot Day op 24 juli. Ofwel: we leven op de pof. De rekening is voor onze kinderen. Concrete gevolgen zijn onder andere vermindering van vruchtbare landbouwgrond, uitputting van visserijbestanden, achteruitgang van biodiversiteit en toenemende klimaatverandering met alle negatieve gevolgen van dien. Recent blijkt er nog een belangrijk argument bij te komen: onze grote honger naar grondstoffen maakt ons uitermate afhankelijk van regimes waarvan we dat juist níet willen zijn.

Gek genoeg voelt onze samenleving weinig urgentie om dit probleem voortvarend aan te pakken. We weten dat het moet, en in mooie woorden en ambities van het Rijk wordt de urgentie wel onderschreven. Zo is er in 2017 een Grondstoffenakkoord gesloten tussen het Rijk, provincies, gemeenten, vakbonden, werkgevers, en milieu- en natuurorganisaties waarin plechtig wordt voorgenomen om in 2030 50% minder grondstoffen te gebruiken en in 2050 zelfs volledig circulair te zijn. De werkelijkheid is weerbarstig. De laatst bekende cijfers wijzen op een bescheiden reductie van slechts 10%. We gebruiken de astronomische hoeveelheid van 87 kilo grondstoffen per Nederlander per dag. In Overijssel nam het verbruik van grondstoffen in de afgelopen jaren zelfs toe.

D66 maakt zich zorgen over deze trend. Een circulaire economie realiseren is complex, maar we kunnen beter – en moeten beter. We zijn het domweg aan onze kinderen en onze stand verplicht. Evenmin willen we naar de pijpen van landen als Rusland en China dansen. Dus we moeten aan de bak.

Wat nu ontbreekt in het provinciale beleid is een helder doel. Het landelijke doel uit het Grondstoffenakkoord is feitelijk achterhaald: dermate onhaalbaar en dus niet meer realistisch. Toch wordt in de beleidsmonitor van 2025 gesteld dat het beleid rondom circulaire economie ‘goed functioneert’ (code groen). Een onbegrijpelijke conclusie als het grondstoffenverbruik in Overijssel in werkelijkheid juist stijgt. 

Daarom roepen we Gedeputeerde Staten op om ten eerste aanvullend beleid te ontwikkelen, ten tweede duidelijke heldere doelen te stellen, en ten derde vast te stellen wanneer deze doelen bereikt gaan worden. Zo krijgen de Gedeputeerde Staten een reële, haalbare ambitie om op te sturen en de Provinciale Staten heldere criteria om het beleid mee te volgen en te beoordelen.

Op naar een circulaire economie. Het kan, het moet!

Fietsen: van stilstand naar doortrappen
Niek Wetering

In Overijssel fietsen we graag. In de winter misschien wat minder, maar in de zomer houdt het niet over. Denk aan de rijen kinderen die samen naar school fietsen, maar ook ouders met hun kind achter of voorop. Of beide als je geluk hebt. Ook toeristen trekken massaal op de fiets door onze provincie: van dorp naar stad, langs de mooiste natuurgebieden en verrassende routes. 

Op de fiets kunnen we bijna de hele provincie rond. In theorie tenminste. De praktijk laat vaak zien dat dit lastig is. Fietspaden zijn soms te smal of beschadigd door boomwortels. Verkeerslichten zorgen voor onnodig oponthoud, zeker voor scholieren die bij elk kruispunt opnieuw moeten wachten. Niet voor niets noemen we ze ook wel stoplichten.

Daarom zetten we in Overijssel in op het realiseren van doorfietsroutes. De F35 tussen Enschede en Nijverdal is daar hét voorbeeld van. Eén route met vertakkingen die de fietser voorrang geeft op belangrijke knooppunten zodat je door kunt fietsen. Daarnaast wordt gewerkt aan nieuwe fietspaden naar onder andere bedrijventerreinen, zodat forenzen vaker de fiets kunnen pakken in plaats van vast te staan in de file.

Maar, we hebben niet genoeg budget gereserveerd. Totaal is voor de periode 30 miljoen gereserveerd, maar om de plannen écht uit te voeren hebben we 48 miljoen nodig. Een tekort van 18 miljoen (!). Wij vinden deze financiële inzet op doorfietsroutes niet te verantwoorden. 

De provincie zet in al haar mobiliteitsplannen in op het STOMP-principe. Dit houdt in dat de provincie prioriteit geeft aan stappen, trappen, openbaar vervoer, deelmobiliteit en de persoonlijke auto. Dit zien we terug in de pilots met mobiliteitshubs die gerealiseerd worden bij knooppunten tussen openbaar vervoer, waar meer ruimte benut wordt voor fietsenstallingen. Helaas verlopen deze plannen traag en voorzien ze geen fietsmogelijkheden voor iedereen. Dat kan én moet anders.

Wij pleiten voor versnelling. Meer doorfietsroutes voor iedereen en mogelijkheden voor onder andere mensen met een beperking of ouders met kinderen. Op dit moment stappen ouders met kleine kinderen in de auto omdat er geen fietsmogelijkheden zijn.

Overijssel is initiatiefnemer van het landelijke project “Da’s zo gefietst”. Deze app geeft gebruikers de mogelijkheid om sneller groen licht te krijgen bij verkeerslichten op de door hen gekozen route en punten te sparen voor korting bij verschillende winkels. Een slimme innovatie, maar nog nauwelijks bekend. Daarom vragen wij om een communicatieplan om de bekendheid ervan te vergroten.

Hoe mooi zou het zijn dat écht iedereen makkelijker van A naar B kan komen met de fiets?

Samen zorgen we ervoor dat Overijssel niet blijft steken in ambitie, maar in beweging komt.
Tijd voor een tandje erbij.