Afdronk werkbezoek Brussel 5 en 6 februari

Op woensdag 5 en donderdag 6 februari 2025 reisden fractievoorzitter Renilde Huizenga en burgerlid Niek Wetering met een groep Statenleden naar Brussel voor een werkbezoek. Twee dagen vol inzichten, ontmoetingen en discussies over de invloed van de Europese Unie op onze provincie. Wat hebben we geleerd? Hoe kunnen we als Overijssel onze stem laten horen? Een terugblik op deze inspirerende reis. 

Dag 1: Eerste kennismaking met Brussel
Renilde Huizenga

In alle vroegte verzamelt zich een groepje statenleden bij het provinciehuis in Zwolle. We gaan op werkbezoek naar Brussel, een schoolreisje naar de ‘hoofdstad van de Europese Unie’. Een kop koffie, een snelle toiletpauze en dan de bus in. De sfeer is afwisselend vermoeid en onrustig. Onderweg volgen we het nieuws over de politieke ontwikkelingen in Overijssel. We hebben iets meer dan 24 uur voor vertrek vernomen dat na een eerdere afsplitsing van twee statenleden, er nog eens zes statenleden uit de BBB-fractie zijn vertrokken, waarvan er geen aanwezig zijn tijdens dit werkbezoek. De slogan “Overijssel is van ons, wen er maar aan” is nog steeds van toepassing. 
Ons doel in Brussel is duidelijk: kennis opdoen, het gezellig met elkaar hebben en ontdekken of je inderdaad invloed kunt uitoefenen op het Europees beleid door in Brusssel met de vuist op tafel te slaan.

We starten ons programma met ontvangst in het Huis van de Nederlandse Provincies (HNP). 
Gedeputeerde Erwin Hoogland vertelt met veel enthousiasme wat hij hier doet. HNP-coördinator Rob van Eijkeren en de EU-vertegenwoordigers van de provincie vertellen meer over het HNP en over onze zichtbaarheid als provincie in Brussel. Ze vertellen hoe Overijssel zich inzet op Europese fondsen en hoe de beïnvloeding van beleid werkt. We leren dat Europese wetgeving voorrang heeft op tegenstrijdige nationale, provinciale en lokale wetgeving, en dat het gemiddeld 2 jaar duurt voordat Europese wetgeving is omgezet. Wil je iets veranderen? Dan moet je tijdig in actie komen. 

Na de lunch vertrekken we naar het Europees Parlement. Na een veiligheidscontrole duiken we het gebouw in, dat als het ware een stad binnen in de stad is. We ontmoeten een aantal van de 720 Europarlementariërs, wat ons een inkijkje geeft in de dynamiek van de Europese politiek. In de eerste ronde ontmoeten we Dirk Gotink (NSC) en Lara Wolters (PvdA), die meer verwikkeld waren in een onderlinge strijd dan een dialoog met ons als vertegenwoordigers, maar gelukkig biedt de tweede sessie meer inhoudelijke verdieping. 
Malik Azmani (VVD) en Sander Smit (BBB) proberen in iets mindere mate hun standpunten over de bühne te brengen. 

We krijgen nog een kleine rondleiding en bezoeken de plenaire zaal met Raquel Garcia Hermida-van der Walle (D66). We maken foto’s van de fracties – belangrijk om vast te leggen – want je weet maar nooit hoe de samenstelling van een fractie is over een paar weken. 

We sluiten het bezoek af met een frisse rondleiding door de Europese Wijk door Bert van Slooten (Brussels Nieuwe) die veel feitjes over het reilen en zeilen in Brussel weet te vertellen terwijl wij door de straten struinen. ’s Avonds dineren we in het automuseum met een bijdrage van Friso Coppes, waarna sommige statenleden de dag afsluiten in een café om nader tot elkaar te komen onder het genot van een Belgisch biertje of frisdrankje. 

Dag 2: Europese financiën en strategische verbindingen
Niek Wetering

De tweede dag begint opnieuw bij het HNP, waar we worden bijgepraat over de ontwikkelingen met betrekking tot mobiliteit in Europa. Voor mij, als woordvoerder Verkeer en Vervoer, een bijzonder interessante sessie. We bespreken de North Sea – Baltic Corridor, een strategische spoorverbinding van ruim 9.000 kilometer lang die Zweden, de Baltische staten, Rotterdam en Kiev met elkaar verbindt. Almelo, Hengelo en Deventer maken hier deel van uit, wat kansen biedt voor Overijssel op economisch én strategisch vlak.  De verbinding moet de Europese economie versterken en een belangrijke militair strategische verbinding bieden.
 
Na een koffiepauze verdiepen we ons in het Meerjarig Financieel Kader en het cohesiebeleid. De EU-begroting blijkt een bijzonder complex proces waarbij consensus tussen alle lidstaten nodig is. Dit kan proces jaren duren, maar met een budget van meer dan 1.000 miljard euro, betaald door de belastingbetaler, is zorgvuldigheid essentieel. 
Het cohesiebeleid, dat gericht is op economische versterking, is belangrijk voor Overijssel. Dit werd uitgelegd door het Expertisecentrum Europa van de Provincie Overijssel. Via fondsen die hierin worden opgenomen, zoals EFRO, worden regionale projecten gefinancierd, waarbij innovatie en duurzaamheid centraal staan. Deze fondsen zijn opgesteld met als doel om de Europese concurrentiekracht en economie te versterken. Een waardevolle kans voor Overijsselse initiatieven!  
 
De laatste stop is de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging bij de EU. Hier leren we hoe Nederlandse ambtenaren achter de schermen werken om onze belangen te behartigen in Brussel. Zij krijgen hun opdrachten van het kabinet en gaan vervolgens in gesprek met verschillende organisaties in Brussel om te kijken of het Nederlandse belang nog iets prominenter in de plannen van de Europese Commissie tevoorschijn kan komen. 
Ze nemen deel aan raadswerkgroepen, bereiden ministeriële stemmingen voor, organiseren bezoeken van ministers en andere bezoekers zoals wij, en zorgen dat Nederlandse prioriteiten op de Europese agenda blijven staan.  
 
Op de terugweg naar Zwolle is de vermoeidheid zichtbaar, maar de hoofden zitten vol nieuwe inzichten. Naast de waardevolle informatie was het heel leuk om als PS nader tot elkaar te komen en depolariserend te werken.
Dit werkbezoek heeft laten zien hoe belangrijk het is om als provincie actief betrokken te zijn bij Europese ontwikkelingen. We nemen deze kennis mee naar onze commissies en fractiewerk in Overijssel. Want invloed uitoefenen begint met weten hoe de spelregels werken.