Radicaal vergroenen van onze openbare ruimte, straten en tuinen

Beeld: Onno James

Een groen dorp: wie wil dat nou niet? D66 Bunnik wil de komende 4 jaar flink werk maken van groene dorpen. Niet een beetje groen, maar heel veel groen! Waarom? En hoe? Dat lees je hier.

Waarom is radicaal vergroenen zo belangrijk?

Onno James, kandidaat-raadslid: “Waar het kan, moeten straten, tuinen en pleinen véél groener worden ingericht. Dat vind ik heel belangrijk! De Universiteit Wageningen heeft de 7 redenen om te vergroenen op een rijtje gezet (zie het zwarte kader). Een duidelijk verhaal!”

Groenere dorpen zijn belangrijk voor onze gezondheid en leefbaarheid. Mensen verblijven graag in een groene omgeving, wat de dorpscentra aantrekkelijker maakt en stimuleert dat mensen elkaar in het groen tegen komen. Kinderen kunnen spelen in een groene speeltuin, ouders genieten van de natuur. Groen heeft ook nog eens een positief effect op onze gezondheid. Ook de biodiversiteit is ongelooflijk belangrijk. Voor het voortbestaan van planten- en diersoorten, maar ook voor onze voedselvoorziening.

Minstens zo belangrijk is dat het klimaat verandert. Dat heeft ook gevolgen voor onze dorpen. Het zal vaker flink regenen, waardoor we ons moeten voorbereiden op wateroverlast. Daar hebben we de afgelopen 4 jaar een start mee gemaakt, bijvoorbeeld door wadi’s aan te leggen, en bij rioolvernieuwing het regenwater af te koppelen (bijvoorbeeld in de Engboogerd in Bunnik). Daarnaast zijn er vaak hogere temperaturen. Die hitte kunnen we remmen met meer groen. Ook droogte in de zomermaanden kunnen we beter aan met meer groen (groen houdt water vast). De afgelopen 4 jaar is er al wat vergroend, bijvoorbeeld in het centrum van Bunnik, maar dat kan nog veel meer!

Ons plan

D66 wil beginnen in de dorpscentra. Die zijn het meest versteend, en smeken bijna om meer groen. Daardoor worden de dorpscentra aantrekkelijker om naar toe te gaan en elkaar te ontmoeten. Dat is weer goed voor de leefbaarheid en de bedrijvigheid in de dorpscentra. De gemeente moet geld vrijmaken om niet alleen de plannen voor De Meent in Odijk uit de voeren, maar ook in Werkhoven en Bunnik aan de slag te gaan voor groenere, veiligere en aantrekkelijkere dorpscentra. Niet in de toekomst, maar nú!

Daarnaast wil D66 bij nieuwe woningbouw een groenere openbare ruimte realiseren, waar water kan weglopen of tijdelijk kan worden opgeslagen bij hevige regenval. En waar in de zomer kinderen kunnen spelen. De gemeente moet bij nieuwbouwprojecten een leidende rol nemen om de straten, tuinen en parken groen in te richten, én groen te houden. Dat vraagt om inspanning!

Met de bouw van Kersenweide en andere nieuwe wijken ten zuiden van Bunnik en ten westen van Odijk kan de gemeente financiële ruimte maken om prachtige groene parken aan te leggen en het Kromme Rijnlandschap te versterken. Met nieuwe wandel- en fietspaden om van het groen te genieten. Dat maakt het Kromme Rijngebied ook weer aantrekkelijker voor recreatie en bezoekers van buiten onze gemeente. Meer groen én economische kansen, wat D66 betreft kunnen die hand in hand gaan.

  • Meer groen, minder tegels
  • Meer budget voor het vergroenen van de 3 dorpscentra
  • Focus van de gemeente op nieuwbouwprojecten, zodat die gelijk groen worden aangelegd én groen blijven
  • Opbrengsten van woningbouw en nieuwe bedrijfslocaties inzetten op de bestaande parken en het Kromme Rijnlandschap te versterken