D66 dient voorstel in voor coffeeshop

Het is een lang gekoesterde wens van de Waterlandse D66 fractie: een coffeeshop binnen de grenzen van de gemeente. Door te kiezen voor een niet-commerciële coffeeshop waar het winstoogmerk niet centraal staat en door de welzijn en gezondheid van cannabisgebruikers juist voorop te stellen, hopen de democraten een meerderheid van de gemeenteraad te overtuigen. In februari wordt het voorstel voor het eerst in de raad besproken.

Niet-commerciële coffeeshop

D66 Waterland kiest niet voor de vorm van een BV of een eenmanszaak maar voor een zogenaamde “niet-commerciële coffeeshop” dat als basis het stichtingsmodel heeft. Wat een niet-commerciële coffeeshop anders maakt dan een “gewone” coffeeshop staat beschreven in een uitgebreide toelichting bij het voorstel. Zo staat daar dat het winstoogmerk niet de hoogste prioriteit heeft en is er een raad van toezicht om de leiding van de coffeeshop goed in de gaten te houden en te bewaken dat de maatschappelijke doelstellingen van de stichting – zoals preventieve voorlichting over verantwoord cannabisgebruik en de oprichting van een fonds die lokale maatschappelijke initiatieven ten goede moet komen – bewaarheid worden.

Preventieve voorlichting

Het doel van de niet-commerciële coffeeshop is om het gebruik van cannabis te reguleren en te voorkomen dat jongvolwassenen overgaan tot het gebruik van andere, hardere drugsvarianten zoals cocaïne en speed. Een deel van de winst wordt dan ook aangewend voor samenwerking met maatschappelijke organisaties om educatie en preventieprogramma’s voor scholen te faciliteren. Deze programma’s worden uitgevoerd door gespecialiseerde organisaties.

Voor de D66 fractie is het bovendien belangrijk dat een coffeeshop de verkoop  van soft- en harddrugs scheidt. Raadslid Gerard Meij: “Op dit moment vindt er veel verkoop plaats van zowel soft- als harddrugs via straathandel en Whatsapp. Omdat dealers dikwijls een uitgebreid assortiment aanbieden, komen jongvolwassenen eerder in aanraking met hard drugs en bestaat de kans dat ze deze ook gaan gebruiken. Dat vinden we een ongewenste situatie en door de verkoop van softdrugs via een coffeeshop te reguleren maken we een duidelijke knip”.

Winst naar sociaal-maatschappelijke doelen

Bij een niet-commerciële coffeeshop is het zo dat de gemeente een stevige grip krijgt op de bedrijfsvoering. De gemeente kan via de statuten eisen dat er specifieke regels en voorwaarden worden gesteld. Zo kan bijvoorbeeld worden geëist dat de cannabis getest wordt of deze chemische stoffen of een te hoog THC gehalte bevatten. “Met een coffeeshop in de buurt”, zo vervolgt Meij, “is het bovendien zo dat we de cannabisgebruikers in beeld hebben en in de gaten kunnen houden. Probleemgevallen komen dan eerder boven water drijven. Jongerenwerkers en hulpverleners kunnen dan in actie komen en advies en begeleiding bieden. Een aardige bijkomstigheid van dit zogenaamde stichtingsconcept is dat de winst van de coffeeshop  wordt geïnvesteerd in lokale sociaal-maatschappelijke doelen, zoals sport- en cultuurverenigingen, het terugdringen van eenzaamheid onder ouderen en investeringen in musea.

Spannende stemming

De fractie van D66 Waterland is niet over één nacht eis gegaan.
Meij: ”We hebben ons goed voorbereid op dit voorstel. We hebben onderzoek en literatuur bestudeerd en hebben bezoeken afgelegd bij zowel commerciële als niet-commerciële coffeeshops waar we ons goed hebben laten informeren. Uiteindelijk zijn we tot dit voorstel gekomen van een stichtingsvorm. We zijn ervan overtuigd dat deze vorm past bij een sociale gemeente als Waterland. Of het voorstel het gaat halen is heel spannend. We hebben zowel al positieve reacties als niet-positieve reacties uit de raad gehoord”.

In maart krijgen de democraten uitsluitsel, dan wordt het voorstel waarschijnlijk in stemming gebracht.