Afdronk commissievergaderingen 10 juli

Het was weer een lange dag vergaderen waarbij alle bijgewoonde vergaderingen onverwacht uitliepen maar gelukkig tijdig afgelopen om nog naar Nederland-Engeland te kunnen gaan kijken.

Wat is er vandaag besproken?
De dag begon met de commissie Verkeer en Vervoer. 
Er lagen twee goede voorstellen voor. Eén over verkeersveiligheid en één over het mee koppelen van natuuropgaven en de renovatie van de N377 tussen Hasselt en de Lichtmis.  Het staten voorstel over verkeersveiligheid was zeer gedegen, goed onderbouwd, met de ambitie om data gestuurd aan preventie te doen. Gaandeweg de behandeling werd het duidelijk dat de verantwoordelijk gedeputeerde, de heer Dadema oud voorzitter van Veilig Verkeer Nederland is. Dit dossier is duidelijk in goede handen. Wel wrang dat de ellende die verkeersongevallen veroorzaken economisch zoveel kosten (in Overijssel jaarlijks 800 miljoen) dat er veel meer investeringen mogelijk zouden zijn als de besparingen die preventie oplevert ook weer terug zouden vloeien naar de provincie. Een systeemfout die overpeinzing en reparatie behoeft. 
Het voorstel over de N377 was eveneens een mooi voorstel waarin optimaal gebruik werd gemaakt van het gezamenlijk realiseren van renovatie verbetering van de natuurkwaliteit van de oever de aanliggende Dedemsvaart en het verbinden van twee natuurgebieden.

Vervolgens de commissie Cultuur en Sociaal.
Hier werd het Statenvoorstel Cultuur en Erfgoedbeleid 2025-2028 behandeld. Grosso modo wordt 35 miljoen aan middelen gereserveerd voor Erfgoed (11 miljoen), Aanbod en Talentontwikkeling (10 miljoen), Cultuur educatie en participatie (9 miljoen) en Bibliotheken (4 miljoen). Allemaal zaken die de investeringen meer dan waard zijn. Het is bij de behandeling van zo’n voorstel moeilijk in te schatten of de verdeling van geld juist is en of voldoende middelen beschikbaar zijn gesteld. Hier verdient GS vooralsnog het vertrouwen en de vrijheid om te laten zien dat ze de juiste keuze heeft gemaakt. Het voorstel zullen we goedkeuren met de aantekening dat we de uitwerking nauwgezet zullen volgen. The proof of the pudding is in the eating!
Als laatste de commissie Milieu en Energie
De basisprincipes voor de uitwerking van de lange termijn energievisie van Overijssel tot 2050 werd hier gepresenteerd. Het lukte me om alle partijen unaniem tegen mij in het harnas te jagen. 

Hoe kwam dat zover? 
De vijf basisprincipes welke waren geformuleerd bestonden mijns inziens uit open deuren ( bijvoorbeeld principe 1 het te bouwen energiesysteem moet robuust zijn, principe 3 er moeten duidelijke keuzes worden gemaakt en principe 4 het toekomstig energiesysteem moet de ruimte optimaal benutten) of waren ogenschijnlijk tegenstrijdig (robuuste opbouw versus zuinig ruimtegebruik) zonder dat die tegenstrijdigheid werd opgelost. Daar hadden nog wel wat open deuren bijgekund zoals de lasten van het energiesysteem moeten rechtvaardig verdeeld worden of de kosten van de te leveren energie moeten betaalbaar blijven voor bedrijfsleven en particulier. Momenteel wordt veel gesproken binnen Provinciale Staten over wensen voor de toekomstige verre termijn. Echter hoe die eruit gaat zien is nog zeer onduidelijk waardoor dit soort gesprekken en het bepalen van leidende principes vruchteloos is en verspilde moeite. Eerst meer duidelijkheid van het rijk over de grote lijnen (waterstof netwerk, import energie vanuit het buitenland, aansluiting op en internationale samenwerking met windmolenparken, zonnevelden en waterkrachtcentrales, landelijke energiebehoefte) en pas dan provinciale inkleuring vooreerst gebaseerd op de principes vastgelegd in het Nationaal Plan Energiesysteem. Nu ja met deze visie was niemand het eens. Kennelijk wil men bij de vierde zet van deze pot schaak het eindspel al vastleggen. Wordt vervolgd volgende week in Provinciale Statenvergadering. Zal daar met hernieuwde energie pleiten voor gepaste temporisering en aansluiting bij de regie van de rijksoverheid.