Voorzitter,
Een visie op de omgeving is nu essentieel maar zeker voor jongeren en toekomstige generaties. Eigenlijk is een paar minuten wat zeggen dan ook veel te kort.
Wij kunnen ons nog steeds vinden in het fundament. Wij herkennen ons in de grote opgaven, klimaatadaptatief worden en meer duurzame energie naar een duurzame economie. Vandaag kunnen wij zienswijzen indienen voor de uitwerking van het fundament naar de omgevingsvisie. Wij doen dat door verschillende moties in te dienen, zodat er scherpte ontstaat. Om precies dat te doen waar GS om heeft gevraagd.
Niet terug in de tijd of het proces, maar opbouwen naar een volgende stap. Progressief en vooruit. Met innovaties en oplossingen en regelingen om te kunnen veranderen. Denk aan mogelijkheden voor vrijkomende agrarische bedrijven.
Wij zijn eerder kritisch geweest op de regierol van de provincie.
Daarom komen wij met een motie die over deze sturing gaat, om dit beter te verankeren. Bij de uitwerking verwachtingen in beeld te brengen en besluitvorming te verankeren en hierover te communiceren. En we missen ook nog een verdieping op een belangrijke rode draad namelijk gezondheid.
Het lijkt vaak een gevecht om de ruimte en in een klein land als het onze, waar iedereen wil opkomen voor zijn eigen belangen. Maar bij een visie gaat het om een collectief belang. We benoemen regelmatig de afstand tussen stad en platteland. Maar dat wat je aandacht geeft groeit!
“Als ik bijvoorbeeld skiles geef en aangeef om niet naar de bomen te skiën, skiën mijn cursisten recht op de bomen af.”
Rijksopgaven worden door de provincie uitgevoerd. Dit heeft effect op alle inwoners van Overijssel. Dit kan alleen in nauwe afstemming met vertegenwoordigende organisaties, via invloed en maximale participatie voor iedereen die zich uit wil spreken. En dus instrumenten in te zetten die dit bevorderen, zoals het uitdaagrecht. maar ook door tussentijds te toetsen of we op koers liggen, door een onafhankelijke autoriteit. Den aan een klimaatautoriteit die ons helpt te controleren en tijdig bij de stellen. Dat we niet weer ingehaald worden door de werkelijkheid en weer te maken krijgen met een uitspraak van de Raad van State.
Dat vraagt wat van ons allemaal, inwoners en wij als volksvertegenwoordigers en bestuurders in alle lagen in de samenleving. Het gaat erom elkaar te blijven vinden en uit te blijven gaan van vertrouwen.