Hoe werken wij als lokale fractie van D66?

Allereerst behandelden we een motie van StreekBelangen over de voortgang en versnelling van het traject rond permanente bewoning op de Scheendijk. In het coalitieakkoord van D66, Streekbelangen, VVD en Lokaal Liberaal hebben we afgesproken dat we daar duidelijkheid over geven: waar staan we permanente bewoning toe en welke woningen blijven recreatiewoningen? Al tientallen jaren is er onzekerheid. Sommige bewoners vallen onder een gedoogconstructie en weten dat ze mogen blijven wonen, maar ontwikkelingen in het gebied als geheel staan stil.
De motie riep op om te versnellen en zo spoedig mogelijk duidelijkheid te geven. Die oproep steunen we, en we zijn blij met de toezegging van de wethouder om medio januari met een update te komen. Houd de inwoners én de raad goed op de hoogte en versnel waar het kan. Op basis van deze terechte toezegging is de motie aangehouden. We houden de vinger aan de pols.

Tegelijk weten we dat we hier als gemeente niet alleen over gaan. Permanente bewoning kan alleen in samenspraak en met instemming van de provincie. Dat is helaas een zeer stroperig en vaak onbevredigend proces. Soms komen we er goed uit met de provincie, zoals bij de nieuwe locatie van het hoogspanningsstation bij Haarrijn. In het bestuurlijk overleg heeft wethouder Polman (D66) de provincie weten te overtuigen dat er echt betere plekken zijn dan ten noorden van Breukelen.
Soms zijn we het als gemeente niet eens met de provincie. Bekende voorbeelden zijn het betaald parkeren dat de provincie wil invoeren bij station Breukelen en de windturbines die de gedeputeerde wil plaatsen in de Garstenpolder, langs de ‘langzame Vecht’. Dit botst met de visie die we hebben over wat waar kan in onze gemeente. Wij vinden dat zware industrie, zoals 270 meter hoge turbines, niet passen in wat wij de ‘langzame Vecht’ noemen: de historische oude vecht met zijn recreatieve functie en mooie oude buitenplaatsen. Langs de ‘snelle Vecht’, de as die de snelweg A2 en het Amsterdam-Rijnkanaal vormen tussen Amsterdam en Utrecht, zijn binnen onze visie dit soort ontwikkelingen onder bepaalde voorwaarden wel mogelijk.

In ons verkiezingsprogramma 2026–2030 schrijven we:
“Daarbij geldt dat Stichtse Vecht haar invloed aanwendt om tijdens het proces waarin deze afspraken tot stand komen op te komen voor de belangen van onze inwoners.”
En zo staan wij er als fractie – en onze wethouder – in. Als er afspraken zijn gemaakt, ook als we er niet rechtstreeks over gaan, houden we ons daaraan. Maar in onze gemeente zijn we er in de eerste plaats voor onze inwoners en hun belangen. Die behartigen we zowel formeel, via bijvoorbeeld bezwaarprocedures (betaald parkeren Breukelen), als informeel (hoogspanningsstation bij Haarrijn).
Dat levert soms interessante politiek op. Een voorbeeld daarvan is het CDA, dat kort voor de raadsvergadering een motie indiende over de geplande vaststelling door de provincie van het Utrechts Programma Landelijk Gebied. Volgens het CDA gaat dat te snel: zij vinden dat de gedeputeerde, ook van CDA-huize, het proces niet volgens afspraak uitvoert én daarbij de belangen van de agrariërs uit het oog verliest. Dit soort signalen laat goed zien dat we als partijen in de lokale politiek doen wat wij nodig achten voor onze inwoners.
Mocht iemand ooit nog eens vragen of we wel een lokale partij zijn, dan is het antwoord nu en in de toekomst volmondig: ja.

Steven Lameris
Lijsttrekker D66 Stichtse Vecht