Hoofdstuk 7: Verbindend, democratisch bestuur en schone financiën

Beluister hier hoofdstuk 7

Beeld: D66

Wij vinden dat een samenleving recht heeft op een transparant en democratisch bestuur. In alle besluitfases moeten mensen de mogelijkheid hebben om mee te denken en mee te bepalen wat er gebeurt. Voor ons is het geen vraag óf inwoners participeren maar hóe. De een maakt eens per vier jaar gebruik van het stemrecht en een ander wil tussendoor ook van andere vormen van participatie in Overijssel gebruikmaken. Wij nodigen iedereen uit tijdens alle fasen van besluitvorming mee te doen en zo bij te dragen aan een sterkere inclusieve samenleving.

Deze periode gaan we voor:

Doel 1: Meer invloed en democratie

Betrokkenheid van inwoners is belangrijk om goed bestuur mogelijk te maken. Participatie begint bij inwoners die zich willen inzetten en weten hoe dat kan. De provincie moet verantwoording afleggen en controleerbaar zijn. Wij vinden dat het een taak van de overheid is om inwoners actief te informeren over hóe ze kunnen participeren en controleren. De zeggenschap van inwoners over hun eigen leef- en werkomgeving versterken we door meer instrumenten beschikbaar te stellen.
We zien dat er vele structuren bestaan. Denk aan de twee veiligheidsregio, de twee RES-regio’s en de zes gebieden voor de gebiedsgerichte aanpak stikstof. Deze bestaande structuren zijn minder transparant en te volgen voor
inwoners. We blijven kritisch op de democratische legitimiteit en bestuurbaarheid van deze verbanden. Bestuur en beleid moeten direct democratisch gelegitimeerd kunnen worden. Bij iedere gebiedsgerichte aanpak moeten we hiervoor zorgen. Zo kunnen inwoners invloed uitoefenen en begrijpen beter waarom keuzes worden gemaakt.

Dat doen we door:
1. Het tot stand brengen van een burgerberaad Overijssel en deze minstens twee keer in deze beleidsperiode te benutten.

2. Het vastgestelde instrument Right to Challenge (uitdaagrecht) nadrukkelijker te promoten en (groepen) te faciliteren bij de opstart.

3. Ons te blijven inzetten voor het ‘Recht van burgeramendement’ zoals in ons initiatiefvoorstel is uitgewerkt. Een dergelijk amendement heeft een vergelijkbare democratische legitimiteit als een amendement dat is ingediend door een statenlid.

4. Ons in te zetten om te komen tot een bindend referendum. Door een ‘noodrem’ in te bouwen, krijgt de kiezer de kans om de Staten van Overijssel terug te roepen. Daarbij kiezen we voor een actuele uitkomstdrempel. Het provinciaal bestuur kan zelf geen referendum initiëren.

5. Benoemingen van bestuurders openbaar te laten plaatsvinden. Onze voorkeur blijft dat de belangrijkste bestuurders – waaronder de commissaris van de Koning – direct door de bevolking worden gekozen. Voor bestuurders die niet gekozen kunnen worden, willen we dat benoemingen zo veel mogelijk openbaar plaatsvinden met vooraf een openbare hoorzitting.

6. Meer kansen voor digitale participatie te benutten. Er zijn vele manieren om inwoners via digitale kanalen hun opvattingen te laten delen. De provincie moet dit in
alle beleidsprocessen benutten en in elk statenvoorstel opnemen welke digitale instrumenten zijn toegepast.

7. Actiever digitale platformen te benutten in Overijssel, er zijn functionaliteiten beschikbaar die bijdragen aan participatie. Bijvoorbeeld bij het helder krijgen wat inwoners belangrijk vinden (agendavorming), het
indienen van plannen, daarover met elkaar het gesprek aangaan (beleidsvorming) en het verdelen van middelen of kiezen van een plan (besluitvorming).

8. Onduidelijkheid voor inwoners waar de gemeente of de provincie over gaat weg te nemen. Het is daarom belangrijk dat gemeente-overschrijdende programma’s duidelijk zichtbaar worden.

Doel 2: Grenzeloos samenwerken aan maatschappelijke opgaven

We werken intensief samen met onze partners op basis van gelijkwaardigheid. Dat doen we meestal in een faciliterende en aanjagende rol, maar we nemen regie als wettelijke opgaven niet tot uitvoer komen. We zijn als democraten gericht op samenwerking en het gezamenlijk boeken van beoogde resultaten. Ook zijn oplossingen te bereiken door grensoverschrijdende samenwerking met regio’s.

Dat doen we door:
1. Intensief te blijven samenwerken bij grensoverschrijdende onderwerpen en de kracht van Oost in samenwerking met de provincie Gelderland – zowel op nationaal niveau als in Europa – te blijven uitdragen. De provincie zoekt passend bij het onderwerp de beste samenwerking met andere provincies, gemeenten, stedelijke regio’s, waterschappen en Euregio.

2. De verbindende en faciliterende rol te kiezen naar bijvoorbeeld energiecoöperaties, innovatieclusters en
ondernemersverbanden. Om de economische motor verder aan te jagen én haar maatschappelijke doelen na te streven.

3. Alle goede initiatieven van mensen en organisaties te benutten. Denk aan samenwerking tussen ondernemers, onderwijsinstellingen, onderzoeksinstituten en overheden (de vier O’s) en verder aan energiecorporaties
en innovatieve startups. De provincie kan een optimaal klimaat creëren waarin mensen, organisaties en gemeenten deze initiatieven kunnen ontplooien.

4. Regio’s te stimuleren maatschappelijke opgaven op te pakken. Inwoners werken, wonen en recreëren binnen deze ‘daily urban systems’. Gemeenten en maatschappelijke organisaties zoeken elkaar en de provincie op en vormen samenwerkingsverbanden om deze stedelijke regio’s te versterken. Daarom blijven wij o.a. de Regio Twente, de Clean Tech Regio en de Regio Zwolle actief ondersteunen.

Doel 3: Besturen als werkwoord inzetten

Goed en democratisch bestuur betekent voor ons een bestuur dat toegankelijk is, dicht bij de mensen staat, de opgaven aankan en slagvaardig oppakt. Een bestuur dat kan rekenen op steun uit de samenleving en draagvlak
vanuit de Staten. Wij zien steeds meer versnippering van het politieke landschap en toename op de uiterste flanken van het politieke bestel. Dit vermindert de slagvaardigheid van het bestuur.

Dat doen we door:
1. Geen zitting te nemen in een college met rechts-populistische partijen.

2. De betrokkenheid van jongeren bij beleid te vergroten op basis van het unaniem aangenomen initiatiefvoorstel. De Jongerenraad van Overijssel speelt daarbij een cruciale rol. Ruimere vertegenwoordiging van jongeren uit alle lagen van de samenleving, actieve inspraak bij de begroting en de jaarrekening zijn belangrijk. Daarnaast moet er ruimte zijn om bij alle statenvoorstellen een advies van de jongerenraad te krijgen. Maar ook
zorgen dat bestuurders en statenleden meer aandacht voor jongeren hebben en hen passend betrekken bij beleidsvorming.

3. De provincie te laten doen waar ze goed in is en bij haar kerntaken te blijven. Dit betekent dat de provincie als midden bestuur bij uitstek een aanjagende en ondersteunende positie in kan nemen, zowel naar de
rijksoverheid als naar de gemeenten.

Doel 4: Gezonde financiën ook over tien jaar

Wij streven ernaar dat de lasten voor onze inwoners (leges, grondwaterbelasting en motorrijtuigenbelasting) niet verhoogd worden. Enige indexatie is verdedigbaar gezien de sterk toegenomen kosten voor personeel en middelen. Dit om verschraling bij de uitvoering van de wettelijke taken van de provincie te voorkomen. We streven daarbij naar een sluitende begroting waarin voor iedereen duidelijk is welke uitgaven Overijssel kan en moet doen. Wij willen
minder onderbesteding, maar ook geen rekeningen doorschuiven naar volgende generaties.

Dat doen we door:
1. Het presenteren van een ‘bodem-basisbegroting’ (begroting met alleen de wettelijke verplichtingen/de kerntaken) met daarbovenop de Overijsselse ambities. Met zo’n geconsolideerde begroting maken we aan de voorkant duidelijk wat ‘extra’ beleidsuitgaven zijn.

2. De nota reserves, voorzieningen en doeluitkeringen iedere twee jaar vast te stellen in plaats van iedere vier jaar. Om een goed politiek besluit te kunnen nemen is het noodzaak om goed inzicht te hebben in de actuele stand van zaken van reserves en voorzieningen.

3. In de begroting zo weinig mogelijk verschillende algemene reserves op te nemen (momenteel zijn er zes verschillende algemene reserves) naast de bestemmingsreserves en de stille reserves. Het is van belang om als overheid transparant te zijn over de financiën.

4. Een nieuw verrekeningsmodel in te voeren, dat tenminste dezelfde opbrengsten oplevert als de huidige opcenten en het provinciefonds die als huidige inkomstenbronnen onder druk staan.

5. De invoering van een provinciale belastingheffing te bevorderen, die bovendien simpeler en toekomstbestendig is. De inning hoeft niet bij de provincie te liggen. En bij deze nieuwe maatregelen zetten we in op het uitgangspunt dat de vervuiler betaalt. De kaders daarvan moeten transparant en begrijpelijk zijn. Ook mag een nieuw systeem geen ongewenste prikkels bevatten.