Hoofdstuk 2: Circulaire economie en innovatie

Bekijk en beluister hier
hoofdstuk 2 van ons programma

Beeld: D66

Een circulaire- of kringloopeconomie is een economisch systeem waarin geen eindige grondstoffen worden uitgeput en reststoffen volledig opnieuw worden ingezet.

Circulair op alle fronten
De coronapandemie, geopolitieke ontwikkelingen, klimaatverandering en de kwaliteit van het milieu zijn van grote invloed op de economie. Dat vraagt om extra actie op innovatie en een circulaire economie. Economische groei moet niet langer de hoofdrol spelen in beleid. Economie moet meer gaan over ons bestaan
en niet over levensonderhoud. Economie kunnen we dan ook niet meer los zien van ecologie. Dat vergt een versnelling van handelen en regelgeving die een omslag naar een circulaire economie bevordert bij inwoners, ondernemingen en maatschappelijke organisaties. Dit bereiken we door op alle fronten circulair te denken: van productontwerp en een marktplaats voor gebruikte bouwmaterialen.


Een toekomstbestendige economie is schoon en energieneutraal. Gefundeerd op de kansen die circulariteit biedt en in lijn met de zeventien uitgangspunten van de ‘Sustainable Development Goals’. Wij zetten in op maatregelen om dit op alle gebieden te realiseren. Economie is werkgelegenheid. Innovatie en circulariteit vragen om aanpassing van de arbeidsmarkt.

Deze periode gaan we voor:

Doel 1: Het uitvoeren van de vijf transitieagenda’s

Sectoren en ketens die belangrijk zijn voor de economie, belasten tegelijkertijd het milieu. Voor vijf van deze sectoren en ketens stelde de Rijksoverheid samen met ondertekenaars van het Grondstoffenakkoord een transitieagenda op.
In een transitieagenda staat hoe we ervoor zorgen dat we in 2050 een circulaire sector hebben gecreëerd en welke acties daarvoor nodig zijn. Wij steunen deze transitieagenda’s en we werken voortvarend aan de uitvoering ervan in Overijssel. Dat doen we samen met mkb en het bredere bedrijfsleven, maar ook met inwoners, maatschappelijke organisaties, gemeenten en waterschappen.

De vijf transitieagenda’s:

Biomassa en voedsel
Meer biomassa, minder CO2-uitstoot, gesloten kringlopen.

Kunststoffen
Schadelijke kunststoffen dienen met voorrang uit ons milieu te verdwijnen.

Maakindustrie
Efficiënter produceren en duurzaam hergebruik van materialen zijn essentieel. De overheid dient daarin het goede voorbeeld te geven door uitsluitend circulair in te kopen.

Bouw
Circulair en modulair bouwen is noodzakelijk om grondstoffen optimaal her te gebruiken.

Consumptiegoederen
Het hergebruik van grondstoffen voor consumptiegoederen (zoals kleding, koffiebekers etc.) dienen we te stimuleren.

Doel 1: Hergebruik van afvalstromen wordt vanzelfsprekend in Overijssel, zodat in 2030 ten minste 50% van onze grondstoffen afkomstig zijn uit hergebruik.

We willen dat de economie van Overijssel zo snel mogelijk echt circulair wordt, in 2050 voor 100% circulair. Afvalstromen hebben waarde en via een ketengerichte aanpak is dat voor het bedrijfsleven een interessant verdienmodel, goed voor de aarde en haar bewoners. Vanuit dit besef zijn de laatste jaren al vele initiatieven in Overijssel gestart.

Dat doen we door:
1. Kennisclusters blijvend te ondersteunen op het gebied van materialen (Polymer Science Park), textiel (Texperium) en initiatieven op het gebied van kringlooplandbouw (Mineral Valley). De netwerken zijn hotspots van innovatie en kennisdeling. Zij bevorderen de noodzakelijke transitie.

2. Te zorgen dat de financiële ondersteuning vanuit de provincie aansluit op gesignaleerde behoeften van ‘onderop’, uit gemeenten, regio’s en bedrijfsleven. We willen het aantal provinciale (subsidie)regelingen vereenvoudigen en zo mogelijk bundelen waardoor het eenvoudiger wordt.

3. De grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen (nationaal en internationaal), waarbij nadrukkelijk de koppeling gezocht moet worden tussen innovatie, handelsbevordering en circulariteit. Denk daarbij aan transport van meststoffen, duurzame energie en de schoonwateropgaven.

4. Alle niet recyclebare plastics en multi-component verpakkingen zoveel mogelijk uit te bannen.

5. Ons in te zetten voor een chemische recyclefaciliteit in Oost-Nederland die alle polyesterstromen (tapijt,
matras, raambekleding, kleding) kan verwerken. Wij spannen ons maximaal in voor een sluitende textielketen.

Doel 2: Grondstoffen in de bouw zoveel mogelijk circulair aanwenden

We streven ernaar dat de economie in 2050 volledig op hergebruikte producten en grondstoffen draait.

Dat doen we door:
1. Steun aan gemeentelijke of regionale initiatieven te geven om locaties voor hergebruik van goederen en materialen op te zetten.

2. Aan te sluiten op de behoeftes van bestaande regionale structuren en het reduceren van provinciale regels: de regio is leidend en de provincie stelt zich faciliterend op.

3. Ten minste drie innovatieve pilots per jaar te realiseren, die bijdragen aan nieuwe vormen van circulariteit.
Organisaties, bij voorkeur gevestigd in Overijssel, krijgen daarvoor middelen als ze verbonden zijn aan regionale thema’s of lokale en/of regionale
uitdagingen.

4. Circulair bouwen als uitgangspunt te nemen bij de vergunningverlening voor nieuwe bedrijventerreinen en
het verduurzamen van bestaande. De provincie stelt aangescherpte eisen aan uitbreidingslocaties. Denk daarbij aan
natuurinclusieve, energieopwekkende
maatregelen en de inrichting van locaties met waterbuffers.

5. Een materialenpaspoort in de bouw te stimuleren.

6. Programma’s voor gemeenten op te starten om circulair bouwen als standaard te
hanteren, aangevuld met natuurinclusieve voorwaarden.

Doel 3: Maximaal circulair inkopen en partners en bedrijfsleven stimuleren dit ook te doen

Circulair produceren wordt versneld als overheid en bedrijfsleven bij inkoop en aanbesteding hierin eisen stellen. Circulair inkopen draagt niet alleen bij aan de klimaatdoelen, maar maakt organisaties ook aantrekkelijk(er) voor nieuwe (jonge) medewerkers.

Dat doen we door:
1. Een bijdrage aan een circulaire economie een belangrijke voorwaarde te laten zijn voor het verstrekken van subsidies (en een criterium in aanbestedingen).

2. Bij alle eigen aankopen – waar mogelijk – te kiezen voor circulair geproduceerd en verwerkt materiaal, waarbij we ons inspannen voor regelgeving om circulair produceren makkelijker proberen te maken.

3. Het mkb en andere bedrijven te ondersteunen om duurzaam te worden, al dan niet met ketenpartners. Samen met hen zetten we in voor een blijvend aantrekkelijk vestigingsklimaat dat gelijktijdig maatschappelijk verantwoord ondernemen stimuleert.

4. De start van meer regiodeals te ondersteunen en partijen actief te helpen om fondsen, rijks- en EU-middelen te verwerven voor de regionale opgaven. Waar mogelijk fungeren we als co-financier.

5. Te zorgen dat subsidieaanvragen makkelijker en sneller (bij voorkeur in een uur) kunnen worden ingevuld en innovatieve nieuwkomers makkelijker toegang krijgen tot provinciale subsidies.

Doel 4: Ondersteunende rol als provincie voor maximale koppeling tussen Onderwijs, Ondernemen en Overheid.
Wij voegen daar de vierde O van Onderzoek aan toe.

Een leven lang leren en ontwikkelen. Dat betekent adequaat onderwijs voor mensen in alle leeftijdscategorieën en levensfasen. Investeren in onderwijs, kennis en innovatie vormt de sleutel tot economisch succes en persoonlijke groei. Op alle niveaus hebben we in toenemende mate mensen nodig. Blijvende scholing, voor de opgaven van nu en later, is essentieel. Zo bereiden we elkaar voor op toekomstige werkgelegenheid.

Dat doen we door:
1. De provincie een actieve, verbindende en aanjagende rol te laten blijven vervullen om samenwerking tussen
onderwijs en bedrijfsleven te versterken. De bestaande arbeidsmarktregio’s vervullen hierin een cruciale rol. We smeden nieuwe coalities en bieden steun om flexibeler in te spelen op veranderende vraag.

2. Waar we kunnen bijdragen als provincie, dat ook doen. Bijvoorbeeld door ontwikkelingen als Techniekpact Twente en Techniekpact Zwolle te steunen.

3. De UT te steunen in hun ambitie voor een dependance in Zwolle. Om doorlopende leerlijnen te realiseren. Zodat mbo, hbo en het wetenschappelijk onderwijs verbonden zijn bij de stedelijke ambities in en om Zwolle.

4. Ons blijvend in te zetten om de internationale school in Enschede te behouden. Het is belangrijk dat expats met hun partner en gezinnen zich (tijdelijk) in Twente kunnen vestigen en bij kunnen dragen aan wetenschappelijke inzichten en innovaties met o.a. Saxion, Windesheim,
overheden en het bedrijfsleven.

5. Minimaal twee nieuwe samenwerkingsinitiatieven (gericht op de circulaire economie en onderwijs) op te starten en we lopende projecten evalueren om tijdig bij te kunnen stellen (mbo, hbo, universitair).