Deze periode gaan we voor:
Doel 1: Ruim baan voor de fietser en wandelaar
De fiets is een volwaardig alternatief voor de auto tot afstanden van dertig kilometer, zeker door de komst van de e-bike. Daarom willen we de aansluitingen en de veiligheid van de fietspaden verbeteren. Kortom, de fietser krijgt bij ons voorrang! In het landelijk gebied woont niemand verder dan 7,5 km van een hub (plek waar ov (bus of trein), fiets en auto op elkaar aansluiten).
Dat doen we door:
1. Een net van snelfietsroutes te creëren, in elk geval tussen de grotere kernen in de provincie en naar ov-knopen en hubs. De provincie bepaalt niet precies hoe deze hubs eruitzien, maar zorgt voor lokaal maatwerk en speelt daarbij een actieve rol, door regie of door geld.
2. Bij elke hub een veilige stalling voor de fiets te bieden.
3. Wel minimumeisen aan een hub te stellen, bijvoorbeeld over de aan te bieden reisinformatie en laadvoorzieningen. Die informatie moet niet alleen over het ov gaan, maar ook over andere reismogelijkheden, bijvoorbeeld aanbod vanuit lokale initiatieven.
4. Innovatieve en duurzame fietspaden te realiseren: ledverlichting, met door zonne-energie opgewekte elektriciteit.
5. Fietspaden voldoende breed te maken, zodat toenemende snelheidsverschillen op het fietspad minder risico’s met zich meebrengen.
6. Het principe ‘fietsstraat, auto te gast’ te laten gelden waar menging van auto- en fietsroutes speelt.
7. Het creëren van zoveel mogelijk veilige oversteekmogelijkheden, bijvoorbeeld door voorrang, fietstunnels en bruggen.
8. Het borgen van een hoogwaardig, provincie-dekkend en publiek wandelnetwerk voor de lange termijn, met aandacht voor het voorkomen en tegengaan van obstakels.