Waarom Artikel 1 van de Grondwet uitbreiden?

De Grondwet is de belangrijkste wet die we hebben. Dankzij onze Grondwet leven we in een land waarin we vrij zijn. Worden we beschermd tegen discriminatie en uitsluiting. Het eerste artikel van de Grondwet regelt dat je niet mag worden beoordeeld op de zogenaamde groep waartoe je behoort. Dus vrouwen mogen niet anders worden behandeld dan mannen, zwarte mensen niet anders van witte mensen en mensen met een geloof niet anders dan mensen zonder geloof. Zo kan iedereen vrij zijn.

Tot nu toe wordt seksuele gerichtheid en het hebben van een handicap nog niet benoemd in de Grondwet. Dat gaf de indruk dat deze vormen van discriminatie minder belangrijk zijn dan andere. Dat veranderen we nu.

Mensen veranderen niet door wetten. Discriminatie zal door deze Grondwetswijziging niet uit onze samenleving verdwijnen. Daar is veel meer voor nodig. Maar het versterkt wel de positie van slachtoffers van discriminatie. Laat zien dat we hen als samenleving niet laten vallen. Iedereen hoort erbij. Iedereen is vrij.

Met deze aangenomen initiatiefwet zijn we er nog niet. We weten dat als geen ander. Voormalig D66-Kamerlid Boris van der Ham kondigde de wet aan in 2007. In 2010 diende hij de wet in. In 2012 nam Vera Bergkamp het stokje over. De wet gaat nu naar de Eerste Kamer. Vervolgens moet het parlement na de volgende verkiezingen nog een keer over de wet stemmen. Dat komt doordat de Grondwet niet zomaar kan worden aangepast, in de zogenaamde tweede lezing is zelfs een tweederde meerderheid nodig. Maar de eerste stap is nu gezet.