Berekende normen en waarden staan met veel aplomb genoteerd in rapporten van gerenommeerde onderzoeksbureaus. Zo wordt de luchtvervuiling en CO2-uitstoot bij de ingang van de Piet Heintunnel berekend voor nu, maar ook voor de toekomstscenario’s als er meer auto’s door heen gaan of juist daar in de file staan.
Berekeningen kunnen nooit de plaats innemen van metingen aan de bron. Op basis van formules, veronderstellingen en specificaties van bouwers en fabrikanten worden belastbaarheid en overlast berekend. Geavanceerde modellen komen met uitkomsten, die vaak in de buurt komen van de werkelijkheid, maar ook even vaak de plank misslaan. Daarom gaat er niets boven een lekker ouderwetse meting met verfijnde apparatuur!
De afvalinzameling is ook geheel gebaseerd op berekeningen van de te verwachten afvalstroom naar rato onder meer van het huidige en -als het meezit- toekomstige aantal inwoners. Op zich kun je in de meeste gevallen prima uit de voeten met die cijfers, maar erg dynamisch en flexibel is het allemaal niet. Heb je net uitgerekend, dat een aantal van vijf restafvalcontainers voldoende moet zijn en dan blijkt het aantal personen per huishouden onverwacht toch twee keer zo hoog te zijn of blijkt een slimme projectontwikkelaar zijn appartementencomplex verdubbeld te hebben met een grote opbouw. Terug naar de tekentafel, maar nu maar eens met real life & realtime meetgegevens.
Het meest pregnante en actuele voorbeeld betreft de afweging tussen de berekeningen met betrekking tot de geluidsbelasting in dB aan de gevels van bebouwing en de afstand tot windturbines. Op basis van de bestaande gegevens uit de showroombrochures van de windturbinefabrikanten rekent men er lustig op los. Zelfs weet men met droge ogen te verkondigen, dat afstand niet doorslaggevend is, maar juist de te verwachten geluidsbelasting. Dat is een bedrieglijke voorstelling van zaken. Sinds het dieselschandaal weten we maar al te goed, dat de opgave van fabrikanten niet hoeft te kloppen. Vaak genoeg kocht ik een auto, waarvan het reële verbruik de cataloguscijfers keer op keer logenstrafte in negatieve zin. De afgegeven geluidsbelasting onder ideale omstandigheden is minstens zo’n wankele maatstaf als de afstand. En dan kun je van laatstgenoemde nog met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid aannemen, dat een afstand van 800 meter beter is dan die van 375 meter.
Als Stadsdeelcommissielid met een adviserende taak pleit ik in dit kader voor meten, meten en nog eens meten. Gebruik reeds uitgevoerde metingen, maar meet ook steeds opnieuw om veranderende omstandigheden bij te kunnen benen of zelfs voor te kunnen zijn. Het vergt wellicht meer moeite en meer kosten, maar je hebt en houdt veel meer grip op de materie. Bewoners (en B&W) worden niet verrast door onverwachte overlast of gezondheidsschade. En laat je metingen uitvoeren door echt onafhankelijke partijen. Te vaak blijken ingehuurde bureaus onverenigbare belangen te verstrengelen. Om het vertrouwen in de Amsterdamse politiek een boost te geven is het noodzaak om de onrealistische berekeningscultuur de deur uit te doen en de stad vol te hangen met sensoren!
Amsterdam moet aan de Fitbit!

Beeld: Philip Monas
Meten is weten en berekend is vertekend!
In Amsterdam worden heel wat beslissingen genomen op basis van berekeningen. Je komt ze overal tegen in de politieke besluitvorming.